Welke selectiecriteria zijn er voor navolgbare zorginnovaties?

Wat is een goede zorginnovatie die navolging verdient? 4 selectiecriteria voor navolgbare zorginnovaties die ik gebruikt heb voor mijn boeken en congressen.

Afgelopen weken voerde ik met collega’s gesprekken over de vraag: wat is een goede zorginnovatie die navolging verdient? Wij kwamen er niet goed uit. Neem het ziekenhuis Bernhoven in Uden dat naar voren kwam tijdens deze gesprekken. Wanneer en bij welke prestaties is hier sprake van een succes? Als de innovaties daar tot én afremming van de kostengroei leiden én zorgen voor betere kwaliteit en betere patiëntervaringen? Of wegen arbeidsvreugde en werkdruk van professionals ook mee bij de succesbepaling? En voor wie is Bernhoven dan een voorbeeld? Alleen voor andere streekziekenhuizen? En wie bepaalt of de zorginnovatie succesvol is? Zorgverzekeraars VGZ en CZ? Een onafhankelijk onderzoeksinstituut?

Geslaagde innovaties

De afgelopen veertien jaar publiceerde ik samen met anderen vier boeken met casestudies over zorginnovaties: Moderne patiëntenzorg in Nederland (2003), Het Zorgpadenboek (2011), Zorginnovatie volgens het cappuccinomodel (2014) en Integrated care: better and cheaper (2016). De co-auteurs en ik vonden de geselecteerde innovaties (per boek een stuk of twintig) goed genoeg om na te volgen. Geslaagde innovaties waren bijvoorbeeld de huisartsenpost in Nijmegen. Deze voorloper werd binnen enkele jaren in heel Nederland gekopieerd. Een ander geslaagde innovatie was de thuiszorg aan risico zwangeren. Daarop promoveerde Rits Ledema in 1996. Anno 2019 is deze navolgbare innovatie nog steeds niet bij alle ziekenhuizen ingevoerd.

Selectiecriteria

Voor genoemde boeken heb ik een grote hoeveelheid innovaties verzameld, die navolgbaar zijn, maar lang niet allemaal zijn verspreid. Wat waren onze selectiecriteria? Hieronder volgt een opsomming. Ik geef die als bijdrage aan het beleidsdebat over De Juiste Zorg op de Juiste plek. Dat gaat over de vraag: Hoe verspreidt Nederland haar lokaal geslaagde zorginnovaties naar andere delen van het land? De selectiecriteria waren:

1. De zorginnovatie is de projectfase voorbij, is al enkele jaren structureel ingebed en wordt betaald uit reguliere bekostiging. Een geselecteerd project heeft een tijdelijke organisatievorm, met een eigen projectleider, projectplan, financiering en begeleiding. Bij de afsluiting moet het project geëvalueerd zijn. Vervolgens dient het project voortgezet te worden als reguliere activiteit. Hierbij treden geen uitdoofeffecten op, bijvoorbeeld door het verdwijnen van de projectleiding of subsidie. Uiterlijk een jaar na afronding van het project moet de innovatie rijp zijn voor verspreiding.

2. De zorginnovatie is geëvalueerd door een (bij voorkeur externe) onderzoeksgroep niet horende tot het project. De innovatie moet op tenminste de drie aspecten van de Triple Aim geëvalueerd zijn: bijdragen aan gezondheid, kwaliteit van zorg en afremming van de kostengroei. Bij voorkeur is de innovatie uitgetest in meer dan één werksetting. Afhankelijk van de omvang van de innovatie vindt een kwalitatieve of kwantitatieve evaluatie plaats. De voorkeur gaat uit naar een combinatie van beide onderzoeksmethoden.

3. De zorginnovatie is theoretisch onderbouwd. Die onderbouwing geeft antwoord op de vraag: waarom werkt de innovatie? Een beschrijving van de innovatie dient als vertaling van de theoretische onderbouwing. Randvoorwaarden worden benoemd. Hieronder vallen ten minste de te maken zorginhoudelijke afspraken, de vereiste competenties en toegankelijkheid voor patiënten, de kwaliteitsborging, educatie van professionals en de benodigde e-health facilitering. Maar ook: de benodigde governance en leiding, faciliterende bekostiging, geleerde lessen en attendering op valkuilen tijdens eerdere implementaties. De randvoorwaarden zijn in algemene termen geformuleerd en kunnen op verschillende locaties een verschillende invulling krijgen.

4. Er bestaat een vereniging of ontmoetingsplatform van gebruikers van de zorginnovatie. Vaak is een zorginnovatie een momentopname: versie 1.0 is gereed in jaar X. De innovatie kan na verspreiding al snel verouderd zijn. Een vereniging van gebruikers biedt mogelijkheden om de innovatie gezamenlijk door te ontwikkelen. Dan kunnen versie 2.0 en latere versies in een lerende omgeving tot stand komen.

Transferpunten

Tot zover de selectiecriteria, gebruikt bij het selecteren van zorginnovaties. De eerste drie hebben wij steeds gebruikt bij de boeken. De laatste hebben wij toegepast door congressen te organiseren voor gebruikers van zorginnovaties. Een enkele keer kwam het tot een vereniging, zoals na het ontwerpen van de transferpunten van ziekenhuizen begin jaren negentig. In latere jaren ontstond een vereniging van transferverpleegkundigen die nog steeds bestaat.

Jouw mening?

Mijn vier kenmerken van navolgbare zorginnovaties vormen een bijdrage aan een professionele discussie. De vraag is nu of selectiecriteria voor een boek ook toepasbaar zijn in de praktijk voor het overnemen van elders ontwikkelde innovaties. Wat vind jij? Weet jij nog aanvullende criteria?

1 reactie

  1. Ter voorkoming dat het altijd maar meer en meer wordt, zou ik ook altijd als criterium hanteren: en wat kan er dan wegvallen (welke ingreep, welke werkwijze, welke interventie)?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *