Waarom overlijden Friezen vaker aan een beroerte?

In 2009 – 2012 overleden in Friesland ten minste vijf procent meer mensen aan een beroerte dan gemiddeld in Nederland. Dat is een groot verschil met Groningen waar de sterfte juist lager is. Hoe komt dat? De oorzaak van het verschil in overlijden is niet duidelijk. Die ligt niet aan een andere bevolkingsopbouw in beide provincies. Daarvoor is immers gecorrigeerd bij het berekenen van de percentages.

Mogelijke verklaringen

Waarom sterven er meer mensen aan een beroerte in Friesland dan in Groningen?Een mogelijke oorzaak kan zijn, dat Friezen later dan Groningers hulp inroepen bij de ambulancedienst. Een andere verklaring kan zijn dat de acute zorg in Friesland langzamer is dan in Groningen. Of wellicht zijn de cijfers over de jaren 2009- 2012 een toevalstreffer en zijn er thans geen verschillen meer. Een vergelijkende case study kan licht werpen op de verschillen tussen Groningen en Friesland. Op het kaartje kan je aflezen hoe andere GGD-regio’s scoren.

Cijfers CVA-zorg

Al deze gegevens besprak VUmc neuroloog Marieke Visser tijdens een conferentie op maandag 25 april te Amsterdam over de CVA-zorg. Die vond plaats ter gelegenheid van het vertrek van oud-hoogleraar neurologie Martien Limburg. Hij vertrok als stuwende kracht van het Kennisnetwerk CVA-zorg dat de conferentie organiseerde. Ondergetekende hield na Marieke Visser een voordracht over de toekomst van het CVA-netwerk.

Visser kwam met meer interessante cijfers over de CVA-zorg. Een opsomming:

  • De sterfte aan beroertes daalt aanzienlijk in Nederland: bij vrouwen van 7.473 in 2002 naar 5.222 in 2012. Bij mannen daalde die in dezelfde tijd van 4.870 naar 3.302. Dit houdt wel in dat het aantal mensen met een doorgemaakte beroerte en met behoefte aan thuiszorg, revalidatie en verpleeghuiszorg aanzienlijk toeneemt.
  • Het percentage trombolyses per 100 patiënten met een herseninfarct stijgt van 9,1% in 2009 naar 18% in 2014. De regionale verschillen in percentages zijn (nog steeds )groot. Dit betekent dat de postcode de sterftekans voor mensen met een herseninfarct bepaalt.
  • De deur-tot-naaldtijd is de periode tussen de aankomst van een patiënt met een herseninfarct in het ziekenhuis en het moment dat een infuusnaald het lichaam ingaat om de trombolyse in gang te zetten. In 2008 werd 50 procent van de patiënten binnen zestig minuten geholpen. In 2014 was dat gedaald naar 28 minuten.
Ontbrekende cijfers

Naast deze indrukwekkende, gunstige getallen kwam Visser ook met slecht nieuws. Hoewel er vele samenwerkingsnetwerken zijn tussen CVA-professionals, lukt het niet om cijfers te verzamelen over bijvoorbeeld de gezondheid, het herstel en de sterfte drie maanden na het optreden van de beroerte.

Heb je een andere verklaring voor de verschillen in sterftecijfers tussen Friesland en Groningen? Laat het dan hieronder weten. De voordracht van Marieke Visser is niet beschikbaar; die van mij kan je hier bekijken.

1 reactie

  1. Ik ben een tijdje betrokken geweest bij het CVA netwerk ZWF. In die tijd hadden we de indruk dat de huisartsen n de plattelandsregio erg terughoudend waren bij het insturen van patiënten voor een trombolyse. Dat zou eenverklaring kunnen zijn.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *