Nieuwe financieringsvorm samenwerking eerste lijn

Ineen, de vereniging van organisaties in de eerstelijnszorg heeft een nieuwe betaalwijze voor samenwerking in de eerste lijn ontwikkeld om de zorg te verbeteren.

De vereniging van organisaties in de eerstelijnszorg, Ineen, heeft in overleg met de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), Zorgverzekeraars Nederland en VWS een nieuwe betaalwijze voor samenwerking in de eerste lijn ontwikkeld. Deze nieuwe betaalwijze (ook wel kwadrantfinanciering genoemd) moet leiden tot versterking van de samenwerking en daardoor tot betere eerstelijnszorg.

Betere zorg

Binnen de eerste lijn bestaan tegenwoordig tal van instellingen met een eigen bestuur: eerstelijnsdiagnostische centra, gezondheidscentra, stichtingen of verenigingen van diverse gezondheidscentra, huisartsenposten, zorggroepen gericht op mensen met bijvoorbeeld diabetes en regionale ondersteuningsstructuren, bekend onder de naam ROS. Nagenoeg al deze instellingen zijn lid van één koepel: Ineen. Deze werkte nauw samen met de LHV, Zorgverzekeraars Nederland en VWS om te komen tot een nieuwe betaalwijze voor samenwerking in de eerste lijn. Die moet leiden tot versterking van de samenwerking en daardoor tot betere zorg voor bijvoorbeeld mensen met multimorbiditeit of voor mensen met naast gezondheidsproblemen ook sociale problemen.

Overleg

De nieuwe betaalwijze moet ingaan op 1 januari 2018. Op 10 april nam een grote meerderheid van de Ineen-leden het voorstel aan. Gerenommeerd organisatie-adviseur Edwin Velzel bereidde het voor. In de komende maanden vindt verder overleg plaats tussen Ineen, VWS en de NZA. Wat houdt het voorstel in, dat inmiddels in het veld bekend staat onder de term Kwadrantfinanciering?

Vier kwadranten

In de eerste lijn bestaat monodisciplinaire samenwerking tussen vijf tot tien huisartsen binnen een wijk en tussen soms honderd huisartsen op regioniveau, bijvoorbeeld binnen zorggroepen gericht op mensen met chronische aandoeningen. Daarnaast vindt multidisciplinaire samenwerking plaats op wijkniveau, bijvoorbeeld binnen gezondheidscentra tussen huisartsen, fysiotherapeuten en apothekers. Op regionaal niveau krijgt deze meer en meer gestalte in stichtingen die tal van gezondheidscentra beheren, zoals in Almere, Zoetermeer, Amsterdam Zuid-Oosten Venlo. Schematisch voorgesteld: er bestaan thans vier vormen van samenwerking : op wijkniveau + monodisciplinair (kwadrant 1), op wijkniveau + multidisciplinair (kwadrant 2), op regioniveau + monodisciplinair (kwadrant 3) en op regioniveau + multidisciplinair (kwadrant 4).

Kwadrant 4

Voor kwadranten één tot en met drie verandert er weinig. Voor de multidisciplinaire samenwerking op regioniveau (kwadrant 4) komt – zo is het voorstel – populatiegebonden bekostiging per verzekerde. Wat eronder valt kan per regio verschillen. Velzel noemt als voorbeelden: a) ondersteuning ketenzorg en overig kwaliteitsmanagement b) innovatie c) gemandateerde afspraken met andere stakeholders d) geïntegreerd ict-beheer en e) populatiemanagement. De rechtspersoon voor kwadrant 4 kan samenvallen met die van kwadrant 3, waar de huisartsenposten, de eerstelijnsdiagnostische centra en de zorggroepen onder vallen. Maar dat hoeft niet: dat is aan de regio.

Enthousiasme en aarzeling

In april overlegde ondergetekende in drie verschillende regio’s over deze kwadrantfinanciering en de gevolgen ervan. Ik kwam zowel enthousiasme als aarzeling tegen. Het enthousiasme betreft de stimulans die ervan uitgaat voor kwadrant 4 voor verbreding van de ketenzorg en de zorg aan kwetsbare ouderen. Ook wordt gehoopt op nog betere ondersteuning van digitalisering en zorginnovaties. De aarzeling betrof de rol van de wijkverpleegkundige in de eerste lijn: gaan zij werken binnen gezondheidscentra? Verder aarzelden mijn gesprekpartners vanwege het fusie-spook en alle gedoe daaromheen tussen huisartsenposten, zorggroepen en stichtingen die gezondheidscentra runnen. Ik hoop maar dat alle bestuurders (veelal huisartsen) hun patiënten centraal stellen en niet hun eigen positie.

Voldoende aanbod

Ten slotte blijft er bij mij één aarzeling over: zijn er genoeg huisartsen en wijkverpleegkundigen beschikbaar om al die patiënten die langer thuis blijven wonen als gevolg van kwadrant-4-beleid te behandelen en te begeleiden?

De financiering op regioniveau maakt de samenwerking met het sociale domein eenvoudiger. Deze relatie komt uitgebreid aan de orde op het congres over samenwerking eerste lijn en wijk- en jeugdteams op 29 september. Meer informatie hierover? Kik dan hier.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *