Een goed voorbeeld van een mobile health interventie

bespreking van het proefschrift van Yvonne Korpershoek

Door Rolien de Jong, docent Master Innovatie Zorg en Welzijn, HU

Op 4 maart 2021 heeft Yvonne Korpershoek haar proefschrift, Self-management support using mHealth in patients with COPD, From promise to proof, met succes verdedigd. Een relevant onderwerp omdat er in Nederland ruim 300.000 patiënten zijn met de chronisch obstructieve longziekte COPD, die regelmatig exacerbaties (longaanvallen) meemaken. Exacerbaties zijn nare ervaringen voor de patiënten en brengen hogere kosten voor de gezondheidszorg met zich mee.

De kracht van de studie is het systematische trajectontwerp: analyseren van een probleem, ontwerpen van een interventie en de eerste evaluatie ervan. In de praktijk wordt meestal maar één van deze aspecten onderzocht waardoor de interventie vaak niet past en wel veel tijd en geld heeft gekost.

Samenvatting

Uitgangspunt in deze studie is dat actief zelfmanagement door patiënten met COPD mogelijk exacerbaties, en de negatieve gevolgen daarvan, kan voorkómen. Bestaande interventies hebben als doel de patiënt te ondersteunen in het zelfmanagement met kennis, vaardigheden en zelfvertrouwen. De literatuur laat echter zien dat deze lang niet altijd leiden tot een vermindering van exacerbaties. Mobile health interventies (mhealth), vergelijkbaar met electronic health (ehealth) maar dan met de nadruk op mobiliteit, lijken een optie.

Het proefschrift bestaat uit twee delen.

In het eerste deel wordt een analyse beschreven om de activatie van patiënten met COPD voor zelfmanagement, en de karakteristieken die hiermee geassocieerd worden, te doorgronden. Kenmerken van een kansrijke interventie voor activatie van zelfmanagement worden zichtbaar.

De conclusie is dat een mHealth-interventie kansrijk is omdat veel benodigde aspecten voor een succesvolle interventie hierin verenigd worden:

  • focus op het ontwikkelen van zelfmanagementvaardigheden van het individu op dynamische wijze (in de tijd) en
  • meerdere componenten (adequate informatie, bieden van ondersteuning bij het nemen van beslissingen en geven van feedback over zelfmanagementgedrag) en
  • gepersonaliseerd ontwerp (naar de behoeften van de individuele patiënt).

Het tweede deel beschrijft de ontwikkeling van de Copiloot app die gericht is op vroegtijdige herkenning van exacerbaties en (dynamische) ondersteuning bij het nemen van de juiste acties om erger te voorkomen. Dit is gedaan aan de hand van het Behavior Change Wheel, in cocreatie met de gebruikers (patiënten, professionals en appontwikkelaars) en diverse wetenschaps-disciplines. De eerste evaluatie van de Copiloot app werd uitgevoerd door het observeren van zorgverleners tijdens het gebruik van de app. Nader onderzoek bij alle stakeholders is nog nodig om de doorontwikkeling bij te sturen.

Geconcludeerd wordt dat de Copiloot-app als haalbaar beschouwd kan worden om te integreren in de dagelijkse praktijk en bestaande zorgtrajecten van de Nederlandse primaire, secundaire en tertiaire zorginstellingen. Wel dienen mhealth en gebruikelijke zorg in aanvulling op elkaar gebruikt te worden.

Betekenis voor Nederland

Deze studie is een mooi voorbeeld van het hele proces van ontwikkeling van een mhealth interventie:

  • vanaf een wetenschappelijk onderbouwd patiënten probleem
  • via ontwikkeling in cocreatie
  • en implementatie binnen reguliere zorg
  • tot en met een eerste evaluatie.

Hierdoor wordt een relevante verbetering in de zorg voor een patiënt systematisch ontwikkeld en onderbouwd. Voordeel van deze werkwijze is dat al tijdens de ontwikkeling van de app, samenwerking tussen professionals en patiënt noodzakelijk is, zodat doelen vroegtijdig worden afgestemd en gevalideerd. Triple Aim doelen voor individuele patiënten, populaties en de samenleving lijken hierdoor bereikbaar.

Boodschap aan het veld: pak patiëntproblemen systematisch aan en voorkom verspilling van tijd en geld.

Er is toenemend bewijs voor het succesvol toepassen van mhealth/ehealth. In oktober 2020 werd op deze plek een studie naar de lange termijn effecten van telemonitoring (verzamelen van patiëntdata ten behoeve van het bijsturen van de medische behandeling) op gebruik en kosten van zorg bij onder andere COPD patiënten besproken. Hierbij waren de uitkomstmaten het aantal en de duur van ziekenhuisopnames (veelal ten gevolge van exacerbaties), evenals de zorgkosten. Daaruit bleek dat met telemonitoring wel de zorgkosten verminderden (waarschijnlijk door een verminderd aantal consulten) maar niet het aantal exacerbaties.

In de studie van Korpershoek is de focus op activatie van zelfmanagement bij COPD patiënten om exacerbaties (ziekenhuisopnames) te voorkomen.  Dit lijkt een voor de hand liggende combinatie met het eerdergenoemde verzamelen van data door de behandelaar. Op basis van de resultaten van deze studies zou dit tot een verbetering van de kwaliteit van leven en een vermindering van de kosten door minder exacerbaties kunnen leiden.

Het toenemende bewijs dat mhealth/ehealth interventies effectief zijn omdat ze integrale en persoonsgerichte zorg kunnen versterken maakt dat de standaard inmiddels zou moeten zijn: neem digitale zorg als uitgangspunt en kijk in hoeverre er nog fysieke zorg in aanvulling daarop nodig is.

Kijk op de congresagenda van de Guus Schrijvers Academie: Op 13 april is de volgende bijeenkomst in de online serie over Verkiezingen en de Zorg en 4 juni 2021 vindt het Congres Juiste Zorg op de Juiste plek; voor, tijdens en na de Covid-19 uitbraak plaats. Vooraanstaande sprekers delen dan actuele inzichten over deze onderwerpen. Alle congressen van de Guus Schrijvers Academie zijn ook online te volgen!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *