Waarom gaan umc’s regionaal?

Eind 2015 nam het UMC Groningen het Ommelander Ziekenhuis in Scheemda over. Een paar weken geleden deed het Erasmus MC iets soortgelijks met het Admiraal De Ruiter Ziekenhuis in Goes. Elders voeren umc’s actief overleg met kleinere ziekenhuizen in hun regio. Dat gaat over herverdeling van acute zorg en oncologische zorg. Waarom richten umc’s hun pijlen op de regio? Wat voor internationale modellen kunnen de umc’s volgen bij hun regionale aanpak? En welke belemmeringen komen zij tegen?

Verklaringen

Vroeger kwam ik weleens een umc-bestuursvoorzitter tegen die zijn eigen instelling een ‘world player’ noemde en de andere ziekenhuizen maar provinciaal vond. Nu gaan de umc’s regionaal. Vanwaar deze nieuwe aanpak? Vier verklaringen:

  1. Zorgverzekeraars kopen minder routinezorg in bij de umc’s en meer complexe zorg. Dat zorgt ervoor dat de umc’s vaker patiënten doorgestuurd krijgen van andere kleinere ziekenhuizen. Dat maakt een overname als dat van het Ommelander Ziekenhuis of ADRZ aantrekkelijk. Die ziekenhuizen gaan dan verwijzen naar het ‘hoofdkwartier’.
  2. De umc’s voelen zich verantwoordelijk voor de beschikbare zorg in dunbevolkte gebieden. Dat is nobel en past in de missie van de umc’s en de andere grote ziekenhuizen. Dat verklaart waarom de umc’s kleinere ziekenhuizen helpen door overname of uitruil van taken.
  3. Umc’s hebben grotere patiëntenseries nodig om internationaal mee te blijven doen in medisch onderzoek. Zonder economische groei moeten ze – cynisch gesproken – dus af van routine-ingrepen in eigen huis. Dan bieden kleine ziekenhuizen uitkomst.
  4. Umc’s hebben veel opleidingstaken. Al die mensen-in-opleiding kunnen zij niet allemaal in eigen huis opleiden. Regionale ziekenhuizen moeten die taken deels overnemen en dan ligt een overname dus voor de hand.
Drie modellen

In de academische wereld bestaan drie modellen voor umc’s die regionaal willen. Het eerste model komt uit Boston waar de Harvard Medical School samenwerkt met vijf grote gerenommeerde ziekenhuizen. Geen van de vijf ziekenhuizen staat hier centraal.

De Cleveland Clinic in de Amerikaanse staat Illinois werkt volgens het tweede model. Het centrale academische ziekenhuis bouwde vanaf 1980 een netwerk van kleine ziekenhuizen om zich heen. Het grootste probleem dat ze hadden was het ontwerp van transmurale zorgpaden tussen de periferie en de main campus ondersteund door een gemeenschappelijk ict-systeem.

Het derde model bestaat in Engeland. Daar verwerft een hele regio het predicaat Universitair Medisch. Want medisch onderzoek is hier ook het werk van huisartsen, ggd’en en de ggz.

Belemmeringen

Er bestaan belemmeringen die het regionaal gaan van umc’s afremmen. Het verdienmodel klopt niet. De dbc/dot’s van de complexe ingrepen zijn veelal te laag en die van de routinezorg te hoog. Als zorgverzekeraars minder routinezorg inkopen bij de umc’s, gaan zij verlies lijden. Ook al zijn de salarissen voor specialisten bij de umc’s lager dan bij perifere ziekenhuizen.

Een andere belemmering is van juridische aard. De umc’s mogen wettelijk niet een te groot marktaandeel krijgen in hun regio’s, ook al leidt dat tot kwaliteitsverhoging en kostenverlaging. De bestuursvoorzitter van het UMC Groningen wees al op dit probleem in Zorgvisie.

De derde belemmering heeft te maken met de cultuur binnen instellingen. In de grote umc’s heerst nogal eens een ambtelijke cultuur die slecht mengt met de gemoedelijke cultuur van kleine ziekenhuizen.

Ondanks deze belemmeringen neemt de belangstelling van umc’s voor de eigen regio toe. Maar het zal nog jaren duren voordat Harvardse of Clevelandse modellen zijn ingevoerd.

Dit bericht is in iets gewijzigde vorm verschenen als opiniestuk in Zorgvisie.

 

.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *