Een op de vier kinderen verzorgt gedurende langere tijd een ziek zusje of broertje of de eigen zieke vader of moeder. Dat gegeven haalde de GGD Gelre-IJssel boven tafel. Het Sociaal Cultureel Planbureau komt op een op de tien kinderen. In elke schoolklas van 25 kinderen zitten dus twee tot zes kinderen die mantelzorgen. Uit onderzoek blijkt ook dat deze kinderen te vroeg oud worden. Ze hebben geen tijd om op straat te spelen. Er is geen tijd voor vriendjes en vriendinnetjes. De rapportcijfers gaan omlaag. Net als volwassen mantelzorgers waarschuwen ze niet bijtijds dat het hen te veel wordt. De liefde voor de zieke huisgenoot staat centraal. Daardoor houden jonge mantelzorgers geen rekening met hun eigen grenzen.
Maatregelen
Om het werk van jonge mantelzorgers af te remmen bestaan verschillende mogelijkheden. Ten eerste is er de bewustmaking. Leraren op het basis- en voortgezet onderwijs zouden er een les aan kunnen wijden. De boodschap: langdurige mantelzorg door kinderen lijkt op kinderarbeid. En bij slechte schoolprestaties van een leerling zouden zij kunnen doorvragen naar de oorzaken.
Verder zouden jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen er standaard vragen over kunnen stellen. Vaak ontvangt de zieke huisgenoot zorg van huisartsen, POH’s of via een sociaal wijkteam. Ook al die professionals zouden alert moeten zijn bij het opsporen van die jonge verdrukte mantelzorgers.
CIZ
Vroeger rekende het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) een thuiswonend kind als 50% van een volwassen mantelzorger. Op basis daarvan berekende zij de hoeveelheid betaalde zorg. Als er gemeenten zijn die deze regel nog steeds gebruiken bij het berekenen van de WMO-zorginzet zouden die dat af moeten schaffen. Want elk kind heeft recht op een fijne jeugd.
Mantelzorgcongres
Op het congres ‘Mantelzorg is goedkoop maar niet gratis’, gaan diverse sprekers in op de problemen en oplossingen voor jonge mantelzorgers. Ben je geïnteresseerd om het Mantelzorgcongres op 20 april bij te wonen? Klik dan hier voor meer informatie of schrijf je alvast in.
Hartelijk dank voor de aandacht die u vraagt voor jonge mantelzorgers. Er is nog een groep die ik graag onder de aandacht wil brengen waarvan ik denk dat de belasting groot is en de zorg ‘voor’ klein. Het gaat om jonge ouders die een (ernstig)gehandicapt kind krijgen. Zelf kreeg ik 18 jaar geleden een gezonde zoon die na 4 maanden een zeer ernstige epilepsie ontwikkelde. De epileptische aanvallen heeft hij tot op de dag van vandaag nog altijd elke dag meerdere keren en een diagnose nog steeds niet. Hij heeft zich niet meer ontwikkeld en is volledig van ons afhankelijk. Niet alleen voor zijn verzorging, maar ook om het leven zelfs maar een klein beetje te ervaren. Als niemand iets doet, dan (be)leeft hij niets! Dat is een huizen hoge last voor mensen in de bloei van hun leven waar nauwelijks aandacht of ondersteuning voor is en waar veel meer aandacht voor zou moeten zijn! Tot op de dag van vandaag is daarin maar bar weinig veranderd. In instellingen worden deze kinderen wel verzorgd, maar wordt hen geen leven geboden en dus blijft de belasting voor het gezin ondraaglijk groot, ook na uithuisplaatsing wat vroeg of laat aan de orde komt. Waar kleine mantelzorgers wonen, wonen vaak ook grote mantelzorgers die aan het overleven zijn en voor beide vraag ik via deze weg méér aandacht, want dat verdienen ze!
Het is een zware belasting voor een kind als hij/zij moet zorgen voor:
• emotionele ondersteuning
• regelen, o.a. regelen hulp of coördineren de zorg voor de hulpbehoevende
• administratie
• hulp bij huishouden
• hulp bij de persoonlijke verzorging
• vervoer
• bezoeken van een arts
Bij het zorgen komt veel kijken zoals:
•Kennis van ziekte of beperking, hoe die zich ontwikkeld bij ouder worden, of de ziekte is geaccepteerd of IQ laag is of hersenbeschadiging is.
•Plannen, regelen, anderen informeren, afstemmen, controleren of afspraken of toezeggingen worden nagekomen, alternatieven bedenken, etc
•Administratieve zaken (bv ordners op orde, toezicht of geen post weg wordt gestopt, verzekeringen, geld, bankieren, brieven schrijven en bellen instanties, bezwaren maken, werk, UWV en CAK, gemeente, toeslagen, belasting);
•Persoonlijke verzorging en redzaamheid (bv eten en drinken, op tijd douchen, wassen, verschonen, kast op orde, hulpmiddelen, medicijnen aanvragen en halen, medicijnendoos vullen, vervoer);
•Sociaal-maatschappelijk functioneren (bv werk, dagbesteding, omgaan met mensen die hulp verlenen, vrijwilligerswerk, soos, kerk, hobby, sport, planning en afspraken);
•Huishoudelijke verzorging (bv ook voldoende huishoudelijke hulp regelen, klusjes, toezicht voldoende schoon);
•Persoonlijke contacten. (bv buren, contact blijven houden met vrienden en familie, uitjes, computer, facebook en mail, familie bijeen)