CIZ is goede poortwachter voor de Wet langdurige zorg

Het is niet zinvol voor verzekeraars en gemeenten om mensen eerder door te sturen naar de Wlz. Afwentelgedrag wordt niet beloond, blijkt uit onderzoek.

De toegang tot de Wet langdurige zorg (Wlz) is overal gelijk in Nederland. Dit blijkt uit een onderzoek van de Algemene Rekenkamer. Het CIZ vervult haar rol goed. Het is daarom niet zinvol voor verzekeraars en gemeenten om mensen eerder door te sturen naar de Wlz: afwentelgedrag wordt niet beloond.

Wlz-indicatieaanvragen

Het afwijzingspercentage van Wlz-indicatieaanvragen tussen inwoners uit verschillende gemeenten varieert. Aanvragers uit de ene gemeente worden vaker afgewezen dan aanvragers uit de andere gemeente. Ik schreef hierover al eerder op deze website. Dit heeft niet te maken met verschillen in de manier waarop het CIZ aanvragen van inwoners uit verschillende gemeenten beoordeelt. Als mensen door hun gemeente eerder worden doorgestuurd naar het CIZ, komen zij niet per se sneller in de Wet Langdurige Zorg (Wlz). Het CIZ lijkt daarmee zijn rol als ‘poortwachter van de Wlz’ wat betreft geografische uniformiteit goed te vervullen.

Afwentelgedrag

Diverse onderzoeksinstituten wezen op ‘afwentelgedrag’ van gemeenten, waarbij gemeenten mensen aansporen om te snel een Wlz-aanvraag in te dienen – zonder dat zij aan de voorwaarden voor de Wlz voldoen. Uit onderzoek blijkt dat dit gedrag in principe geen zin heeft: het CIZ beoordeelt alle aanvragen op dezelfde manier.

Onderzoek Algemene Rekenkamer

Bovenstaande alinea’s komen vrijwel letterlijk uit de samenvatting van een onderzoeksverslag van de Algemene Rekenkamer, een adviesorgaan van de Rijksoverheid. Dat heeft als titel Focus op Toegang tot de Wet langdurige zorg. Voor het onderzoek analyseerde deze instantie aanvragen en afwijzingen vanaf de invoering van de Wlz in 2015 tot en met 2017. Om de uitkomsten te duiden, sprak zij ook met 29 experts uit de zorg: beleidsmakers bij gemeenten, cliëntondersteuners en medewerkers van het CIZ.

Resultaten

In totaal werden 163.551 ‘eerste’ aanvragen bekeken (geen herindicaties). Van de onderzochte aanvragen werd 17% afgewezen. In 2017 werd 35% van alle aanvragers jonger dan 18 jaar afgewezen. Voor mensen met een psychiatrische aandoening bedroeg dit percentage bijna 70%. Voor mensen met dementie bedraagt het afwijzingspercentage 1%.

Hulp wijkverpleegkundige

De Algemene Rekenkamer acht het aannemelijk dat de kans om toegang te krijgen tot de Wlz groter wordt als de aanvrager hulp krijgt van een wijkverpleegkundige of een andere zorgaanbieder. De afwijzingspercentages per gemeente variëren van 0 tot 33 procent, aldus de Rekenkamer. Al met al bleef het aantal mensen dat toegang kreeg tot de Wlz-voorzieningen ieder jaar min of meer gelijk: zo’n 45.000 per jaar. Onderstaande grafiek van het Rekenkamerrapport toont hoe deze 45.000 mensen zijn verdeeld naar soort aandoening.

Psychogeriatrische aandoeningen

Mensen met een psychogeriatrische aandoening hebben een grote kans om een Wlz-indicatie te krijgen: zoals gezegd wordt slechts 1% afgewezen. Toch is dit niet altijd gunstig. Soms komen mensen erachter dat ze er qua zorg op achteruit gaan in de Wlz. Dit komt vooral voor wanneer mensen thuis willen blijven wonen. Dit kan voor sommigen reden zijn om hun Wlz-aanvraag toch weer in te trekken.

Kinderen en jongeren

Indicatieaanvragen van kinderen of jongeren zijn voor CIZ-medewerkers vaak lastig te beoordelen. Dit gaven zij aan tijdens de gesprekken die de Rekenkamer voerde. Ten eerste is het bij kinderen relatief lastig om vast te stellen of een aandoening blijvend is en er geen verbetering in de situatie zal optreden. Ten tweede houdt het CIZ bij de indicatiestelling van kinderen jonger dan vijf jaar rekening met de ‘gebruikelijke zorg’ die alle ouders aan een kind bieden. Zorg voor het kind die valt onder gebruikelijke zorg, kan niet vanuit de Wlz worden geleverd. De vraag is dan dus hoeveel zorg er nog nodig is bovenop die gebruikelijke zorg.

Jeugdwet en Zvw

Wanneer kinderen die wel langdurige zorg nodig hebben niet worden toegelaten tot de Wlz betekent dit dat ouders zijn aangewezen op de Jeugdwet en de Zvw. Indicaties daarvoor worden voor kortere periodes afgegeven, waardoor regelmatig herindicaties plaats moeten vinden. Dit is belastend voor ouders en geeft onzekerheid. Verscheidene CIZ-onderzoekers, gemeenten en cliëntondersteuners geven aan het belangrijk te vinden om al in een vroeg stadium te communiceren met elkaar, zodat de overgang van Jeugdwet naar Wmo of Wlz soepel(er) kan verlopen.

Compliment CIZ

De observatie van de Rekenkamer dat de toegang tot de Wet langdurige zorg overal in Nederland gelijk is, zie ik als groot compliment aan het CIZ. Het heeft voor zorgverzekeraars en gemeenten geen zin om cliënten uit hun domein “af te wentelen” naar de Wlz. Wel is betere afstemming van toegang tot de zorg wenselijk bij jeugdigen, dementerenden en psychiatrische patiënten.

Studiedag

Donderdag 13 juni 2019 organiseren mijn collega’s en ik in Utrecht een studiedag over afstemming van de toegang tot de langdurige zorg en over persoonsvolgende bekostiging daarvan. Wil jij deelnemen aan dit congres? Kijk dan voor meer informatie op de speciale webpagina van de Guus Schrijvers Academie.

Goede voorbeelden

Wij zijn nog op zoek naar goede regionale voorbeelden van afstemming tussen gemeenten, zorgkantoren en zorgverzekeraars. Als jij daarbij betrokken bent, wil je dan een mail sturen naar ondergetekende op mail@guusschrijvers.nl?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *