Integrale bekostiging in de geboortezorg: de stand van zaken

Integrale bekostiging in de geboortezorg 1

Sinds 1 januari 2017 is integrale bekostiging van de geboortezorg mogelijk. Verloskundige praktijken, kraamzorgorganisaties, ziekenhuizen en MSB’s (gynaecologen) kunnen ervoor kiezen hun geboortezorg (netwerkzorg) gezamenlijk te contracteren (onder één contract per zorgverzekeraar), via een gezamenlijke organisatie. In circa zes regio’s in Nederland werkt men al op deze wijze.

De theorie

Het integrale tarief wordt vastgelegd in het contract tussen een integrale geboortezorg organisatie (IGO) en een zorgverzekeraar. Binnen de IGO worden afspraken gemaakt tussen individuele aanbieders over de inrichting , organisatie en financiering van de geboortezorg. De betrokken organisaties kunnen zelf besluiten hoe zij de gezamenlijke opbrengsten van de IGO inzetten. Kortom: ze kunnen met elkaar besluiten waar zij geld willen inzetten om de zorgkwaliteit te verbeteren.

integrale bekostiging geboortezorg
De praktijk

Bovenstaande theorie is eenvoudig. Hoe werkt dat in de praktijk? Op het Congres ‘Vroeg Begonnen, Veel Gewonnen’ van de Guus Schrijvers Academie vertelde ik over dit onderwerp. Mijn presentatie kun je hier bekijken. Het is heel belangrijk dat organisaties die een IGO willen vormen een gezamenlijke visie hebben. Integrale bekostiging is een middel, geen doel: wat wil je bereiken met deze stap? Hoe ziet de gezamenlijke geboortezorg in de regio eruit over een paar jaar? Daarnaast is het belangrijk dat er een overlegstructuur is, die gebaseerd is op gelijkwaardige besluitvorming en vertrouwen tussen de betrokken organisaties. Een cultuur waarbij de ene zorgverlener kan besluiten over de autonomie en/of financiën van de andere zorgverlener gaat niet werken.

Gemakkelijk overstappen

Overstappen naar een integraal contract is niet langer ingewikkeld. Er zijn al organisatiemodellen uitgewerkt en er is uitgezocht hoe de organisatievorm zich verhoudt tot bestaande wetgeving. Zorgverzekeraars hebben inmiddels een transparant beleid voor het contracteren van integrale geboortezorg en weten welke koers ze willen varen.

Zorgvuldige afstemming

De stap naar integrale bekostiging vraagt wel tijd, en zorgvuldige afstemming. Organisaties die de stap met elkaar willen maken zullen veel overleg moeten plegen over het organisatiemodel, de inhoud van het contract en de tarieven. Overigens zal niet elke netwerksamenwerking in de geboortezorg aan deze stap toe zijn. Er liggen ook veel kansen die zonder integrale bekostiging verzilverd kunnen worden.

Voordelen

De voordelen zijn legio. De netwerksamenwerking wordt steviger, professioneler en de betrokken organisaties en zorgverleners komen dichter bij elkaar te staan en dragen meer gezamenlijke verantwoordelijkheid. Door met elkaar inzicht te krijgen in de financiële stromen kun je beter met elkaar bedenken hoe je het geld gaat inzetten en wil gaan innoveren. Mits iedereen hiertoe bereid is natuurlijk. Verder hebben de IGO’s meteen een gezamenlijke hoeveelheid geld beschikbaar om te besteden aan belangrijke zaken. Iets wat veel netwerkorganisaties niet hebben.

Nadelen

Nadelen zijn er ook. Het integraal declareren vraagt momenteel meer tijd van de betrokken organisaties. Daarnaast zijn er meer overheadkosten, want voor het runnen van zo’n gezamenlijke organisatie is extra mankracht nodig. De ‘winst’, de meerwaarde komt pas later.

De toekomst

Het heeft tijd nodig! Er zullen oplossingen moeten komen voor de extra administratieve last die deze contractvorm met zich mee brengt. Met name de systemen van zorgverzekeraars en zorgaanbieders dienen aangepast te worden. De overheadkosten kunnen mogelijk dalen, zeker als het administratieve proces beter gaat verlopen. Maar helemaal zonder overhead kan je niet. Als integrale bekostiging kwaliteitsverhogend werkt, dan nemen we deze extra kosten wellicht wel voor lief. Of we ‘werken ze weg’. Dat kan als blijkt dat integrale bekostiging kwaliteitsverhogend en kostenverlagend werkt. Bijvoorbeeld doordat IGO’s zich meer richten op preventie, waardoor complexe/duurdere zorg voorkomen wordt.

Resultaten

De komende jaren zal duidelijk moeten worden of de IGO’s hun zorg kunnen innoveren en of integrale bekostiging daadwerkelijk een middel is dat kwaliteitsverhogend werkt. Ook dat heeft tijd nodig. Geboortezorg anders organiseren, financieren, inrichten, taken en geld verschuiven doe je niet van vandaag op morgen.

Verbreden naar jeugdgezondheidszorg?

IGO’s hebben de basis gelegd voor de innovatie van de geboortezorg, waarbij ze zelf kunnen besluiten over de inrichting van de zorg, inzet van mensen en middelen. Als we verder gaan met creatief denken, kunnen we de integrale bekostiging van de geboortezorg wellicht verbreden naar andere organisaties, bijvoorbeeld de Jeugdgezondheidszorg. Gedurende de preconceptie, prenatale- en postnatale fase kruisen de paden van verloskundigen, kraamverzorgenden, gynaecologen en wijkverpleegkundigen elkaar regelmatig. Denk maar aan intake, kwetsbare zwangeren, hielprik, gehoorscreening en dergelijke. Je zou (onderdelen van) de jeugdgezondheidszorg in een gezamenlijk tarief kunnen bundelen. Gezien vanuit de zwangere een hele logische manier om geboortezorg te financieren: alle zorgverleners die zij tegenkomt werken vanuit één (overkoepelende) organisatie en vanuit één gezamenlijke financiering. Zorg georganiseerd en bekostigd rondom de zwangere, over de grenzen van de organisaties heen dus.

Anneke Dantuma, Adjunct-directeur STBN en Manager Coöperatie Integrale Geboortezorg Salland

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *