Negen argumenten voor wetgeving ter voorkoming van overgewicht

Wetgeving om ziekte ten gevolge van overgewicht tegen te gaan biedt veel kansen en kan effectief zijn. Negen argumenten om obesitas wettelijk tegen te gaan.

In een onlangs gepubliceerd bericht op deze website geef ik een beoordeling van het Nationaal Preventieakkoord. Dat was voor de Rotterdamse rechtenstudent Natasja van Veen aanleiding om haar afstudeerscriptie op te sturen naar ondergetekende. Die heeft als titel: “Preventie van overgewicht: dik in orde? Onderzoek naar de mogelijkheden om preventie van overgewicht juridisch beter te borgen”. Uit de scriptie verzamelde ik negen argumenten die rechtvaardigen dat de regering maatregelen treft om ziekte ten gevolge van overgewicht te voorkomen. Met deze korte opsomming doe ik afbreuk aan de zorgvuldige formuleringen van Van Veen. Voor een precieze beschrijving van de argumentatie verwijs ik naar haar scriptie.

De argumenten pro wetgeving voor reductie van overgewicht zijn:

Argument 1. Internationale verdragen vereisen het

Het recht op gezondheid werd voor het eerst als fundamenteel recht benoemd in de preambule van het Statuut van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in 1946. Dit recht wordt in latere internationale (in de scriptie genoemde) verdragen nader uitgewerkt. Het recht op gezondheid is het recht van ieder mens op het hoogst haalbare niveau van gezondheid. De verwezenlijking van het recht op gezondheid is primair een taak van de overheid. Het gaat daarbij niet alleen om het waarborgen van toegang tot gezondheidszorg, maar ook om het scheppen van de juiste condities die nodig zijn voor gezondheid. Bij overgewicht spelen de omstandigheden een belangrijke rol. Denk bijvoorbeeld aan blootstelling aan opdringerige reclame, manipulerende keuzes in restaurants en relatief lage prijzen van ongezonde voeding. De huidige omstandigheden leiden nu tot een niet optimaal niveau van gezondheid. Zolang de overheid hier niet meer op ingrijpt, zal de blootstelling aan ongezonde omstandigheden niet minder worden.

Argument 2. Stilstand is achteruitgang

Staten dienen het recht op gezondheid progressief te verwezenlijken. Concreet betekent dit dat de overheid voortdurend stappen moet nemen om het hoogst haalbare niveau van gezondheid voor haar burgers te realiseren. Tegelijkertijd veronderstelt het dat maatregelen die leiden tot stilstand of achteruitgang in het bereiken van dit doel niet geoorloofd zijn. Hoewel preventie van overgewicht al jaren een speerpunt vormt in het gezondheidsbeleid van de overheid, lijkt het tot op heden weinig effect te hebben: het aantal mensen met overgewicht stijgt nog steeds. Omdat overgewicht al zo lang een gezondheidsprobleem is en alleen voorlichting niet werkt, is het nu tijd om andere stappen te zetten om vooruitgang te boeken en overgewicht terug te dringen.

Argument 3. Overheid dient het recht op gezondheid te respecteren

De overheid heeft de plicht om het recht op gezondheid te respecteren. Dit houdt in dat zij zich onthoudt van het schenden van dit recht. In de context van overgewicht betekent dit dat wetgeving niet mag leiden tot ongezond gedrag. Verhoging van de btw op gezonde voeding kan daarom worden gezien als schending van het recht op gezondheid.

Argument 4. Derden mogen geen inbreuk maken op het recht op gezondheid

De plicht van de overheid om het recht op gezondheid te beschermen, betekent onder meer dat ze moet voorkomen dat derden inbreuk maken op dit recht. Als het gaat om overgewicht, speelt de levensmiddelenindustrie een grote rol. Bescherming tegen blootstelling aan ongezonde voeding kan in dit verband nodig zijn. Te denken valt aan maatregelen zoals het beperken van reclame voor en het limiteren van het aanbod van ongezonde voeding.

Argument 5. Maatregelen in het belang van de gezondheid zijn gerechtvaardigd

De overheid kan in het belang van de gezondheid maatregelen nemen. Overheidsingrijpen kan echter botsen met vrijheidsrechten. Bij preventie van overgewicht ligt de nadruk daarom op gezondheidsbevordering. Hierbij wordt de keuzevrijheid weliswaar zo min mogelijk ingeperkt, maar mede daardoor is het onvoldoende effectief. De keuze om gezonder te leven hangt in belangrijke mate af van de omstandigheden. En aan die omstandigheden valt vaak weinig te kiezen. De vraag is dan ook of we door beschermende maatregelen in onze keuzes worden beperkt, of dat we juist door het ontbreken van bescherming geen gezonde keuzes kunnen maken.

Argument 6. Gezondheidsbescherming is effectief

Gezondheidsbescherming is van essentieel belang geweest voor het verbeteren van de volksgezondheid. Het gaan dan vaak om wettelijke maatregelen. Succesvolle voorbeelden zijn infectieziektebestrijding, inclusief vaccinaties, het tegengaan van verkeers- en arbeidsongevallen en het terugdringen van roken. De successen die behaald zijn met preventie van infectieziekten en roken worden in belangrijke mate toegeschreven aan strikte wet- en regelgeving en handhaving. Preventie van overgewicht blijft in die zin achter, terwijl het gezondheidsprobleem vergelijkbaar in ernst en omvang is. De noodzaak om beschermende maatregelen te nemen, lijkt dan ook gerechtvaardigd.

Argument 7. Extra aandacht nodig voor kwetsbare groepen

Bij het verwezenlijken van het recht op gezondheid, is speciale aandacht vereist voor kwetsbare groepen. Preventie van overgewicht heeft vooral prioriteit bij mensen met een lage sociaaleconomische status en bij kinderen en jongeren. Mensen met een lage sociaaleconomische status kampen vaker met ziekte ten gevolge van overgewicht. Dit heeft niet alleen te maken met een ongezonde leefstijl, maar ook met de vaak minder gunstige omstandigheden waarin ze leven. Daarom is een integrale aanpak, die zich ook richt op andere factoren die de gezondheid negatief beïnvloeden, gewenst. Zo’n aanpak komt echter moeizaam van de grond, doordat een duidelijk kader, een heldere verantwoordelijkheidsverdeling en centrale regie ontbreken.

Kinderen en jongeren zijn kwetsbaar, omdat zij vaak niet de gevolgen kunnen overzien van een ongezonde leefstijl. Daarnaast vormt overgewicht op jonge leeftijd een belangrijk risico voor overgewicht en gezondheidsproblemen op latere leeftijd. De noodzaak van extra bescherming voor kinderen volgt ook uit het recht van kinderen op gezondheid. Kinderen moeten beschermd worden tegen blootstelling aan (te veel) ongezonde voeding. Daarom is het aan te bevelen om reclame voor ongezonde voeding en de beschikbaarheid van ongezonde voeding op scholen en andere plekken te beperken.

Argument 8. Voorkomen is beter dan genezen

Ook binnen het zorgstelsel moet preventie meer aandacht krijgen. De goed toegankelijke curatieve zorg is nu een makkelijk alternatief voor preventie van overgewicht. Het heeft tot gevolg dat het behandelen van ziekte vaak makkelijker – en ook lonender – is dan het voorkomen ervan. Daarbij komt dat preventie vanuit de publieke gezondheidszorg vaak onvoldoende beschikbaar is. Er is dus een omslag in het zorgstelsel nodig, om preventie een prominentere plek te geven.

Argument 9. Wetgeving biedt kansen

Vanuit gezondheidsrechtelijk perspectief zijn er voldoende argumenten om preventie van overgewicht juridisch beter te borgen. De overheid vertrouwt nu te veel op de goede wil van de verschillende betrokken partijen. Wetgeving op dit gebied is schaars, met uitzondering van wetgeving ten aanzien van de veiligheid van voeding. Striktere wetgeving, op internationaal, Europees en nationaal niveau, is echter mogelijk. Hiervoor is wel consensus vereist. Daarbij valt te denken aan het limiteren van de hoeveelheid suiker, zout en vet in levensmiddelen, het verbieden van reclame voor ongezonde voeding en het invoeren van heffingen op ongezonde voeding of ingrediënten. Ook de nieuwe Omgevingswet biedt mogelijkheden voor een gezondere leefomgeving. Voorbeelden zijn het vergroten van het aanbod aan gezond voedsel, het beperken van het aanbod aan ongezond voedsel en het creëren van voldoende mogelijkheden om te bewegen.

Graag bedank ik Natasja van Veen voor haar commentaar op een eerdere versie van dit stuk.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *