Een commentaar van Léon Wever, voormalig directeur bij het ministerie van VWS
Elke regio een of twee calamiteitenziekenhuizen met een reservistenpool van uitgetreden zorgmedewerkers. Oud-chirurg Jan Sluimers ziet – met zestig artsen, wetenschappers en bestuurders – mogelijkheden voor kleinere ziekenhuizen, die nu alleen poliklinische behandelingen verrichten. Zo blijft er genoeg capaciteit voor de reguliere intramurale zorg als het aantal Covid-patiënten opnieuw flink stijgt. Zo voorkom je ook verdere sluiting van dit soort kleinere voorzieningen. Twee vliegen in een klap, zou je zeggen.
Het is een aanvulling op het plan van het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) om met het oog op een nieuwe golf Covid-patiënten de ic-capaciteit op te schalen. Dat plan is door de regering omarmd. De Regionale Overlegorganen Acute Zorgketen (ROAZ) werken het nu uit. Maar op dat plan kwam ook kritiek van de ziekenhuizen en de verpleegkundigen. Je kunt het aantal ic-bedden wel vergroten, maar verdringt dat toch niet de reguliere intramurale zorg? Is dat aanvaardbaar? En straks heb je wel meer ic-bedden en apparatuur, maar waar haal je de mensen vandaan die voor de patiënten moeten zorgen?
Geen garantie
Het is onwaarschijnlijk dat het plan van Sluimers c.s. het antwoord is op die kritiek. Waar je het beste extra ic-capaciteit kunt plaatsen – in grote of kleine ziekenhuizen – is moeilijk landelijk te bepalen. Dat kan je echt beter in Utrecht, Assen of Venlo bekijken.
Het idee om een pool van reservisten te maken klinkt sympathiek. Ze kunnen tijdelijk inspringen als de nood hoog is. Misschien blijven zo meer verpleegkundigen en artsen langer beschikbaar voor de zorg. Het is zeker de moeite waard om dit uit te werken. Dat kost tijd en dan loop je tegen de meer structurele arbeidsmarktvragen in de zorg aan. Het voorstel voor zo’n pool verandert echter niets aan de acute nood. De vraag is hoe we nú voldoende goed geschoolde mensen in de ziekenhuizen krijgen en houden.
Wat kan de overheid doen?
De minister van VWS heeft de ROAZ-en gevraagd om in elke regio de capaciteit uit te breiden. Hoe? Dat is aan de ziekenhuizen en zorgverzekeraars zelf. VWS zoekt met de betrokkenen naar een oplossing voor de kosten van de uitbreiding. Onderdeel daarvan zal zijn een beschikbaarheidsbijdrage voor de kosten die de ziekenhuizen maken voor de ongebruikte capaciteit.
Geen stok, wel een wortel?
Deze aanpak is gebaseerd op ieders bereidheid en goede wil. Maar wat als ziekenhuizen er onderling niet uitkomen? Of dat er ineens weer grote spoed nodig is? Welke rol pakken de zorgverzekeraars? Heeft VWS dan nog een stok achter de deur? Kan de overheid een ziekenhuisbestuur overrulen, zoals wel eens gebeurt bij een zorginhoudelijke of financiële calamiteit? Kan de overheid bepalen waar ‘coronazorg’ moet worden geconcentreerd? Die macht hebben de minister, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd of de Nederlandse Zorgautoriteit niet. Dat zou in de wet moeten staan, maar wetten als de Wet kwaliteit (…) zorginstellingen of de Wet bijzondere medische verrichtingen zijn niet voor dit soort situaties gemaakt. Ook de Wet publieke gezondheid en de aanstaande Corona-spoedwet geven de minister niet zulke bevoegdheden bij de bestrijding van infectieziekten.
Realistische aanpak
De nu gekozen aanpak is realistisch. Ga uit van de breed gevoelde urgentie om er samen in de regio uit te komen. Accepteer regionale verschillen. Creëer de financiële randvoorwaarden, ook op de arbeidsmarkt. Tot zover is het gemakkelijk. Als het moeilijk wordt: ga er als voorzitter van de ROAZ, zorgverzekeraar of ministerie op af, breng ‘ the whole system in the room’ en kom niet terug zonder een oplossing. Dat is veel moeilijker. Maar laten we wel wezen: Covid-19 laat zien dat de zorgsector echt anders kán werken. Misschien geven de innovaties in de organisatie van de zorg en het gebruik van ICT, die nu ineens wél lijken te kunnen, meer ruimte, dan het focussen op bestaande gebouwen en herintreders van Sluimers c.s. Zoals zo vaak in nieuwe, onbekende situaties: laten we al doende leren, het één doen en het ander niet laten.
Kijk ook op de congresagenda van de Guus Schrijvers Academie en schrijf je in om meer te weten te komen over actuele kwesties rond zorginnovatie en -verandering.