Jeugdbeleid: tien tips voor wethouders en raadsleden

Tien tips voor gemeenten om preventie rond de eerste 1.000 dagen van een kind en de kwaliteit van de jeugdzorg op een hoger niveau te krijgen.

Bevorder het aanbieden van het programma VoorZorg en andere wetenschappelijke bewezen effectieve interventies bij kinderen en hun ouders. Dit is de eerste van tien tips die aan de orde komen op het congres Vroeg Begonnen Veel gewonnen. Dat vindt op vrijdag 17 mei plaats in Utrecht.

VoorZorg

VoorZorg bestaat uit een intensief schema van huisbezoeken door ervaren VoorZorgverpleegkundigen. De huisbezoeken beginnen in de zestiende week van de zwangerschap en gaan door tot het kind 2 jaar is. Op dit moment gebruiken slechts zo’n 80 van de 380 gemeenten het VoorZorgprogramma. Terwijl toch in Nederland én elders in de wereld bewezen is, dat dit soort programma’s effectief is voor preventie van kindermishandeling en verbetering van de gezondheid van moeder en kind. Bovendien bespaart het de gemeente geld op latere leeftijd van het kind.

Verbetersuggesties gemeenten

Omdat wethouders en raadsleden onze congressen niet zo vaak met een bezoek vereren, vragen wij alle sprekers op 17 mei om niet alleen professionals, beleidsmedewerkers en vertegenwoordigers van ouders van verbetersuggesties te voorzien. Richt je ook op de politiek verantwoordelijken bij de gemeenten, is ons verzoek. Hieronder volgen alvast negen andere tips aan wethouders en raadsleden die zorg en/of welzijn in hun portefeuille hebben.

2. Maak van de toegang de achterdeur! Met andere woorden: investeer serieus in hoogwaardige preventie. En dat zowel individueel als populatiegericht. Klik hier voor meer informatie.

3. Nothing about them without them! Betaal op preventie gerichte kwaliteitsprojecten van zorgaanbieders en groepen ouders uit een begrotingspost voor zorginnovatie. Die projecten betreffen vaak meer dan één zorgorganisatie of groep ouders of kinderen. Reguliere financiering is zelden aanwezig en zeker niet voor de evaluatie van het project.

4. Laat jeugdgezondheidszorg en jeugdzorg hun diensten vooral aanbieden in nauw overleg met huisartsen en hun praktijkondersteuners. Vaak constateren die bij kinderen en hun ouders dezelfde problemen als jeugdprofessionals. Goede samenwerking zorgt ervoor dat de kwaliteit van zorg verbetert en de verschillende disciplines niet langs elkaar heen werken.

5. Benadruk de functie van hoofdbehandelaar of casemanager. In gezinnen met vele problemen tegelijk (verslaving, kindermishandeling, financiële schulden, stress) moet duidelijk zijn wie de verantwoordelijkheid neemt en de hulp- en dienstverlening coördineert en wie de eerste contactpersoon voor het gezin is.

6. Streef een jeugdteam na dat onafhankelijk is van aanbieders van gespecialiseerde jeugdzorg. Doe je dat niet, dan loop je het risico dat het team veel verwijst naar de laatstgenoemde zorg. Dat is de uitkomst van een recente studie van het Centraal Planbureau.

7. Zorg dat de inkoopvoorwaarden waarmee je jeugdzorg contracteert niet te uitgebreid zijn. Wij kennen een gemeente die een document van 130 pagina’s hanteert waarop zorgaanbieders hun jaarlijkse offerte moeten baseren. Dat betekent enkele weken werk voor beleidsmedewerkers die je dan niet kunt inzetten voor kwaliteitsbevordering. Belangrijk bij de inkoopvoorwaarden zijn alleen de openingstijden, de aanwezigheid van doorverwijscriteria naar gespecialiseerde jeugdzorg en de nagestreefde wachttijd voor nieuwe cliënten. Daarnaast is een maximaal budget wenselijk waarbinnen een aanbieder moet kunnen schuiven tussen alle kostensoorten.

8. Realiseer naast wijkgebonden zorg een digitaal platform dat verzoeken om hulp bijtijds en deskundig beantwoordt. Online hulpverlening kan een goede aanvulling zijn op bestaande hulpverlening aan jongeren en ouders. Het is laagdrempelig en anoniem.

9. Streef ernaar dat de GGD- statistieken over de jeugd aansluiten op die van de aanbieders van jeugdzorg. Vaak gebruiken de GGD en aanbieders van zorg en welzijn verschillende definities, leeftijdsindelingen en wijkindelingen ten behoeve van hun statistieken. In zo’n situatie kun je bijvoorbeeld niet nagaan of de vraag naar jeugdzorg per 1.000 kinderen toeneemt of afneemt.

10. Evalueer jaarlijks je jeugdbeleid samen met wethouders, gemeenteraadsleden, professionals, cliëntenraadsleden bij zorgaanbieders en leidinggevenden van zorgaanbieders. Deze evaluaties verbeteren de zorg. Bovendien leren de mensen binnen een gemeente of regio die verantwoordelijk zijn voor jeugdbeleid elkaar beter kennen zo.

Vroeg begonnen, veel gewonnen!

Werk jij in het jeugdbeleid, de jeugdgezondheidszorg of in de jeugdzorg? Ken jij wethouders of raadsleden met de portefeuille welzijn en/of zorg? Wil jij hun dit bericht dan toesturen en oproepen om naar dit congres te komen op 17 mei? Marcella Hendrickx, wethouder van de gemeente Tilburg, is een van de sprekers. Zij vertelt over het preventief jeugdbeleid in haar gemeente. Je bent zelf natuurlijk ook van harte welkom om mee te praten en nieuwe kennis op te doen over de preventieve hulpverlening aan de allerkleinsten en hun ouders. Klik hier voor het programma, de sprekers, en meer informatie.

1 reactie

  1. beste Guus, jeugdbeleid moet toch beleid zijn dat gericht is op alle vindplaatsen waar kinderen zich bevinden: thuis, school, straat, club. Omdat kinderen 6-18 ongeveer 30% van hun wakkere tijd op school zijn (of op weg er naar toe of van school naar huis) is school een belangrijke vindplaats. Jeugdbeleid dient dan ook integraal te zijn, waarbij er een verbinding is tussen onderwijs en jeugdzorg/-hulp. Die verbinding ontbreekt in vele gemeenten, in. sommige andere loopt die wel goed. Het zal de moeite waard zijn op 17 mei daaraan aandacht te besteden

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *