Sommige gemeenten hebben hun Wmo-consulenten op de eigen loonlijst staan. Want zij gaan beslissen over toelating tot de Wmo voor bijvoorbeeld jeugdzorg. Die beslissing heeft grote financiële consequenties. Dan kun je die Wmo-consulenten maar beter in dienst hebben. Want die luisteren dan beter naar hun wethouder. De artsen van de jeugdgezondheidszorg zijn toch ook al in gemeentedienst?
Andere gemeenten zijn het daar niet mee eens. Want die Wmo-consulenten moeten vaak samenwerken met bijvoorbeeld huisartsen, wijkverpleegkundigen en ouderenzorg. Wmo-consulenten in dienst van de eerstelijn kunnen dan uitstekend de belangen van de cliënt behartigen. Maar die kostenbeheersende wethouder als werkgever bestaat dan niet meer. Waar moeten de nieuwe gemeenteraden nu voor kiezen? Voor eigen Wmo-consultenten? Of krijgen deze consulenten een onafhankelijke positie?
AWBZ-Wmo congres
Op 11 april bespreekt Rogier den Uyl dit duivelse dilemma. Hij doet dat op het congres over AWBZ, Wmo en de Wet langdurige Zorg in Zeist. Den Uyl is directeur van de Radargroep en adviseert vele gemeenten over de invulling van de nieuwe Wmo-taken. Wil jij naar de workshop van Rogier? Klik dan hier voor meer informatie over dit congres.