Als je een potje jam koopt, zie je op de achterkant een etiket met daarop de exacte samenstelling van de jam. Bijvoorbeeld hoeveel aardbeien erin zitten, hoeveel suiker en andere ingrediënten. Die precieze etikettering is nodig vanwege de borging van de volksgezondheid. Wie een product levert met giftige stoffen, eieren bijvoorbeeld, heeft een groot probleem met de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (VWA). Hoe anders is dit bij een gezondheid-app die een burger koopt of gebruikt. Dan is er niemand die checkt of de productetikettering klopt en die de aanbieder eventueel verplicht de app uit de handel te halen. Ik geef twee voorbeelden.
Stappenteller
Een stappenteller geeft ook informatie over de calorieverbranding van de gebruiker bij het gemaakte aantal geregistreerde stappen. Deze informatie blijkt niet te kloppen: de gebruiker verbrandt veel minder dan de teller aangeeft. Dit kwam aan de orde in een recente studie van de Consumentenbond. De VWA zou hier wat mij betreft moeten ingrijpen wegens misleiding.
Symptoomchecker
Een app waarop een burger invult wat zijn medische klachten zijn, bevat kunstmatige intelligentie die een advies geeft om al dan niet naar een arts te gaan. Deze app is gebaseerd op Amerikaanse beslisbomen en niet op Nederlandse standaarden zoals die van het Nederlandse Huisartsen Genootschap. Bovendien is de veiligheid van de gegevensopslag niet geborgd. Wie grijpt er in? Dat zou de Voedsel- en Waren Autoriteit toch moeten doen?
Inspectie
Als lezer zou je kunnen opperen dat de IGZ (Inspectie voor de Gezondheidszorg) hierover gaat en zo’n gezondheid-app uit de markt kan halen. Dat is niet zo, zo bleek mij bij de voorbereiding van het 7e Nationale E Health congres op 10 november. De IGZ beoordeelt alleen software die gebruikt wordt als medisch hulpmiddel, dat wil zeggen ten behoeve van diagnostiek of behandeling door een professional. Stappentellers en symptoomcheckers die alleen door burgers worden gebruikt, vallen hier niet onder.
Onduidelijkheid
Onduidelijk is of de VWA -die wel de gezondheid van voedsel beschermt- over gezondheid-apps gaat. Er bestaat in Nederland geen instantie met gezag die (zoals bij potjes jam) een format aangeeft voor de informatie die een gezondheid-app moet bevatten. Dat die instantie er niet is, komt omdat dit soort apps redelijk nieuw is.
Expertise
Ten tweede vereist het beoordelen van productetikettering van gezondheid-apps door een instantie drie soorten expertise: kennis van gezondheid, kennis van wetgeving en expertise over veiligheid en werking van software. Als een overheidsinstantie hierover beleid moet maken, moet Nederland wel vaststellen dat dit zo is en ook moet bepaald worden wie hiervoor gaat betalen.
Congres
Op 10 november komt op het 7e e-health congres uitgebreid aan de orde wanneer en met welke productetikettering een gezondheid-app op de markt dient te komen en door beroepsbeoefenaren aanbevolen kan worden. Ondergetekende doet dat in een plenaire openingslezing over gezondheid-apps in binnen- en buitenland.
IGZ
GGD-expert Petra van Tiggelen geeft weer hoe zij gezondheid-apps beoordeelt. E health inspecteur van de Inspectie voor de Gezondheidszorg Johan Krijgsman geeft aan hoe de inspectie aankijkt tegen software van fabrikanten en ziekenhuizen die wordt gebruikt voor diagnostiek en behandeling.
Aanmelden
Wil jij naar dit congres op 10 november? Wil jij jezelf nascholen op het terrein van de kwaliteit van gezondheid-apps en andere software? Wil jij in één dag op de hoogte raken van degelijke en betrouwbare apps? En wil jij niet alleen kennis maar ook kennissen opdoen tijdens talloze discussies en workshops? Klik dan hier en schrijf je in. Het congres is geaccrediteerd voor talloze beroepsgroepen. Zit jouw groep daar niet bij, neem je dan contact op met Petra Schimmel op secretariaat@guusschrijvers.nl