interview met Wilma Gottgens
“Drie groepen van burgers verdienen bijzondere aandacht vanwege geneesmiddelgebruik: kwetsbare ouderen met multi-morbiditeit, patiënten met psychopathologie en kwetsbare kinderen met bijvoorbeeld ADHD. Bij al deze patiënten verzorgen apothekers als behandelaar de farmaceutische zorg in samenwerking met andere zorgverleners zoals dat is verankerd in de WGBO, Wet BIG en de Geneesmiddelenwet. Het begeleiden en bewaken van goed gebruik van geneesmiddelen door apothekers heeft een lange geschiedenis en is ook maatschappelijk geaccepteerd: al eeuwen zijn apothekers degenen met verstand van de werking van geneesmiddelen. Goed geneesmiddelengebruik leidt tot gezonder ouder worden met minder ziektelast en cardiovasculaire risico’s, tot meer kwaliteit van leven van patiënten met psychiatrische kwetsbaarheden en tot voorspoediger ontplooiing van drukke kinderen zonder al te veel medicatie.” Woorden van deze strekking sprak Wilma Göttgens tijdens mijn interview met haar. Zij gaf dat interview als onderdeel van een serie voorbeschouwingen op het congres De eerste lijn in 2020- 2030: regionalisatie, zorgvernieuwing en governance. Dat vindt plaats op 6 maart in het Stadion Galgenwaard te Utrecht.
Wie is Wilma Göttgens?
Sinds `1983 ben ik openbaar apotheker in Beuningen, nabij Nijmegen. In een team van 30 medewerkers waarvan vier apothekers verzorgen wij vanuit Apotheek Blankenburgh ongeveer 20.000 patiënten. Wij werken samen in de regio met collega’s en meerdere ziekenhuizen. Ik ben ook kader-apotheker GGZ en ondersteun collega’s bij ethische vraagstukken. Naast farmacie heb ik ook filosofie gestudeerd. Ik geef les over de professionaliteit en ethiek aan startende apothekers. Verder zit ik in regionale en nationale werkgroepen om de kwaliteit en de inbedding van de farmaceutische zorg in de zorgnetwerken te bevorderen.
Er zijn dus drie groepen van burgers die extra aandacht vragen: laten we eerst kijken naar de kwetsbare ouderen
Nou ja, daar vallen voor mij ook mensen onder met chronische aandoeningen, zoals de ziekte van Parkinson, dementie, COPD en hartfalen. Zij gebruiken per dag veelal meer dan vijf medicamenten. Voor hen zijn apothekers als behandelaar extra waardevol. Begeleiden van het dagelijks goede gebruik, alert zijn op ongewenste bijwerkingen en nauwkeurig volgen van de effectiviteit van medicatie door monitoren van laboratoriumuitslagen; indien nodig afstemming met verschillende voorschrijvers over aanpassen van de medicatie; het vereenvoudigen van de medicatie; het ondersteunen van therapietrouw en signaleren ne herstellen van ongewenste wisselwerkingen. Wel nu, heel kort geformuleerd, voor kwetsbare ouderen kan veel winst behaald worden als de expertise van de apotheker meer en beter benut wordt bij het beschikbaar stellen van chronische medicatie en jaarlijkse evaluaties van het gebruik. Ik voeg nog toe: in een verpleeghuizen wordt de vaste ‘huisapotheker’ gemist. Dat is een groot risico voor de kwaliteit van de verpleeghuiszorg. Elk verpleeghuis of ouderen-woonzorgvormen zou één vaste apotheker moeten hebben waarmee de een huisarts of specialist ouderenzorg een effectieve samenwerkingsrelatie kan opbouwen.
En wat kunnen jullie betekenen voor de tweede groep, de mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen?
Bij hen speelt een aantal grote problemen: de gemiddelde levensduur is zo’n twintig jaar korter dan van mensen zonder psychische problemen (1), medicatie wordt vaak anders gebruikt dan bedoeld of gestopt omdat de bijwerkingen niet verdragen worden en goede begeleiding op kritische momenten van ontregeling en verwarring ontbreekt. (2), Verslavingsproblemen en middelengebruik komen vaker voor (3) en het gebruik van bijvoorbeeld antidepressiva en antipsychotica luistert heel nauw (4). De openbare apotheker kan extra aandacht geven aan de motivatie voor therapietrouw en overgebruik voorkomen; bij antidepressiva en antipsychotica de goed gebruik gevolgd worden en de keuze en de dosering van de medicatie op maat gemaakt worden op basis van meetwaarden en bijvoorbeeld farmacogenetica ; en bij de contactmomenten bij afhalen van medicatie navragen van bijwerkingen en last but not least: begeleiding bij geleidelijk afbouwen en stoppen van medicatie als de toestand van de patiënt dat toelaat.
