Visie op orthopedie in tijden van zeven plagen
door Patricia Jaeger, directeur/bestuurder Reiner Haga Orthopedisch Centrum te Zoetermeer.
We leven inmiddels zeventien maanden na 3 juli 2020, de dag dat hét Reinier Haga Orthopedisch Centrum zijn deuren opende. Midden in de eerste golf van de Covid pandemie. Drie ziekenhuizen concentreerden hun orthopedische zorg in één nieuwe kliniek. Het Reinier Haga Orthopedisch Centrum: hét antwoord op schijnbare tegenstellingen:
- de exponentiele toename van orthopedische-vragen (vergrijzende samenleving) versus zorgverzekeraars die met hand op knip het orthopedische budget omlaag trachten te duwen ter voorkoming van “onzin zorg”.
- de patiëntgerichte service geboden in Zelfstandige Behandel Centra (ZBC’s) versus de kwaliteitgerichtheid van ziekenhuizen.
- de maatschappelijke opdracht van ziekenhuizen versus de realiteit van jaarcijfers en bankenratio’s.
Er zijn met recht hoge verwachtingen van dit centrum. Het ontstaan van het centrum is echter niet zonder slag en stoot gegaan. De start van het centrum leest bijna als een magisch-realistische roman van Gabriel Garcia Marquez. Directeur Patricia Jaeger doet verslag.
De basis voor innovatie en incrementele verbetering
In het orthopedisch centrum worden electieve orthopedische ingrepen uitgevoerd. Hoeveel, hoe en door wie staat vermeld in deze tabel:
Cijfers eerste twaalf maanden van het Reinier Haga Orthopedisch Centrum | Aantal |
medewerkers in FTE | 142 |
werkzame orthopeden in FTE | 20 |
Aios | 17 |
OK’s | 5 |
Klinische bedden | 44 |
Operaties | 2947 |
Polikliniekgezoeken | 52000 |
Door het samensmelten van drie vakgroepen is in het centrum een van de grootste orthopedische groepen in Nederland ontstaan. Dat geeft mogelijkheden voor verregaande subspecialisaties; intensieve samenwerking in zes subspecialty units: hand/pols, heup, knie, schouder, voet/enkel en kinderorthopedie.
Voor en door het orthopedisch centrum is een gebouw uit de grond gestampt wat volledig geënt is op de orthopedische praktijk: OK’s met een omvang van 47m2, brede gangen in de kliniek zodat daar gerevalideerd kan worden en polikliniek met eilanden waarop röntgenbeelden besproken kunnen worden, etcetera. Hieronder staat een foto van het centrum.

Het naastgelegen LangeLand ziekenhuis (LLZ) biedt het orthopedisch centrum de back up van een regulier ziekenhuis. Voor orthopedische patiënten met meer co-morbiditeit of een complexere zorgvraag zijn Intensive Care voorzieningen en collega specialismen van het LLZ beschikbaar.
Het orthopedisch centrum is gebouwd om het primaire proces heen. Activiteiten die niet tot het zorgproces horen (HRM, Zorgadministratie, etc) zijn uitbesteed aan het LLZ. Het orthopedisch centrum concentreert zich op de optimalisatie van zorg. ISO en LEAN zijn geïntegreerd in de organisatie. Een grote onderzoeksgroep met relaties met de UMC’s in Rotterdam en Leiden fungeert als de motor van procesoptimalisatie en innovatie. Deze bundeling van middelen en vaardigheden dragen bij aan de incrementele verbetering van zorg die het Orthopedisch Centrum nastreeft; ofwel gevisualiseerd naar de roots of competitiveness van Prahalad :

Best of both worlds
De concurrentie binnen de orthopedie is groot. Sterke (inter)nationale orthopedische merken hebben zich gevestigd in Nederland. Ziekenhuizen hebben niet meer het “alleenrecht” op de orthopedie. De ZBC’s zijn de nieuwe intreders en concurreren waar het hoog volume laag complexe zorg betreft. Door zich toe te leggen op operationele efficiëntie (lage kosten, hoge klantbeleving) zijn ZBC’s voor zorgverzekeraars en patiënten een aantrekkelijke partij. Het meest lucratieve segment orthopedie wordt afgeroomd uit de reguliere ziekenhuizen en verplaatst zich naar de ZBC’s.
Het orthopedisch centrum is geen ZBC. De waarde propositie van het orthopedisch centrum is een andere. De hoog volume laag complexe zorg heeft het orthopedisch centrum nodig als economic engine. Hier gaat zij de concurrentie aan met de ZBC’s op operationele efficiëntie. Daarnaast en daarenboven behandelt het orthopedisch centrum ook de patiëntenpopulatie met meer co-morbiditeit of een complexere zorgvraag. De (exceptionele) omvang van de vakgroep orthopeden biedt immers de mogelijkheid tot vakinhoudelijk excelleren. Professioneel excelleren en operationele efficiëntie ontmoeten elkaar in het orthopedisch centrum. De patiënt krijgt best of both worlds.
Zeven plagen
Maar hoe kom je tot deze profijtelijke propositie? Wat ontmoet je gaande weegs?
Een opsomming van zeven plagen die wij al bouwend ontmoet hebben:
1. Orthopeden stappen over naar de concurrent
Medio 2016 is door de RHG groep besloten de realisatie van een orthopedisch centrum handen en voeten te geven. Gelijktijdig is bestuurlijk op economische gronden besloten om van prothese-leverancier te veranderen. Dit deed acht orthopeden uit één vakgroep besluiten om uit te stappen. Vijf van deze orthopeden gingen bij de concurrerende ZBC werken en namen “hun” patiënten mee.
2. Ongekende prijsstijgingen in de bouw
Bij besluitvorming om over te gaan tot het bouwen van het centrum (2016) was een bouwbudget vastgeklonken. De landelijk ongekende prijsstijgingen in de bouw in de periode tussen besluit en aanbesteding bedroegen 16,14%. Deze enorme stijging van bouwkosten noodzaakten tot forse aanpassingen in de bouwambities en een kritisch aanbestedingsprocedure.
3. Defusie perikelen
In 2019 was er binnen de RHG-groep geen vertrouwen meer in de voorgenomen fusie tussen de drie ziekenhuizen. Partijen raakten in een explosieve defusie. Daar waar het orthopedisch centrum bedoeld was als paradepaardje van de samenwerking, werd het orthopedisch centrum het slagveld van het gestolde wantrouwen en animositeit. De individuele belangen van de aandeelhouders kwamen boven dat van de groep te staan en al helemaal boven dat van het orthopedisch centrum.
4. Lockdown
In januari 2020, twee maanden voor oplevering van het gebouw, brak de Covid-19 pandemie uit. De economie kwam vrijwel stil te liggen. Het aantal (vracht)vluchten werd drastisch gereduceerd. Met de laatste vlucht uit China arriveerden de ok-pendels net op tijd op Schiphol. Met kunst en vliegwerk werd de inventaris tijdig het orthopedisch centrum ingeloodst. De 200 medewerkers van het orthopedisch centrum werden vooral “virtueel” aangetrokken en ingewerkt.
5. Faillissement Aannemer
Het Bredase aannemersbedrijf was naast het orthopedisch centrum ook de aannemer bij tal van spraakmakende projecten, zoals Forum in Rotterdam. Het lijkt erop dat stijgende bouwkosten, de stikstofdiscussie en de coronacrisis het bedrijf de das hebben omgedaan. In april 2020, een week voor de bouwkundige oplevering van het orthopedisch centrum, is de aannemer van het project failliet verklaard.
6. Vertrek bestuurders
Door arbeidsongeschiktheid, pensionering, samenloop van omstandigheden, etc. zijn in drie jaar tijd 11 RHG bestuurders (ergo de sponsors en aandeelhouders van het orthopedisch centrum) bij het project betrokken en vertrokken.
7. Covidzorg
Door Covid pandemie heeft het orthopedisch centrum vanaf opening tot maart 2021 niet de bedrijfsvoering kunnen uitvoeren als voorzien. Spoed- en Covidzorg kreeg landelijk voorrang vóór electieve zorg. Anesthesisten en arts-assistenten die in het centrum waren ingeroosterd moesten in de ziekenhuizen werken. De orthopedie verpleegkundigen gingen in het LangeLand Ziekenhuis werken. Traumata (o.a. collumfracturen) die volgens plan NIET in het orthopedisch centrum opgevangen zouden worden, zijn in de Covid-periode wel in het orthopedisch centrum behandeld. Zo kon de druk in de ziekenhuizen verlaagd worden, maar binnen het centrum kon maar mondjesmaat gewerkt worden aan haar core-business: electieve orthopedie.
Apotheose
Er bestaan met recht hoge verwachtingen van het orthopedisch centrum. Het centrum is ontstaan uit een droom van bestuurlijke samenwerking en gerealiseerd binnen de nachtmerrie van een juridische en financiële defusie in tijden van een pandemie.
Maar van schuren komt glans. Binnen het bizarre pandemische jaar is het centrum inderdaad een groot succes gebleken. Hoe hard de strijd ook is geweest, de vakgroep orthopedie bleef geloven in de visie: concentreren van zorg om professioneel te kunnen excelleren en operationele efficiëntie te maximaliseren. In gezamenlijkheid is vanaf de eerste dag opgetrokken. Het neerzetten van een orthopedische toptent bond de vakgroepen. De loyaliteit naar het eigen “moederhuis” was groot, maar het geloof in het concept- orthopedisch centrum groter.
Ondanks de arbeidsmarktkrapte was het concept van het orthopedisch centrum dermate aanlokkelijk dat 200 medewerkers verleid werden om een dienstverband in het orthopedisch centrum aan te gaan. Men gelooft in de visie. Het orthopedisch centrum heeft geen last van arbeidsmarktkrapte. Ook niet op OK…
De bestuurders en Raad van Toezicht van het Orthopedisch Centrum bleven geloven of gingen geloven in het maatschappelijk belang van geconcentreerde zorg. Het geloof in de potentie om te komen tot kwalitatief betere zorg heeft de bestuurders doen besluiten de handen ineen te houden voor het orthopedisch centrum.
Lessons learned
Het orthopedisch centrum is ontsproten uit een innovatieve visie op zorg. Het is die visie die partijen keer op keer verbonden heeft in de kracht om het orthopedisch centrum te realiseren. Het hebben van een éénduidige en gedragen visie is essentieel geweest voor het slagen van het orthopedisch centrum.
In zijn prille bestaan heeft het orthopedisch centrum net als de hoofdpersonen uit de roman van Gabriel Garcia Marquez Liefde in tijden van Cholera alle grote levensthema’s doorstaan liefde, dood, noodlot en begeerte. Ze zijn samengekomen in een mild en menselijk universum. Het universum dat orthopedisch centrum heet.
Kijk op de congresagenda van de Guus Schrijvers Academie: Op 10 november vindt het congres Ziekenhuis netwerkzorg in de regio; what’s in it for me? plaats. Vooraanstaande sprekers delen dan actuele inzichten.