Regionalisatie eerste lijn bedreigt gezondheidscentra

Via diverse kanalen stroomde tot 2016 geld voor samenwerking  naar de eerste lijn. Ik noem de GEZ gelden  en de bekostiging van de zorggroepen voor mensen met chronische aandoeningen. Landelijke koepels zoals Ineen en de Landelijke Huisartsen Vereniging willen voor die  geldstromen één kanaal maken. Met deze hoopvolle woorden begint mijn blog van drie jaar geleden. 

Velzel bepleit in 2016 een sterke eerste lijn

Hun achterbannen stemden in met die rekanalisering. Dat deden ook de zorgverzekeraars. Het doel is kwaliteitsverbetering, zodat de eerste lijn nog betere zorg kan leveren en kosten beheersen. Edwin Velzel legde in oktober 2016 de basis voor dit beleid met zijn goed doortimmerd rapport Een sterke eerste lijn voor betere zorg en beheersbare zorgkosten. Bezuinigingen zijn niet aan de orde. Later werd deze ingreep bekend onder de naam de regionalisatie van de eerste lijn. Want de zorgverzekeraars kozen voor vooral aansturing van de eerste lijn op het niveau van een regio van minimaal 100.000 inwoners.

Regionalisatie van de eerste lijn

In  gesprekken met diverse huisartsen kwam afgelopen weken naar voren dat deze regionalisatie niet meer gericht is op kwaliteitsverbetering van de eerste lijn. Er is thans sprake van een herverdelingsoperatie waarbij GEZ-geld van de gezondheidscentra omlaag gaat van bijvoorbeeld 22 euro naar 11 euro per in geschreven patiënt. In sommige regio’s in Nederland  verlagen zorgverzekeraars dit bedrag  zelfs naar 7 euro.  De besparing op deze GEZ-gelden wenden de zorgverzekeraars aan om andere samenwerkingsverbanden in de eerste lijn dan gezondheidscentra te ondersteunen. Op zich is met dit laatste  niets mis mee. Maar waarom andere gezondheidscentra daarvoor moeten inleveren, begrijp ik niet.

Waarom een herverdelingsoperatie?

Ik plaats vier kanttekeningen bij deze herverdelingsoperatie:

1. In  het reeds genoemde rapport van Velzel uit 2016 komt het woord herverdeling niet voor. Wel geeft het rapport aan dat de organisatiegraad van de eerste lijn niet leidt tot lagere kosten van de totale curatieve zorg. Velzel constateert dat op basis van niet gepubliceerde wetenschappelijke studies in  Almere, Gooi- en Vechtstreek, Venlo en Zoetermeer. Kunnen deze studies alsnog openbaar worden, nu ze kennelijk toch als onderbouwing van  de herverdeling gelden? Dan kan ik daaraan de uitgaven toevoegen van de zorgkantoren voor langdurige zorg in die vier gebieden. Want versterking van de eerste lijn vertaalt zich in 1. minder ziekenhuisopnamen en 2. Langer thuis blijven wonen en niet in verpleeghuizen of verzorgingshuizen.

Klopt de redenering wel?

2. Er is een inhoudelijke bezwaar tegen de studies in de vier gebieden dat Velzel ook noemt. De geringere doorverwijzing vanuit de eerste lijn naar medisch specialisten vertaalt zich nergens in Nederland en ook niet  in die vier gebieden in minder uitgaven van ziekenhuizen. Die groeien autonoom door vanwege onder meer  nieuwe technologie en duurdere medicatie. Je kunt thans het effect van de eerste lijn niet meten aan de totale omvang van de medisch specialistische zorg.

Lage SES-regio meer geld voor samenwerking?

3. Vooral complexe zorgvragen noodzaken tot geïntegreerde zorg. Denk aan mensen met   chronische aandoeningen, met psychische én lichamelijke  problemen, aan mensen met multi-morbiditeit. Complexe zorgvragen komen vooral voor bij personen met een lage Sociaal Economische Status of wel een lage SES-score.  Als er gekozen wordt voor een schaalbedrag per inwoner, op ongeveer het niveau van de gezondheidscentra in 2016,  waarom dan niet dit koppelen aan de gemiddelde SES-score in de regio? Dat is verkleining van sociaal-economische gezondheidsverschillen mogelijk.

Ook kijken naar HAP en ROS?

4. De regio’s die zorgverzekeraars nu kiezen voor de multidisciplinaire samenwerking van de eerstelijn stemmen niet overeen met die voor huisartsenposten (HAPs) en ROSsen. Ik vond het rapport Velzel zo boeiend omdat het aanknopingspunten bood voor integratie van deze twee laatste met de zorggroepen en de gezondheidscentra. Waar is de visie op de eerste lijn gebleven? Waarom nemen de zorgverzekeraars niet in de rekanalisering de kosten van de HAPs en de ROSsen mee?

Congres over continuïteit in de eerste lijn op 6 maart 2020

Op 6 maart 2020 organiseert de Guus Schrijvers Academie samen met Ineen en de Zorggroep Almere  een interprofessioneel congres over continuïteit in de eerste lijn en de mate waarin deze  wordt gestimuleerd dan wel afgeremd door financiële prikkels, bestuurlijke inrichting en interoperabiliteit van software  van zorgaanbieders.  Klik hier, lees de brochure, schrijf je in en doe nieuwe kennis(sen) op.    

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *