Door Birgit Damoiseaux-Volman, postdoc Amsterdam UMC.
Op 6 april 2022 verdedigde Birgit Damoiseaux haar proefschrift aan de Universiteit van Amsterdam. De titel van het proefschrift is Decision Support in hospital care for older patients, medication, falls and delirium. Het beschrijft wetenschappelijke resultaten die bijdragen aan de ontwikkeling van effectieve beslissingsondersteuning in de zorg voor oudere opgenomen patiënten. De redactie heeft de hieronder besproken hoofdstukken geselecteerd. Zij heeft de voortreffelijke studies gericht op het ontwikkelen van onderzoeksmethoden buiten de samenvatting gelaten. Hieronder volgen studies die aanleiding geven tot zorgvernieuwing of deze beschrijven. Dit artikel bevat delen uit de samenvatting van het proefschrift. Na haar studie farmacie en het promotie-traject zet Damoiseaux thans haar werk voort als postdoc.
In dit proefschrift gaat om het verspreiden en toepassen van geriatrische kennis onder alle professionals
De Nederlandse ziekenhuispopulatie vergrijst. Problemen bij oudere patiënten zijn vaak complex vanwege multimorbiditeit, kwetsbaarheid, communicatieproblemen en polyfarmacie. Ziekenhuismedewerkers zouden meer geriatrische kennis moeten opdoen voor de zorg voor oudere patiënten. Klinische beslissingsondersteuning kan de implementatie en verspreiding van geriatrische kennis onder alle zorgprofessionals ondersteunen.
Zes gebieden die om verbetering vragen
Twaalf experts van zes Nederlandse ziekenhuizen namen deel aan een Delphi-onderzoek met drie rondes. Drieënzeventig zorgprofessionals deden mee aan een landelijke vervolgvragenlijst. Er werden zes gebieden geïdentificeerd met mogelijkheden om de zorg met beslissingsondersteuning te verbeteren (zie ook de afbeelding): “ontslag en nazorg”, “medicatiebeoordeling”, “valpreventie”, “delier”, “planning” en “communicatie met patiënten bij ontslag”. Deze studie is gepubliceerd in JAMDA.
Potentiële onjuiste medicatievoorschriften
Hoofdstuk 4 beschrijft de prevalentie, onafhankelijke associaties en variatie in de tijd van potentieel onjuist medicatiegebruik. Dit is onderzocht met behulp van een grote database uit het elektronisch patiëntendossier. De database bevatte opnames van oudere patiënten. Van de 16687 opnames had 56% ≥1 potentieel onjuist voorschrift (PIM, Potential Inappropriate Medication) en had 58% ≥1 potentiële voorschrijfomissie (PPO Potential Prescribing Omissions). Een voorbeeld van een PIM (potentieel stoppen van medicatie) is het gebruik van een benzodiazepine bij een verhoogd risico op vallen. Een voorbeeld van een PPO (potentieel starten van medicatie) is het starten van een maagbeschermer bij bepaalde geneesmiddelen.
Zes variabelen waren onafhankelijk geassocieerd met zowel PIM’s als PPO’s. In de loop der jaren veranderde de PIM-prevalentie niet en nam de PPO-prevalentie toe. Gecorrigeerd voor veranderingen in patiëntkenmerken zoals het aantal diagnoses, daalde de PIM- en PPO-prevalentie echter over de tijd. Deze studie is gepubliceerd in European Journal of Clinical Pharmacology.
PIMs en vallen
Hoofdstuk 5 beschrijft het effect van PIM’s op valincidenten. Tijdens 446 (2,7%) van de 16678 opnames kwamen valincidenten voor. De resultaten laten een onafhankelijke associatie zien van PIM’s op valincidenten. Het sterkste effect is gevonden voor PIM’s bij medicatie met een hoog risico op vallen. Deze resultaten suggereren dat een afname van het aantal PIMs tijdens ziekenhuisopname een positief effect kan hebben op valpreventie. Om dit aan te tonen, zijn interventie studies nodig. Deze studie is gepubliceerd in Age & Ageing.
Effect van beslissingsondersteuning
Hoofdstuk 8 geeft een systematisch overzicht van de effecten van interventies met een beslissingsondersteuning bij oudere opgenomen patiënten. De systematische review omvat achttien interventies. Hiervan waren dertien (72%) effectief in het verbeteren van de zorg, meestal op procesgerelateerde uitkomsten. Van de achttien interventies waren er acht (6 effectief) gericht op medicatiebeoordeling, acht (6 effectief) op delier, zeven (4 effectief) op vallen, vijf (4 effectief) op functionele achteruitgang, vier (3 effectief) op ontslag of nazorg, en twee (0 effectief) op decubitus. De volgende implementatie- en ontwerpfactoren waren mogelijk geassocieerd met effectiviteit: a priori probleemanalyse, interventies met meerdere implementatie strategieën (niet alleen beslissingsondersteuning) en (her)overwegen van de werkprocessen. Deze studie is gepubliceerd in JMIR Medical Informatics.
Kortom
Dit proefschrift toonde aan dat de ziekenhuiszorg voor oudere patiënten verbeterd kan worden met klinische beslissingsondersteuning, met name wat betreft procesgerelateerde uitkomsten. Gebruikers en experts gaven de voorkeur aan beslissingsondersteuning voor ontslag/nazorg, medicatiebeoordeling, valpreventie en delier.