Financiering specialist ouderengeneeskunde bottleneck
Verenso, de koepelorganisatie van de specialisten ouderengeneeskunde (SO) heeft de noodklok geluid over de zorgverzekeraars, die maar niet de specialist ouderenzorg willen contracteren. Het gaat dan vooral om zelfstandig werkende SO’s. Ik begrijp de zorgverzekeraars wel.
Het zelfstandig contracteren, van wéér een individuele speler in de eerstelijn, met zijn eigen domein en tariefstructuur, wie zit daar anno 2020 feitelijk nog op te wachten? De versplintering in de eerstelijnszorg met allemaal individueel te contracteren spelers en praktijken, het is hopeloos ouderwets, niet productief en bevorderlijk voor de samenwerking en ook administratief een ramp.
Jammer, dat de tarifering en contractering nu zand in de machine van de SO gaat strooien, want aan de noodzaak van een specialist ouderengeneeskunde, en dan vooral zijn/haar kennis, is dringend behoefte in de eerstelijnszorg. Zeker nu van ouderen verwacht wordt dat ze langer thuis in eigen omgeving blijven wonen. Wat ze overigens zelf ook graag willen.
Lastige, ouderwets tariefstructuur.
De tariefstructuur van de SO (zie: https://puc.overheid.nl/nza/doc/PUC_281213_22/2/ en https://puc.overheid.nl/nza/doc/PUC_281225_22/1/) vraagt ook om moeilijkheden. Na verwijzing door de huisarts mag de SO zijn tarief declareren. Daarnaast mag hij, alles onder voorwaarden, een reiskostenvergoeding declareren. Dat laatste zal ongetwijfeld ook bij andere eerstelijnszorgverleners de roep om een reiskostenvergoeding gaan laten aanzwellen. Doet een uitvoerend behandelaar werk dat tot het werk van een andere zorgverlener behoort dan kan de een een rekening daarvoor bij de ander indienen (onderlinge dienstverlening). Wat nu administratieve lasten? En de NZA waarschuwt: niet nog eens betalen voor zorg die al onder eerstelijnsverblijf valt of geriatrische revalidatie. (!)
Onnodig gecompliceerd. Er is overigens wel ook nog de mogelijkheid een experiment aan te gaan en deze hele financieringsstructuur te omzeilen, en een of andere vorm van populatiebekostiging af te spreken. Daarvoor is een aparte afspraak tussen zorgverlener(s) en zorgverzekeraars vereist. Vrij naar eigen inzicht af te spreken, vrije tarieven. Iedereen mag overal zijn wiel uitvinden.
Anachronisme.
We hebben het wel voortdurend over netwerkzorg, en wat zouden we in de eerstelijn toch graag stevige, multidisciplinaire organisaties zien ontstaan die goed in de wijk de populatie kunnen bedienen. Maar faciliteer dát dan en bouw niet langer voort op oude vormen en gedachten.
En zeg nou eerlijk: vervult in de moderne tijd, waar ouderen een steeds belangrijker deel van de zorg-populatie uitmaken, en waar veel meer zorg dan voorheen in en om de thuisomgeving van de patiënt verleend moet worden, een specialist ouderengeneeskunde niet feitelijk de rol van een gespecialiseerde huisarts? Waarom weer aparte structuren voor specialistische zorg in de eerstelijn?
Het kan makkelijker. Grote gezondheidscentra, al of niet onder een koepel, of zorggroep, neem een specialist ouderengeneeskunde in loondienst, integreer dat in het multidisciplinaire team. Betaal zo’n SO goed, zodat het interessant wordt. En maak individuele verrichtingentarieven juist lager, zodat dat onaantrekkelijk en een anachronisme wordt.
Auteur; Martien Bouwmans