Door Dianne Jaspers, huisarts.
Kenmerken van de besproken publicaties
Meurs, M., Keuper, J., Sankatsing, V., Batenburg, R., Tuyl, L. van. De rol van e-health in de organisatie van zorg op afstand in coronatijd. Perspectieven van huisartsen, consumenten en patiënten. Utrecht: Nivel, 2020, 66 pagina’s.
Keuper, J.J., Vis, E., Batenburg, R., Tuyl, L. van. Vrijwel alle huisartsenpraktijken zetten e-health in tijdens de coronapandemie. Organisatie van zorg op afstand in coronatijd. Utrecht: Nivel, 2020, 5 pagina’s.
Beide documenten zijn te vinden door hier te klikken. Het tweede stuk is een populaire versie van het eerste.
Onderzoeksdoel en gebruikte methoden
Dit onderzoek geeft inzicht in het gebruik van – en de ervaringen met – e-health-toepassingen in de huisartsenzorg gedurende de coronacrisis (april t/m september 2020). Met name het perspectief van de huisartsenpraktijk is van dichtbij bestudeerd. Zowel een herhaalde kwantitatieve meting van het gebruik van e-health is uitgevoerd in april en juli/augustus van dit jaar, als kwalitatieve interviews met huisartsen. Daarnaast zijn met behulp van een peiling in het Nivel Consumenten panel en het Nationaal panel chronisch zieken het gebruik en de ervaringen van patiënten met e-health in met name de huisartsenzorg in kaart gebracht.
Resultaten
Nivel heeft in haar onderzoek punten naar boven gehaald om E-health in de huisartsenpraktijken te verbeteren. Er is gekeken naar het gebruik en implementatie van digitale zorg in de Coronatijd. Juist deze tijd is gebleken dat het noodzakelijk is om te experimenteren met andere manieren van zorgverlening. Waar andere bedrijfstakken al veel eerder een digitale ontwikkeling hebben ingezet zoals banken en verzekeraars, stond dit in de zorg nog maar in de kinderschoenen. Nu beginnen deze kinderschoenen wat te knellen en is het tijd om een iets grotere schoen aan te trekken in de huisartsenzorg.
Verbeterpunten uit onderzoek Nivel:
Het artikel geeft de vier punten weer waarom er meer nodig is om E-health te bestendigen in de zorg. De punten waarop in moet worden ingezet, zijn:
- Efficiëntere inbedding informatiesystemen, geen dubbele administratie en goed overzicht van de medische voorgeschiedenis.
- Gebruiksvriendelijkheid en digitale vaardigheid van zorgverlener en patiënt: hoe makkelijker te begrijpen hoe groter je doelgroep is. Laag geletterdheid blijft een groot probleem voor digitale zorg.
- Technische en financiële ondersteuning: de technische kant is niet de expertise van de zorgverlener en extra financiële ruimte is noodzakelijk om e-health goed neer te kunnen zetten.
- Draagvlak te creëren bij patienten; dit groeit maar langzaam en dit kan worden vergroot.
De verwachting is dat er dan meer E-health kan worden ingezet in de huisartsenpraktijken. Ik deel deze mening maar ik denk als we de vier NIVEL-punten hebben opgelost, we er nog niet zijn.
Mijn vijfde punt: veranderingsbereidheid en veranderingsgedrag van zorgverleners.
Er zijn nu al diverse goede E-health initiatieven in het land waarbij de genoemde vier pijlers al wel goed geregeld zijn maar het nog steeds niet goed lukt om op te schalen. Dus blijkbaar zijn er andere barrières die een rol spelen en ik verwacht dat dat in de huisartsenzorg niet anders zal zijn dan in andere zorginstellingen. Meestal zit dit op het niveau van de individuele zorgverleners.
De veranderingsbereidheid en het veranderingsgedrag van de zorgverlener spelen een belangrijke rol. De autonomie van de huisarts is groot, als hij/zij niet de wil of urgentie voelt om te veranderen of te stimuleren dan zal deze ontwikkeling ook niet zo snel plaatsvinden.
De inzet op de veranderingsbereidheid en het gedrag van de zorgverlener kan ook belangrijk zijn voor goede resultaten op al de eerder genoemde barrières. Je hebt zorgverleners nodig die actief in dit proces mee gaan denken om E-health te stimuleren: voor zowel de gebruiksvriendelijkheid, inbedding in informatiesystemen en om het draagvlak van de patienten. Daar zal niet iedere zorgverlener voor te porren zijn en dat is ook niet noodzakelijk. Wel kan in de dagelijkse praktijk iedere zorgverlener helpen om de patienten over de streep trekken de zorgvraag digitaal af te handelen. Een goede arts-patiënt relatie en een positieve ervaring met digitale zorg is hierbij helpend en geeft vertrouwen. Dus de individuele zorgverlener kan heel goed bijdragen aan een verhogen van het patiëntendraagvlak maar moet hij zelf ook open staan voor deze wijze van behandelen.
Gemiddeld heeft de patiënt maar weinig contactmomenten per jaar met een zorgverlener maar een zorgverlener heeft zeer veel patienten contacten per jaar. Dus het risico zit er in dat als je dit af laat hangen van het draagvlak van de patiënt het nog erg lang duren. Daarentegen geldt hoe meer veranderingsbereidheid bij zorgverleners je hebt hoe sneller de E-health ontwikkeling zal gaan.
Voor doorvoering van deze verbeterplannen kunnen de huisartsenzorggroepen, huisartsenpraktijken of koepelorganisaties een grote rol in spelen. Daarnaast kunnen ze ook door de veranderbereidheid van zorgverleners in kaart te brengen. Hiermee kun je de kans op doorontwikkeling beter voorspellen en zelfs verhogen voor E-health implementatie in de huisartspraktijk. Laten we proberen die knellende kinderschoenen in te ruilen voor comfortabele, goed passende wandelschoen die ons allemaal past. Gemaakt van de juiste materialen, met een goede pasvorm, met de juiste zool ter ondersteuning en met makkelijke veters om te strikken. Wandelend op weg naar een toekomstbestendige zorg.
Eindoordeel
Kortom, deze zeer inspirerende studie heeft mij aan het denken gezet. Vandaar mijn vijfde punt. De auteurs tonen hun vier verbeterpunten overtuigend aan. Op een schaal van vijf sterren geef ik hen vier sterren. Een plusje krijgen ze vanwege hun populaire versie van vijf pagina’s. Huisartsen met weinig tijd kunnen hiermee volstaan. Wie precies wil weten waar de wandelschoen toch nog knelt, kan terecht in het langere stuk.