Corona-epidemie vereist nieuw evenwicht tussen volksgezondheid en privacy

Gedurende de tweede wereldoorlog bombardeerden de Duitsers tal van Britse steden en hun ziekenhuizen. De regering-Churchill besloot daarom de ziekenhuizen nationaal te coördineren. Dat werkte goed. Reeds tijdens de oorlog besloten Britse autoriteiten daarom om die coördinatie in vredestijd te handhaven. In 1948 kwam de National Health Service tot stand. Die bestaat nog steeds. Zelfs premier Margaret Thatcher die vele overheidssectoren privatiseerde, waagde het niet om marktwerking in de Britse zorg toe te laten.  Dit verhaal illustreert dat bij calamiteiten ingrijpende, blijvende veranderingen in de zorg mogelijk worden. Een korte opsomming van enkele andere calamiteiten met (tussen haakjes) hun te weeg gebrachte veranderingen is: 1. cholera-epidemie in 1848 (ontwikkeling vaccins, aanleg riolering en waterleiding); 2. hogere zuigelingensterfte aan het einde van de Eerste Wereldoorlog in Brabant en Limburg (sinds 1919: professionalisering vroedvrouwen, opkomst consultatiebureaus, kraamzorg) en 3. De Softenon-affaire (sinds de jaren zestig: invoering van wetten in vele landen over kwaliteitsborging van geneesmiddelen-onderzoek).  

 Gezondheid is een vitale waarde …

Elders in dit nummer staat een artikel over vitale waarden die tijdens een epidemie naar voren komen zoals het behouden van de gezondheid, samenhorigheidsgevoel en contact met naasten. Ik bespreek hier alleen de volksgezondheid. Tot de Tweede Wereldoorlog had Engeland, net als Nederland, een stelsel van particuliere ziekenhuizen. Die stonden in hoog aanzien en weerstonden overheidsinvloed. Die weerstand verdween toen de overheid bij bombardementen goed de ziekenhuiszorg coördineerde. Dat geeft aan dat gezondheid als waarde hoger scoorde tijdens de oorlog dan ideologische opvattingen over zorgorganisaties.  Er ontstond sinds 1945 een pragmatische aanpak: What matters is what works.

… en privacy niet

Tot nu toe scoren privacy en databescherming hoog in de Nederlandse zorg. De interpretatie van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) verschilt van die in andere Europese landen en is strenger. Een afweging tussen gezondheid en privacy is niet mogelijk. Immers de regels voor zorginstellingen en -professionals in ons land zijn even streng als voor andere sectoren. Gelet op de voorbeelden uit het verleden, verwacht ik dat tijdens en na de corona-epidemie de volksgezondheid als vitale waarde voorgaat boven data-bescherming. 

Vier vitale digitale innovaties

Dit maakt een snellere invoering van tal van vormen van eHealth mogelijk. Hier volgt een korte opsomming van digitale innovaties die de bestrijding van de corona-epidemie beter en doelmatiger maken en de werkdruk (een beetje) kunnen verlagen.

1. het inloggen op het eigen medisch dossier met behulp van het Burger Service Nummer (BSN-nummer) plus een pincode.  Dit nummer is onder patiënten breder bekend dan de DigiD-inlogcode. Het staat op elke verzekeringspas en andere zorgpassen. Dit maakt mogelijk dat corona-patiënten bij opnamen elders hun dossier aan andere professionals volledig kunnen overdragen.

2. Met behulp van dit BSN nummer en met toestemming van de patiënten kunnen professionals direct terecht in dossiers van andere professionals.  Die laatste moeten dan wel 24/7 extern toegankelijk zijn en niet alleen tijdens werktijd.  

3. Het digitaal melden van vermoedelijke besmette burgers in een huisartsenpraktijk, gezondheidscentrum, een huisartsenpost, SEH of polikliniek kan dan eenvoudiger gebeuren. Zeker als patiënten of hun naasten zo’n consult eerst voorbereiden door een intelligente vragenlijst in te vullen. Een voorbeeld hiervan komt aan de orde in het artikel in deze Nieuwsbrief over de digitale huisartsenpost in Amersfoort.

4. Het beeldbellen tussen (vermoedelijke) corona-patiënten en hun naasten, tussen professionals en corona-patiënten en ook tussen professionals neemt nu al een hoge vlucht. Dit verlaagt de kans op besmetting.

Nederland: een ideaal land voor digitale innovaties

In tegenstelling tot andere Europese landen hebben vrijwel alle Nederlanders toegang tot het internet. Wie dat niet heeft, beschikt meestal over een naaste met wel een laptop.  Velen hebben een smartphone en zijn gewend te appen, te beeldbellen en via het internet te winkelen of plaatsen te reserveren in vliegtuigen, bioscopen en restaurants. Dat reduceert het toepassen van de vier genoemde innovaties tot een wettelijk probleem. 

Overheid, pak ook hier het initiatief

 Ik pleit ervoor dat de AVG-toetsing van nieuwe software gericht op corona-preventie en -zorg sneller en eenvoudiger gaat worden, zoals ook toetsing van anti-corona -geneesmiddelen sneller verloopt.  

Ik wacht op een persconferentie van de bewindspersonen voor VWS en Justitie en Veiligheid om digitale innovaties meer in te zetten in de bestrijding van de epidemie. Dat kan door minder toetsing, meer financiële middelen en meer leiding bij het invoeren van deze vier innovaties.

Prof. Guus Schrijvers promoveerde in 1980 op onder meer het naoorlogse Engelse gezondheidsbeleid en begeleidde twee promovendi over het Nederlandse beleid sedert 1840. 

1 reactie

  1. Ik ben het erg eens met de inhoud van deze nieuwsbrief. Het gaat me met name om de 2e digitale innovatie: “Met behulp van dit BSN nummer en met toestemming van de patiënten kunnen professionals direct terecht in dossiers van andere professionals. Die laatste moeten dan wel 24/7 extern toegankelijk zijn en niet alleen tijdens werktijd”.
    De AVG dreigt deze ontwikkeling te blokkeren wat niet in het belang is van de patiënt en niet in het belang van efficiency en continuïteit van zorg. Ik hoop dat we VWS kunnen overtuigen de AVG in de zorg anders toe te passen, maar met behoud van privacy, security en de wettelijke rechten van de patiënt. Ik denk dat dit kan.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *