Vrijdag 17 mei spreekt SPARK-grondlegger Ingrid Staal op het congres Vroeg Begonnen Veel Gewonnen. Zij is verpleegkundige, promoveerde op de SPARK, werkt bij de GGD Zeeland en woont in Zeeuws Vlaanderen. Zij draait vele projecten in Nederland en Vlaanderen. Die gaan over betere begeleiding tijdens de zwangerschap, de eerste duizend dagen en de kleutertijd tot zeg maar 60 maanden. Op het congres doet Staal verslag van haar levenswerk. De hele dag is zij beschikbaar om vragen van copngresdeelnemers te beantwoorden. Haar optreden is aanleiding tot onderstaande voorbeschouwing over SPARK.
Perspectief ouders en expertise professional samenbrengen
SPARK staat voor Signaleren van Problemen en Analyse van Risico bij opvoeden en ontwikkeling van Kinderen. Het is een gestructureerd vraaggesprek, waarin het perspectief en de ervaring van de ouder wordt gecombineerd met de expertise van de JGZ-professional. De SPARK brengt de zorgbehoefte van ouders in kaart. Dit leidt tot vroegsignalering van opvoed- en ontwikkelingsproblemen. Ouders en JGZ-professional maken samen met elkaar afspraken (gezamenlijke besluitvorming) over de daarbij passende vervolgacties. Verder komen de JGZ-professionals met de SPARK tot een onderbouwde inschatting voor (laag, verhoogd, of hoog) risico op opvoed- en ontwikkelingsproblemen.
Transitiemoment
De eerste SPARK (SPARK18), is ontwikkeld voor de transitie van zuigeling naar peuter (18 maanden). De SPARK18 bestaat uit 16 domeinen, variërend van fysieke gezondheid tot gezinszaken. Een transitiemoment is een belangrijk overgangsmoment in het leven van kinderen en ouders. Om als ouders de overgang naar de volgende fase te kunnen maken, is een goede afsluiting van de voorafgaande fase nodig. Daarna blik je vooruit naar de volgende fase van het kind.
Verschillende vraaggesprekken
De SPARK-methode wordt momenteel uitgewerkt tot een longitudinaal systeem op verschillende leeftijden, passend bij transitiemomenten. Op dit moment zijn de volgende structurele vraaggesprekken beschikbaar: preSPARK (te gebruiken tijdens het prenatale huisbezoek door de jeugdverpleegkundige), SPARK18 (te gebruiken tijdens het contactmoment bij een leeftijd van 18 maanden) en de SPARK60 (te gebruiken tijdens het PGO van 5 jaar). Via de SPARK kan op valide en betrouwbare wijze invulling gegeven worden aan de evaluatiemomenten van professionals.
Wetenschappelijk bewezen
De SPARK18 is uitgebreid onderzocht en gevalideerd. Diverse studies laten zien dat de SPARK18 valide, betrouwbaar en praktisch toepasbaar is. Het gebruik van de SPARK18 op het consultatiebureau resulteert in betere signalering van kinderen met een hoog- of verhoogd risico dan bij een ‘care-as-usual’ consult. Tijdens een huisbezoek worden meer kinderen met hoog risico gevonden,via de SPARK18. Bovendien gaven zowel ouders als jeugdverpleegkundigen tijdens een huisbezoek vaker zorgbehoeften aan. Daarnaast vinden ouders het huisbezoek prettiger dan een bezoek aan het consultatiebureau. Het bezoeken van het gezin in de thuissituatie levert meer en betere informatie op. Ouders en kinderen zijn in hun eigen omgeving beter op hun gemak. Daarnaast kan de interactie tussen kind en ouder(s) in de eigen omgeving geobserveerd worden en het totale gezin wordt vaker bereikt.
Voorspeller toekomstige opvoed- en opgroeiproblemen
Ook ouders van kinderen met laag risico lijken te profiteren van een huisbezoek. Zij bespreken meer en vragen vaker om informatie tijdens een huisbezoek, dan tijdens een bezoek aan het consultatiebureau. Door gebruik van de SPARK sluiten de vervolgacties beter aan op de behoefte van ouders en de mate van risico voor het kind. De overall risico-inschatting van de SPARK door de jeugdverpleegkundige blijkt daarnaast een sterke voorspeller voor toekomstige ernstige opvoed- en opgroeiproblemen. En ‘last but not least’ blijken de verschillen tussen JGZ-professionals door het werken met de SPARK verkleind. De SPARK is opgenomen in de JGZ richtlijn opvoedondersteuning, in de JGZ richtlijn vroegsignalering van psychosociale problemen en in de JGZ richtlijn kindermishandeling.