Als derde groep noemde je de kinderen met ADHD
Hier speelt voor huisartsen en jeugdartsen het probleem van pillen of praten/educatie. Bovendien speelt de vraag: welk probleem zijn we waar aan het behandelen: het kind zelf dan is het een kind met een probleem. Het kan ook zijn dat omgeving voor het kind aandacht vraagt. Dan is er sprake van een kind in problemen. Afgelopen jaren is hard gewerkt aan de multidisciplinaire standaard voor de diagnose en behandeling kinderen met druk gedrag en aandachtsproblemen waarin educatie van de omgeving zoals gezin en school als eerste en farmacotherapie voor het kind als laatste geadviseerd wordt. Deze kritische kijk op het toepassen van geneesmiddelen heeft mijn warme belangstelling.
Wat zijn de randvoorwaarden voor goede farmaceutische zorg bij deze drie groepen?
Die zijn voor alle drie hetzelfde: de behandelrelatie tussen burger en apotheker beter verankeren in de maatschappij door ieder naast een huisarts ook een vaste ‘huisapotheker’ te laten kiezen waar zij hun medicatie verkrijgen: deze apotheker is eerste aanspreekpunt voor het de actuele medicatiedossier (1), beschikbaarheid en leveringszekerheid van geneesmiddelen in Nederland (2) de invoering en implementatie van de multidisciplinaire richtlijn Overdracht van medicatiegegevens in de keten (3) terugdringen van de enorme administratieve overlast (4) meer handelingsruimte bij keuze van beste geneesmiddel of et bereiden van een geneesmiddel op maat en basis-set geneesmiddelen in de basisverzekering zonder eigen risico voor de patiënt (5) een passend en kostendekkend tarief om deze verantwoordelijkheid conform de professionele standaard van de apotheker uit te kunnen voeren (5) Nu is de vergoeding voor de apotheek voor het overgrote deel gerelateerd aan het verstrekken van geneesmiddelen terwijl minderen en stoppen van medicatie voor goede zorg noodzakelijk maar ook tijdrovend is. Er gaat nu veel te veel tijd verloren met het zoeken van oplossingen voor geneesmiddeltekorten en gedoe over vergoedingen. Tijd die veel beter besteed kan worden aan optimaliseren van geneesmiddelgebruik bij kwetsbare ouderen, patiënten met psychiatrische aandoeningen of kwetsbare kinderen. Het extra-geld voor onze zorguren zal meer opleveren aan besparingen op bespaarde kosten op de verstrekte geneesmiddelen.
De apotheker als dossierhouder
Vaak kloppen de medicatiedossiers niet of zijn ze onvolledig. Dat speelt in de ggz, de ziekenhuizen, de ouderenzorg en de eerste lijn. Net zoals in het verleden zou één apotheker weer eerste aanspreekpunt voor het geneesmiddeldossier moeten zijn. Die is dan verantwoordelijk voor de juistheid en volledigheid van de gegevens. Natuurlijk moet zo’n dossier toegankelijk zijn voor artsen en apothekers die een behandelrelatie met de patiënt hebben. Maar zoals burgers in Nederland een eigen huisarts hebben zo zouden zij ook een eigen apotheker moeten hebben.
Standaard voor informatie-overdracht
Ik hoop dat het Zorginstituut binnenkort de Informatie-standaard medicatieproces vaststelt. Die gaat gelden in de keten tussen huisarts, openbare apotheker, ziekenhuisapotheker, wijkverpleegkundige, specialist ouderengeneeskunde en medisch specialist. De door te geven informatie betreft volgens deze standaard niet alleen de voorgeschreven geneesmiddelen, maar ook de kans op allergische reacties en te verwachten bijwerkingen, de laboratoriumwaarden en de geldigheidsduur. Deze standaard gaat veel narigheid bij patiënten en vele onnodige ziekenhuisopnamen voorkomen.
Waarover moet het congres op 6 maart vooral overgaan?
Veel openbare apothekers in Nederland werken bovenstaande uit in hun praktijk. Die zitten in bijvoorbeeld in Den Haag in Rotterdam en Nijmegen en Bennekom. In het congresprogramma is al de goede farmaceutische zorg in Twente opgenomen. Prima zo. Maar als jullie nog ruimte hebben, bied je dan ook een podium aan de goede voorbeelden van deze apothekers?
Agenda congressen Guus Schrijvers Academie
Op vrijdag 6 maart vindt te Utrecht het congres De eerste lijn in 2020- 2030: regionalisatie, zorgvernieuwing en governance. plaats. Klik hier voor meer info en inschrijving.