door Paul van der Velpen, adviseur publieke gezondheid
Het is best mogelijk om preventie in 2030 op het juiste moment op de juiste plek aan te bieden. Maar daar is wel meer politieke wil voor nodig dan de afgelopen jaren. Niet alleen om het budget voor preventie te verhogen (nu ongeveer 4% van het totale zorgbudget), maar vooral om de sturing te veranderen.
Collectieve preventie
Collectieve (universele) preventie is gericht op iedereen. Denk aan: suikertaks, verlaging van btw op groenten en fruit, handhaven van de suiker, vet en zoutgehalte in producten, verbieden van kindermarketing, drastisch verhogen van accijns op tabak, drastisch verlagen van aantal verkooppunten tabak. De maatregelen kunnen zo worden ingericht dat ze geld opbrengen, maar dat is niet het eerste doel. Als de mogelijke opbrengst wordt geïnvesteerd in het bevorderen van de gezondheid, kunnen ook de prijsverhogende maatregelen rekenen op draagvlak in de bevolking. Maar de politieke wil om de lobby vanuit het bedrijfsleven te weerstaan is lastig gebleken, zien we in de discussie rondom suikertaks en accijns op tabak.
Rijksvaccinatieprogramma
Het grootste deel van het Rijks vaccinatieprogramma bestaat uit vaccinaties voor kinderen, daarnaast kunnen zwangere vrouwen een vaccinatie krijgen tegen meningitis en kunnen risicogroepen jaarlijks een griepprik krijgen. Op onderdelen is er sprake van een hoog bereik, maar op andere onderdelen zou het bereik kunnen worden verhoogd de komende jaren.
Bestaande preventieprogramma’s van het Rijk.
Op dit moment is er een aantal kansrijke preventie programma’s door de Rijksoverheid gestart: o.a. kansrijke start (gericht op de 1e 1000 dagen),gezonde school, Stoptober. Ze worden door de VNG aanbevolen aan de 355 gemeenten om uit te voeren. Maar…ze zijn niet allemaal
1. duurzaam. Kansrijke start is een pilot die binnenkort afloopt
2. ambitieus genoeg. De lat mag bij de diverse programma’s wel wat hoger worden gelegd
3. goed met elkaar verbonden.
4. compleet genoeg.
En bovenal: het bereik van de programma’s is te laag om te voldoen aan de ambitie “preventie in 2030 op het juiste moment en op de juiste plek”.
Selectieve preventie
Selectieve preventie is gericht op burgers met een verhoogd risico. De bekendste zijn de acht bevolkingsonderzoeken zoals baarmoederhalskanker, borstkanker, darmkanker, hielprik en echo’s tijdens de zwangerschap. Over het algemeen is het bereik goed tot zeer hoog (hielprik).
Maar er zijn vormen van selectieve preventie die nu nog een zeer laag bereik hebben. In 2018 bracht de Gezondheidsraad een rapport uit waarin een aantal interventies worden aanbevolen die gericht zijn op het verbeteren van gehechtheids-relaties om ernstige negatieve jeugdervaringen (en hun gevolgen) te voorkomen. De interventies zouden gericht aangeboden moeten worden. Ondanks dat juist deze interventies waarschijnlijk kansrijk zijn in het terugdringen van de instroom bij jeugdzorg/specialistische jeugdhulp worden ze allemaal slechts in een deel van de 355 gemeenten aangeboden. De kans is groot dat gemeenten op dit punt in de verkeerde spiraal terecht zijn gekomen: geld bezuinigen op preventie om te besteden aan het budget jeugdzorg/specialistische jeugdhulp dat is ontploft.
Wil het Rijk selectieve preventie in 2030 op de juiste plek op het juiste moment aanbieden, dan kan dat alleen door de sturing op dit punt bij te stellen en er niet vanuit te gaan dat decentralisatie van preventie vanzelf leidt tot beperken van behandeling (jeugdzorg/specialistische jeugdhulp)
Individuele preventie
De eerdere genoemde interventies worden gefinancierd door de overheid (Rijk of gemeenten), maar individuele preventie komt voor rekening van de zorgverzekeraar. Strikt genomen is er geen sprake van preventie, want alleen mensen met een klacht, die aankloppen bij de huisarts komen voor b.v. een Gecombineerde Leefstijlinterventies in aanmerking. Dat die interventie niet bestaat uit medicatie maar uit leefstijlbegeleiding is op zich natuurlijk wel de moeite waard.
Om te zorgen dat het bereik van individuele preventie wordt verhoogd, en de juiste preventie op juist moment en plek terecht komt, is een fikse uitdaging, want in 2019 had 50,1 procent van de Nederlanders van 18 jaar en ouder matig of ernstig overgewicht
Taken verdelen, sturing versterken:
Wil het Rijk preventie in 2030 op de juiste plek en juiste moment aanbieden dan is een gerichte aanpak nodig. Doelen stellen t.a.v.de volksgezondheid (minder …..), en dan een preventie-pakket samen stellen (want er is niet één wondermiddel), en het preventie-budget verhogen. Maar bovenal strakke sturing organiseren. Alleen decentraliseren richting 355 gemeenten zoals afgelopen 40 jaar zal niet werken. Welke rol pakt VWS? Welke taken liggen er voor gemeenten en zorgverzekeraars? En die taakverdeling wettelijk vastleggen in de wet publieke gezondheid. Regie is dus nodig, VWS is aan zet.
Dit is een zeer actueel onderwerp. De jaartallen lijken ver weg, maar vergt een enorme shift in denken. Hetgeen gesteld in het artikel is allemaal nodig om het qua voorwaarden te realiseren. Er mist nog 1 element sat helaas te vaak usance is bij zorgvraagstukken: betrek zorg-ondernemend Nederland. Daarmee kan je de missende schakel aanzetten tot succes en kan je gestelde punten 1 t/m 4 veel sneller en effectief ondersteunen om tot volle wasdom te komen.
En de bedrijfsgezondheidszorg! Daar is zijn de preventietaken de afgeloprn twintig jaar door veranderde regelgeving, en halfbakken reparatie vier jaar geleden alleen maar verslechterd, meer dan gehalveerd! Dus ook ministerie SZW mag aan de bak om niet alleen verzuim te beperken, maar vooral om werknemers gezond te houden.
Goed punt. Welke maatregelen zou SZW moeten nemen tav preventie? Wettelijk bepalen dat een bedrijf in contract met arbodienst bepaalde zaken opneemt? Of ….
Dick, meestal vind ik het een belangrijk punt om zorginstellingen te betrekken. Maar hier twijfel is. In het huidige stelsel zitten wat perverse prikkels, en daardoor hebben nogal wat zorginstellingen geen belang bij preventie. Hoe zie jij dat?