Veel waardering
In het Nederlands Tijdschrift Voor Evidence Based Practice is een review van het proefschrift geschreven. Munten (Tijdschrift Voor Evidence Based Practice, 2016; 5: 15-16) concludeert daarin dat ‘het proefschrift indrukwekkend is door het aantal verschillende grote studies waaruit het is opgebouwd en de zorgvuldige wijze waarop de SPARK in gezamenlijkheid met betrokkenen is ontwikkeld’. ‘Bovendien blijven door de in de SPARK opgenomen interactieve werkwijze ouders zelf in de regie. Een werkwijze die goed past bij onze participatiemaatschappij en de nieuwe definitie van positieve gezondheid van Machteld Huber’.
Innovatieprijs
De onderzoekers ontvingen voor dit onderzoek in 2008 de JGZ-innovatieprijs en waren met het artikel ‘Early detection of parenting and developmental problems in toddlers: a randomized trial of home visits versus well-baby clinic visits in the Netherlands. Preventive Medicine’ genomineerd voor de Anna Reynvaan Wetenschapsprijs in 2016.
Vier projecten
Er zijn in Nederland drie projecten gestart vanuit het idee om op transitiemomenten gevalideerd, breed te kijken en van daaruit de tussenliggende periode in dialoog met ouders in te richten. Binnenkort gaat een vierde project van start. De projecten worden gesubsidieerd door ZonMw. Het eerste project heeft als doel het testen van de validiteit en betrouwbaarheid van de SPARK methode tijdens een prenataal huisbezoek.
Draagkracht en draaglast ouders
Het tweede project richt zich op het bepalen van draagkracht en draaglast bij ouders van jonge kinderen via de SPARK. Het PGO5 wordt geherstructureerd door de SPARK op 60 maanden te gebruiken, in combinatie met het testen van de motoriek van het kind. Daarnaast is er een korte vragenlijst ontwikkeld, om te onderzoeken hoe ouders hun eigen draagkracht en draaglast behoordelen en in hoeverre de SPARK en de vervolgacties daaraan bijdragen.
E-consulten
Het derde project beoogt meer te weten komen over het zorgpad met e-consulten voor peuters met een laag risico op opvoed-en opgroeiproblemen. Voor brede toepassing moet eerst duidelijk zijn of het e-consult voldoende meerwaarde heeft ten opzichte van een fysiek consult. Voorwaarde hierbij is een even goede gezonde en veilige ontwikkeling voor het kind.
Kosteneffectiviteit
Het vierde traject dat deze zomer van start gaat betreft een kosteneffectiviteitstudie naar de SPARK. Er is nog geen kennis over langere termijn effecten en kosteneffectiviteit van de SPARK. Deze kennis is belangrijk voor organisaties en gemeenten om een weloverwogen besluit te kunnen nemen over het implementeren van de SPARK.
Vlaanderen
Naast deze Nederlandse vervolgprojecten is begin dit jaar een studie naar toepassing van de SPARK binnen het CLB (Centrum Leerlingbegeleiding) in Vlaanderen van start gegaan. Dit is een samenwerking tussen de VWVJ(Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg), KU Leuven (Katholieke Universiteit Leuven) en de ontwikkelaars van de SPARK. Hiervoor is een SPARK-36 (voor het eerste kleuterconsult binnen het CLB) ontwikkeld. Deze wordt nu getest binnen een cross-sectionele studie, waarbij de interventie (SPARK-36) wordt vergeleken met ‘care as usual’ (controle).
Vroeg begonnen, veel gewonnen!
Wil jij als professional beter communiceren met ouders tijdens de zwangerschap, de eerste duizend dagen en in de kleutertijd? Wil jij komen tot gezamenlijke besluitvorming bij het opvoeden en gezondheidsrisico’s voorkomen? Klik dan hier, lees het congresprogramma, schrijf je in en neem kennis van die sprankelende SPARK. De allerkleinsten zullen je over vele jaren dankbaar zijn.