Preventieakkoord: hoop doet leven

De rapportage over één jaar Nationaal Preventieakkoord van het RIVM is hoopgevend – de partijen zijn nog aan boord en het schip vaart. Anja Koornstra, strategisch adviseur bij de GGD GHOR – Nederland constateert dat nog weinig wordt samengewerkt en er homeopathisch wordt toegediend: in zulke kleine aantallen dat je erin moet geloven om effecten te zien. De noodzaak voor een gezonde bevolking blijkt nu meer dan ooit, maar die urgentie blijkt nog niet uit de rapportage. Er is meer nodig om de doelen te behalen: meer samenhang en een betere financiering.

Metingen hoopgevend maar niet genoeg

Deze zomer bracht het RIVM de eerste voortgangsrapportage van het Nationaal Preventieakkoord (NPA) uit, over de uitvoering in het eerste jaar. Het mooie van het NPA is dat de doelen en afspraken best wel concreet en dus meetbaar zijn. Die metingen zijn hoopgevend: alle meer dan 70 partijen doen mee en zo’n tweederde van de afspraken is in uitvoering. Een klein deel, minder dan 10% van de afspraken, was eind 2019 nog niet gestart. Geen vuiltje aan de lucht, lijkt. Maar we weten al vanaf het begin dat de afspraken niet voldoende zijn om de zeer ambitieuze doelen te behalen van het akkoord, dus is er wel iets aan de hand. We gaan op deze manier niet bereiken dat we in 2040 nog maar 5% rokers boven de 18 hebben in plaats van de ruim 22% in 2018, dat van de jongeren onder de 18 nog maar een kwart alcohol drinkt in plaats van de helft en dat we het aantal diabetes­patiënten van 1,2 miljoen terugdringen tot minder dan 700.000. Om maar een paar doelen te noemen.

De weerbarstige werkelijkheid

De trend is omgekeerd: er komen wekelijks 1200 mensen met diabetes erbij, het aantal binge-drinkende jongeren stijgt en  van de lageropgeleide jong-volwassenen rookt 55% – om maar wat cijfers te noemen. Dit gedrag schaadt de eigen gezondheid. De gevolgen zijn ook groot: pakweg 30% van de ziektelast en ook ziekteverzuim hangt samen met de factoren alcohol, overgewicht en roken. Dat betekent dat opleiders in met name het MBO, waar de studenten vaak opgeleid worden voor een praktisch vak, zich zorgen maken of hun studenten nog wel de ladder op kunnen om te schilderen of het kappersvak kunnen uitoefenen. Dat betekent ook dat lageropgeleiden jaren eerder zullen blijven overlijden dan hogeropgeleiden, die wel in meerderheid niet meer roken. En dat 1 op 3 mensen in de zorg nodig is voor deze leefstijl-gerelateerde gezondheidsschade. We zien nu bij corona dat de zorg snel overbelast is – maar dat was eigenlijk al langer gaande, sluipenderwijs door de trage verspreiding van wat vroeger bijna liefkozend welvaartsziekten werden genoemd, maar inmiddels beter armoedeziekten genoemd kunnen worden.

Samenhang niet in beeld

Want het is geen individueel probleem: dit ongezonde gedrag wordt veroorzaakt door de omgeving, de omstandigheden, zowel fysiek als sociaal. En daar gaat het Nationaal Preventieakkoord over: we hebben nu bijvoorbeeld afspraken om het huidige aantal van 21.000 (!) verkooppunten van tabak terug te dringen, om meer stoppen-met-roken ondersteuning te bieden en te zorgen voor rookvrije omgevingen. Zo wordt én de sociale omgeving, én de zorg én het ongezonde aanbod beïnvloed.

Het RIVM heeft alle afspraken goed op een rij gezet en gemeten om over de voortgang te rapporteren. Maar wat ontbreekt in de rapportage is inzicht in de samenhang: deze afspraken zijn effectief doordat ze bij elkaar optellen. En anders voelt een rookvrije omgeving meer als rokertje-pesten van het individu die in elke winkel verleid wordt om toch weer bij te tanken.

Hoop op nieuw kabinetsbeleid

Voor een integrale aanpak is ook meer nodig dan dit Preventieakkoord, we moeten harder aan het werk om de doelen te bereiken. De hoop is dat het komende kabinet stevig in zal zetten op preventie, met oog voor die samenhang. En met steun voor gemeenten, want zij voelen de lasten: hoe moeten de inkomsten uit alcohol en ongezonde producten bij sportclubs gecompenseerd worden? Wie steunt de speelvereniging om rookvrij te blijven? Gemeenten hebben het financieel moeilijk, dat was al zo voordat corona zich verspreidde, en nu is het financieel nog zwaarder. Daarom is er naast zicht op de samenhang in de afspraken ook zicht op de kosten nodig en de financiering ervan – niet alleen de directe projectkosten maar ook de vervolgkosten.

Financiering is cruciaal

De financiering van preventie gaat immers om meer dan de kosten van een cursus of een bordje “Rookvrij”. Het gaat om een langdurige en integrale aanpak en een flinke investering. Met als oogmerk om uiteindelijk onze jaarlijkse bijdrage van bijna 6000 per persoon aan de zorg om te buigen zodat we deze kunnen besteden aan andere zaken: goed onderwijs, gezonde werkplekken, duurzame samenleving.  Daarvoor moet de financiering in de zorg (en daarbuiten) ombuigen naar gezondheid, omgeving en gedrag.

Kijk op de congresagenda van de Guus Schrijvers Academie: op 26 november 2020 vindt het Congres Financiering van Preventie plaats. Vooraanstaande sprekers delen dan actuele inzichten over dit onderwerp. Alle congressen van de Guus Schrijvers Academie zijn ook online te volgen!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *