Ooit lag ik ’s avonds laat met zeer hoge koorts in een ziekenhuisbed. In gedachten nam ik al afscheid van het leven. Om de tien minuten kwam een verpleegkundige langs om te checken of ik nog bij bewustzijn was en of de koorts al daalde. De derde keer vroeg ze: “U zweet zo, zal ik uw bed verschonen?” Later in de nacht bleef zij met mij praten over de recente geboorte van mijn eerste kind, de zorgen van mijn echtgenote en mijn recente benoeming tot hoogleraar. Eerst voelde dat als afscheid nemen. Maar haar zorg pepte mij op. Toen de koorts ging zakken, vatte ik weer moed voor de toekomst. Een half jaar later kwam ik deze verpleegkundige tegen in een cursus die ik gaf.
Vaardigheden
Dit eigen voorbeeld illustreert enkele vaardigheden van verpleegkundigen: bewaking van gezondheid (bij mij langslopen), anticiperen op zorgbehoeften (schone lakens?), troost bieden (oppeppen) en bereidheid tot continue bijscholing (de cursus). Verpleegkundigen gaan voor deze vaardigheden. Als hiervoor dagelijks ruimte bestaat, blijven zij heel lang in het vak. Dat is nodig ook. Want het aantal 75-plussers neemt tot 2030 met circa 4 procent per jaar toe. Dat komt omdat de babyboomers vanaf 2020 de leeftijd van 75 jaar bereiken.
Wat moet Nederland doen om te zorgen dat er ook in de komende jaren voldoende verpleegkundigen werkzaam zijn?
1. Maak het beroep aantrekkelijker
De dagelijkse praktijk van nu staat ver af van mijn casus. De werkdruk van verpleegkundigen is te hoog om de genoemde vaardigheden met reflectie, doordacht en zonder grote tijdsdruk toe te passen. Zo toonde de beroepsvereniging van verpleegkundigen in juni 2017 aan dat de helft van de verpleegkundigen overweegt te stoppen wegens te hoge werkdruk. Negen op de tien verpleegkundigen ervaren stress in hun werk door te hoge werkdruk. Acht op de tien zeggen ook privé last te hebben van stress door de werkdruk. Slechts 27 procent van de verpleegkundigen denkt door te kunnen werken tot hun pensioen.
Toch klinkt er ook een hoopvol geluid door: 85 procent van de beroepskrachten in de directe patiëntenzorg denkt dat 50-plussers langer blijven werken als de werkdruk acceptabel wordt. De werkdruk kan naar beneden door allereerst de administratie door verpleegkundigen te verlagen. Een recente studie laat zien dat verpleegkundigen 11 uur kwijt zijn aan administratie bij een gemiddelde werkweek van 27 uur. Stel je toch eens voor dat in andere dienstverlenende beroepen zoveel uren aan administratie zou kleven. Vrijwel niemand zou voor zo’n baan kiezen.
In de ouderenzorg wordt dit jaar de administratie aanzienlijk teruggebracht. Dat mag van het Zorg Instituut Nederland, dat vorig jaar nieuwe richtlijnen voor deze sector vaststelde. Het probleem is, dat leidinggevenden in de ouderenzorg nu vaak denken dat kwaliteitsbeleid hetzelfde is als administreren. Als expert hoop ik op voorstellen van directeuren die de administratieve taken voor verpleegkundigen en verzorgenden grotendeels afschaffen en kwaliteit bevorderen via scholing en meer personeel.
2. Zorg voor hogere werktevredenheid
Werkdruk is niet hetzelfde als werktevredenheid. Die laatste wordt vooral bepaald door de directe leiding en minder door de werkdruk. Is die leiding veel extern, verschijnt er ieder halfjaar een nieuwe interim manager, zit de leiding alleen over Excelsheets gebogen, maken artsen en leidinggevenden steeds ruzie met elkaar? Dan is de werktevredenheid van verpleegkundigen laag. Is er sprake van dienende leiders met persoonlijke aandacht, die positieve feedback geven, klaar staan om verpleegkundigen op te vangen bij bijvoorbeeld een sterfgeval van een patiënt, dan is de werktevredenheid hoog. Ik treed vaak op in trainingen van leidinggevenden. Ook zijzelf hebben het zwaar, hoor ik. Ze zitten als middenkader vaak tussen hamer (de Raad van Bestuur) en aambeeld (de verpleegkundigen aan het bed). Onverwacht ziekteverzuim en incidenten leiden tot hectiek en leiden af van reflectie.
3. Ontwikkel zij-instroom
Er zijn vele Nederlanders in andere beroepen, die in latere leeftijdsfasen willen overstappen naar de zorg. Want in deze sector bestaat veel contact met andere mensen, is eigen inbreng mogelijk en is de waardering van cliënten hoog. Wellicht meer dan bij de andere dienstverleners, zoals onderwijzers of buschauffeurs. Er ligt een taak voor hogescholen en ROC’s om voor deze zij-instromers onderwijs op maat te ontwikkelen en ze de zorg in te begeleiden.
4. Zorg voor betere digitalisering
Verpleegkundigen zijn vaak handig met hun smartphone. Ze bestellen in hun privéleven vliegtuigtickets, maken gebruik van social media en winkelen online. De zorg benut die vaardigheden onvoldoende. Ik geef een voorbeeld. Verpleegkundigen hebben regelmatig te maken met voorvallen, bijvoorbeeld een ruzie tussen twee patiënten. De meeste instellingen beschikken voor dit soort onwenselijke gebeurtenissen over huisregels. Het zijn er te veel om allemaal te onthouden. Een interne website met een goede zoekmachine of een richtlijnen-app kan hier uitkomst bieden. Een verpleegkundige kan die onmiddellijk raadplegen met haar mobieltje en ook kennisnemen van ervaringen van collega’s.
5. Zorg voor betere betaling
Bij een goed salaris stromen voldoende verpleegkundigen de gezondheidszorg in. Hun loon is nu ongeveer een derde van dat van artsen. Dat is laag, gelet op het feit dat zij vaak hbo- of universitair geschoold zijn en er zijn taken die overlappen met het medische werk. Het is moeilijk de salarissen op te krikken, omdat vakbonden onderhandelen over de gehele publieke sector en niet over specifieke beroepen als verpleegkundigen en onderwijzers. Ik verwacht dat de wal hier het schip zal keren. Vroeg of laat worden – bij ongewijzigd beleid – verpleegkundigen zo schaars en urgent dat linksom of rechtsom de lonen stijgen. Nu al zijn er voorstellen om verpleegkundigen in de Randstad beter te betalen vanwege hogere woonlasten.
Met al deze suggesties tracht ik een bijdrage te leveren aan het behoud van gemotiveerde en deskundige verpleegkundigen in de komende jaren, die niet eventjes snel een koortsremmer toedienen en gestrest nachtrondes doen, maar ook tijd hebben voor schone lakens en een praatje. Heb jij nog meer suggesties? Laat dan hieronder je ideeën achter.
Dit artikel verscheen eerder als bijdrage aan de opiniepagina van Het Parool op 20 januari 2018.
En breng naast de MBO en HBO routes om het beroep in te komen ook de inservice-opleiding terug. Die had een paar voordelen:
* vrijwel onmiddelijke kennismaking met de beroepspraktijk, waardoor (zelf)selectie bij mensen waar die wereld niet past.
* vrijweldirect een bescheiden inkomen, maar daardoor geen behoefte aan bijverdienen naast school/leerfase.
* mogelijk beter realiseerbaar voor zijinstromers