- van het SER-rapport, Zorg voor de toekomst, Over de toekomstbestendigheid van de zorg (juni 2020)
- door Robert Mouton, bestuursadviseur
De Sociaal Economische Raad, de SER, het belangrijkste adviesorgaan van de regering, bracht in juni een rapport uit met daarin een analyse, bespreking, conclusies en aanbevelingen voor de toekomst van de zorgsector.
Opzet
Het rapport bevat negen hoofdstukken: de inleiding (1), een hoofdstuk over de waarde van de zorg in de samenleving (2), een over de financiering (3), toekomstverwachtingen over financiering en zorgvraag (4), uitgavenbeheersing (5), preventie (6), organisatie en digitale transformatie (7), werken in de zorg (8) en de samenvatting en conclusies (9).
Een eerste indruk is dat dit rapport gericht is op kosten en baten in financiële zin. Het gaat echter veel breder en dieper dan dat: de grote thema’s in de zorg(aansturing) zijn voorzien van goed samengevatte recente inzichten en onderzoeksgegevens, goed geformuleerde aanbevelingen, overwegingen, deelconclusies en in het laatste hoofdstuk van eindconclusies. Het rapport (240 pagina’s) is goed leesbaar. De opzet is zodanig dat elk hoofdstuk ook goed apart te lezen is. Voor degenen die direct richtingen en aanbevelingen willen vinden: ze staan er wel degelijk in, maar niet altijd met grote letters. Alles overziend biedt het rapport een schat aan informatie en boodschappen, vanuit communicatie-oogpunt misschien zelfs wat veel.
Samenvatting
De samenvatting in het rapport (hoofdstuk 9) is summier: de waarde van zorg is onbetwist, het uitgavenbeleid heeft continu aandacht nodig en de prognoses zijn dat de uitgaven sterk groeien en de zorgvraag verdubbelt. Dat doet geen recht aan het rapport: een duidelijk statement in het rapport is dat de vraag naar zorg leidend moet zijn, dat prognoses voor de ontwikkeling van de zorguitgaven door het RIVM berekend zijn op 174 miljard in 2040, ofwel een stijging van 2,9% per jaar (hoofdstuk 4). Bovendien zijn er de komende decennia 700.000 extra medewerkers nodig (hoofdstuk 8). In 2022 zijn er al 80.000 tekort (hoofdstuk 4). Uitgavenbeheersing is daarom noodzaak (hoofdstuk 5) in zowel de cure, de care als in het gemeentelijk domein. Daarom zijn aanbevelingen geformuleerd, bijvoorbeeld: (a) stimuleer zinnige zorg en gepast gebruik onder één regime en betrek de bevolking daarbij; (b) zet meer regie op het verplaatsen van zorg en (c) richt je op regionale organisatie. Het hoofdstuk Preventie (6) geeft expliciet aan dat preventie loont in termen van gezondheidswinst, maar dat dit op het gebied van uitgaven onzeker is. Het hoofdstuk biedt verder een goed overzicht en beschouwing. De raad stelt dat preventie een lange termijn visie vergt en beveelt aan dat lokale gemeenschappen versterkt worden en integrale programma’s worden opgezet. Opvallend is dat gericht wordt op school, werk, wijk en digitalisering. Afsluitend is er een pleidooi voor structurele financiering van preventie, echter zonder een oplossingsrichting te geven. In het hoofdstuk organisatie en digitale transformatie (7) worden de vier belangrijkste trends genoemd en behandeld: (a) artificiële intelligentie en data (deep medicine), (b) telemonitoring, (c) augmented en virtual reality en (d) robotica. In dit hoofdstuk wordt ook “de juiste zorg op de juiste plek” uitvoerig besproken. Het hoofdstuk sluit af met een aantal belangrijke conclusies en overwegingen, onder andere: (i) regie is nodig om een gezamenlijke routekaart van partijen (rond digitalisering) te ontwikkelen en te hanteren, (ii) een stevig signaal voor het doorpakken van het EPD en zijn toepassingen, (iii) opschaling van best practices, (iv) regionale samenwerking (en meer). Het hoofdstuk (8) over werken in de zorg onderkent onder meer dat we een enorm kwantitatief probleem hebben, dat er meer ruimte voor de zorgprofessional moet komen en dat de informele en mantelzorg onder druk staat. De aanbevelingen zijn niet voorzien van berekeningen of scenario’s, zodat het stellen van doelen lastig is. Voorbeelden: (a) meer ruimte voor professionals en minder regeldruk in de sector, (b) professionals beter voorbereiden op ingrijpende veranderingen, (c) breng stabiliteit in financiering en beleid, (d) aandacht voor duurzame inzetbaarheid (d) beheers groei van het ZZP-schap, etc.
De Hoofdconclusies
In hoofdstuk 9 zijn de conclusies opgenomen gelet op het totale rapport. Deze zijn:
- Blijvend onderhoud op de uitgavenbeheersing en daarom blijven werken aan zinnige zorg.
- Integraal, samenhangend en ontkokerd preventiebeleid.
- Benutten van de kansen die de digitale transformatie biedt.
- Richt op een stabiele arbeidsmarkt met ruimte voor de zorgprofessional.
Daarnaast stelt de Raad dan iedereen behoefte heeft aan perspectief, aan duidelijkheid voor de lange termijn, dat de huidige organisatie van de zorg niet houdbaar is en dat er vragen zijn rond de governance (in de brede zin van het woord) van de zorg zijn.
Transitie
Dit alles overziend voorziet de Raad dat een transitie nodig is met breed draagvlak. Een belangrijke conclusie in de laatste regels van het rapport.
Hoe nu verder?
De regering, maar zeker ook de politieke partijen op weg naar een verkiezingsprogramma, kunnen dit SER-rapport gebruiken om een lange termijn visie te ontwikkelen en stappen voor een transitie uit te denken: de thema’s, de aanbevelingen en cijfers liegen er niet om. Tegelijk weten we dat het zoeken naar draagvlak voor (grondige) transities brede maatschappelijke discussie vergt. De vraag is natuurlijk hoeveel tijd in welke fase nodig is. Hoewel het rapport urgentiebesef ademt, is het in de reeks rapporten en voorstellen voor de toekomst van de zorg niet de enige. Dat er grote zorgen voor de toekomst zijn staat nu wel vast, hoe deze weg te nemen nog niet.
Waardering
In het kader van zorginnovatie en -transformatie is dit rapport te beschouwen als een belangrijk advies, niet alleen aan de regering maar aan het hele veld. Het zit zeer gedegen in elkaar, heeft vanwege de aard en positie van de Raad groot belang en kan de focus van en de urgentie achter het overheidsbeleid helpen concreet te maken. De timing is gelet op de verkiezingen goed. Het bevat geen “coronahoofdstuk”, maar dat kan ook niet gelet op het tijdstip van de adviesaanvraag. Als rapport geef ik het vier van de vijf sterren.
Congresagenda
9 oktober – Covid-19 brengt het ziekenhuis sneller naar het jaar 2030
3 december –Juiste Zorg op de Juiste Plek; voor, tijdens en na de covid-19 uitbraak
Op beide congressen komt de lange termijn van de zorg uitvoerig aan de orde. Klik op de genoemde links, lees de congresbrochure en schrijf je in.