Werkt telemonitoring bij patiënten met hartfalen?
Telemonitoring betekent letterlijk het op afstand (tele) volgen en begeleiden van patiënten (monitoring). Dat gaat via meetapparatuur bij de patiënten thuis. Patiënten sturen digitaal gegevens zoals gewicht, bloeddruk en hartslag naar het ziekenhuis, die deze gegevens analyseert. De patiënt komt alleen naar het ziekenhuis als het nodig is. Er worden minder polikliniekbezoeken, ziekenhuisopnames en bij opname minder ligdagen verwacht.
Zelfmanagement
Veel ziekenhuizen in Nederland bieden telemonitoring voor hartpatiënten aan. ‘Hartpatiënt is thuis beter en goedkoper af’ kopte de Leeuwarder Courant op 28 november 2014, naar aanleiding van een onderzoek van Philips en verzekeraars bij zes ziekenhuizen. De Hart &Vaatgroep, een groep van en voor mensen met een hart of vaatziekte, vindt het belangrijk dat telemonitoring voor chronisch hartfalen patiënten in alle ziekenhuizen beschikbaar is. Telemonitoring kan, volgens hen, bijdragen aan onafhankelijkheid, zelfmanagement en veiligheid voor de patiënt.
Effectiviteit
Er zijn echter ook andere signalen. Ziekenhuizen zoeken nog steeds naar een passende bekostiging voor hun inspanningen voor deze zorg. Het onderzoeksrapport van Philips adviseert het bekostigingsmodel voor telemonitoring in ziekenhuizen te herzien. Leveranciers melden dat zij hun telemonitoring systemen niet voldoende in ziekenhuizen weg kunnen zetten. En de Inkoopgids E-health van Zorgverzekeraars Nederland beschrijft weliswaar criteria waaraan telemonitoring zou moeten voldoen, maar er zijn ook geluiden dat verzekeraars zich beroepen op onderzoeken, die concluderen dat de effectiviteit van telemonitoring bij patiënten met hartfalen nog helemaal niet duidelijk is. En dat terwijl wij allen vooronderstellen dat zorgpaden bijdragen aan grotere gezondheid, betere kwaliteit van zorg en gelijk blijvende kosten.
Workshop
Ja en nu, vraag je je misschien af hoe het daadwerkelijk zit. Die vraag wordt beantwoord op het Zorgpadencongres dat op 30 januari plaatsvindt in Utrecht. In een workshop probeert Ingeborg van Dijke (senior adviseur bij DBC Onderhoud) en ondergetekende in co-creatie met workshopdeelnemers de wirwar te ontrafelen en te achterhalen hoe de mechanismen bij deze zorgvorm werken. We maken daarbij gebruik van de ideeën van een jong vakgebied: de gedragseconomie. Gedragseconomie brengt het maken van keuzes in kaart, waarbij zij psychologie en meer rationele economische principes verbindt.
Aanmelden en informatie
Je kan je opgeven voor dit congres en deze workshop via deze link. De congresfolder vind je hier.