Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Epidemieën van kwaad tot erger, al 125 jaar

Impressie van het lustrumwebinar op 22 april 2021 ( PHNed 25 jaar en NCOG 125 jaar)

door Ernst Roscam Abbing, em. hoogleraar public health (Radboud).

Inleiding

Drie inleiders spraken 22 april over de coronapandemie ten overstaan van 43 deelnemers. Henk Garretsen, emeritus en oud-voorzitter Tranzo te Tilburg, sprak over de het complex van vaak botsende belangen bij de bestrijding van de epidemie. Jan van Wijngaarden, voormalig hoofdinspecteur publieke gezondheid, putte uit een rijke ervaring met het reageren op allerlei soorten gezondheidsbedreigende calamiteiten. Derek de Beurs, hoofd epidemiologie Trimbosinstituut, liet resultaten zien van onderzoek naar geestelijke gezondheid tijdens de pandemie met zeker niet alleen verslechteringen.

Niet vermengen maar verbinden

Garretsen toonde hoe altijd al botsende belangen in coronatijd versterkt naar voren komen. Bijna iedereen heeft een opinie over wat er moet gebeuren. Wetenschap wordt soms weggezet als maar een opinie. Maar die wetenschap vertoont ook strijd tussen haar geledingen. Virologen en epidemiologen enerzijds en economen anderzijds kijken heel verschillend naar de pandemische werkelijkheid. De stelling van Garrretsen: niet vermengen, maar verbinden. Ieder bewust van eigen expertise en beperkingen laten communiceren met de ander zonder te willen forceren. Politieke druk op OMT-wetenschappers leidde bijna tot hun afhaken. De kans op electoraal gewin verleidt sommige politici tot dwaasheden. Bij het bonte palet van partijen en actoren met botsende belangen lijken tijdens het voortduren van de epidemie de tegenstellingen scherper en de verwijten venijniger te worden. Critici van het beleid voelen zich gecensureerd.

Feitelijke risico’s en menselijke paraatheid

Van Wijngaarden toont overtuigend aan hoezeer epidemische en andere gezondheidsbedreigingen elke keer weer een verrassing zijn, ook al zijn die in algemene zin al lang aangekondigd. Hij laat zien hoe we soms door het oog van de naald kropen. Hij merkt op dat de opkomst van een micro-organisme dat zowel zeer besmettelijk als dodelijk is niet valt uit te sluiten. Aan de hand van vele voorbeelden maakt hij duidelijk dat passende voorbereidingen lastig zijn en snel verouderen.  Blijvend voldoende capaciteit aan mensen in stelling houden, terwijl ernstige bedreigingen maar zo nu en dan oppoppen, is extreem kostbaar en nauwelijks vol te houden. Eveneens is het aanhouden van grote noodvoorraden problematisch. Veel veroudert of bederft. Verder leert de geschiedenis dat niets zo snel verdwijnt als het gevoel van urgentie. Over minder dan tien jaar is men niet alleen weer geheel overgegaan op de orde van de dag, maar vindt men voorbereidingen op eventualiteiten maar gezeur.

Pandemie en geestelijke gezondheid

De Beurs laat uit een opmerkelijk groot arsenaal van onderzoek uitgevoerd tijdens de pandemie zien hoeveel veerkracht de Nederlandse bevolking bezit.  Weliswaar waarschuwt hij dat de impact van de coronapandemie op de geestelijke volksgezondheid nog lang niet duidelijk is, maar uit de voorlopige resultaten komt een beeld naar voren zonder opvallende verslechteringen. Het is beslist niet alleen kommer en kwel. Wel moet men goed letten op verschillende groepen. Jongeren vertonen heftiger reacties dan ouderen. Denk ook aan groepen zoals studenten, Covid-overlevenden en psychiatrische patiënten. Bij het begin van de epidemie verwachtten deskundigen een toename van suïcides. Deze bleef uit. Om mentaal gezond te blijven zouden de volgende adviezen gelden: probeer een dagritme aan te houden, let op je fysieke gezondheid, maak je niet druk over wat je niet kunt beïnvloeden, praat over je zorgen en frustraties, houd contact met anderen en let op elkaar.

Discussie: onbegrip en complexiteit

Indachtig de laatste aanbevelingen startte men de discussie. Hier volgen enkele krenten uit de pap. Bij wijze van voorbeeld van lokale initiatieven: In Den Haag zijn er plaatselijke groepen gevormd, niet zo zeer in de strijd tegen de virusverspreiding, maar voor onderlinge steun in een moeilijke tijd. In het kader van de aanbeveling frustraties te uiten: men voelde zich als andersdenkend dan OMT en Kabinet gecensureerd. Op LinkedIn geplaatste teksten werden gewist. Het verhogen van de weerstand door aan een betere conditie te werken wordt niet serieus genomen. Men negeert het verwijt dat mensen angst wordt aangepraat. Voorts vond men de epidemiologische becijferingen van het RIVM onnavolgbaar. De discussieleider, ondergetekende, even zijn beperkte rol vergetend, uitte zijn bewondering, evenals Van wijngaarden, voor de rekenmeesters van het RIVM. De modellen zijn uiterst complex. Zij moeten zeer veel dynamische grootheden te gelijker tijd verwerken: mate van menselijk contact, mutanten, reisbewegingen, migratie, doorgemaakte infecties, vaccinaties, etc. Dat lukt wonderwel. Als gewone epidemiologen, zoals ondergetekende, maar ook econometristen, dat denken beter te kunnen en weten, is dat pure zelfoverschatting, al was het maar, omdat men niet over de noodzakelijke en steeds veranderende data beschikt.