Preventie tijdens eerste 1.000 dagen maakt wereld van verschil

Het jeugdzorg congres 'Vroeg begonnen, veel gewonnen vindt plaats op 17 mei 2019 met een praktijkgericht, interactief programma over de eerste 1.000 dagen.

Stel je even voor: Een jongetje van 20 maanden komt de spreekkamer binnenrennen met zijn moeder erachteraan. Moeder blijkt alleenstaand, woont net in de gemeente met haar drie kinderen. Ze kent er niemand: geen geld, geen werk, geen vriendinnen in de buurt. De buren hebben al geklaagd over de herrie. ‘Ik wil hier weer weg’, zegt ze. Het jongetje praat nauwelijks, schreeuwt veel en smijt het speelgoed door de spreekkamer.

Huilbaby

Stel je even voor: Jonge ouders met hun eerste kindje, dochtertje van 4 weken. Ze huilt alleen maar, ook tijdens het consult, tenzij je haar oppakt en wiegt. De jonge moeder is doodop. De jonge vader wil wel helpen, maar moet ook naar zijn werk. Het valt zo enorm tegen. Binnen één minuut is ook de moeder in tranen. Ze is aan het eind van haar Latijn.

Stel je even voor 15 jaar later…

Het is niet goed gegaan met het jongetje. Het gezin is meerdere keren verhuisd. Moeder heeft inmiddels een nieuwe vriend gekregen. Hij werd dol van het jongetje en heeft hem meermalen hard geslagen. Daardoor is het jongetje uiteindelijk uit huis geplaatst en heeft bij diverse pleeggezinnen gezeten. Hij is nu een tiener en woont in een jeugdzorginrichting.

Postnatale depressie

Het is ook niet goed gegaan met het babymeisje. Haar moeder is in een zware postnatale depressie beland. Pas na een jaar was ze er een beetje bovenop. De teleurstelling over de verdrietige start overheerst. De ouders zijn erg bezorgd geworden en zitten er bovenop. Nu is het meisje een broodmagere tiener; ze eet nauwelijks meer omdat ze zichzelf te dik vindt.

Zo kan het ook…

De JGZ-verpleegkundige gaat direct de volgende dag langs, luistert en inventariseert wat er nodig is voor de net verhuisde alleenstaande moeder. Het jeugdteam regelt een aantal belangrijke zaken rondom de beperkte financiën, zorgt voor kinderopvang en helpt moeder aan werk. Nuchtere no nonsense buren helpen het gezin door de eerste moeilijke periode heen. De jeugdarts regelt een VTO-onderzoek waarop passende hulp en ondersteuning volgt. Het jongetje is nu een actieve, gelukkige tiener en hij doet het prima op de praktijkschool. Hij heeft veel vrienden en ze wonen nog steeds in dezelfde gemeente.

En zo…

De jeugdarts onderzoekt het babymeisje, ze groeit en reageert goed. De jeugdarts bevestigt hoe goed en liefdevol de ouders bezig zijn. Ze legt uit hoe moeilijk het is dat een baby zo veel kan huilen. Dat het geen wonder is dat ouders er doorheen zitten. De jeugdarts overlegt met huis- en kinderarts en regelt een consult voor als het helemaal niet meer gaat. De jeugdverpleegkundige gaat direct de volgende dag langs, luistert en overlegt wat er verder aan ondersteuning nodig is. Ze stelt gerust en helpt met het organiseren van hulp uit het eigen netwerk van de ouders. Ze komt regelmatig langs de eerste maanden en is ook goed bereikbaar per telefoon. Na drie maanden is het huilen voorbij. De ouders zijn trots dat het gelukt is deze moeilijke periode samen door te komen. Het meisje groeit uit tot een lieve, gevoelige tiener.

Preventie

Het kan veel kanten uit die eerste 1.000 dagen. Daarom is het zo belangrijk om er vroeg bij te zijn. Dat heet preventie. Preventie vraagt veel inzet van veel verschillende mensen: familie, vrienden en professionals waaronder beleidsmakers. Preventie gericht op dat ene kind, maar natuurlijk ook voor een hele groep.

Annemiek van Woudenberg, Directeur De JeugdZaak, arts Maatschappij en Gezondheid en medeorganisator van het congres ‘Vroeg begonnen, veel gewonnen!’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *