door Guus Schrijvers.
Stel dat regionale zorgaanbieders zorgpaden hebben ontworpen voor patiënten met chronische aandoeningen. Hiervoor willen zij onder meer gebruik maken van een sterk digitaal netwerk voor de telecommunicatie tussen patiënten en professionals en tussen deze laatsten onderling. Dat netwerk komt niet van de grond: er is geen geld voor software-aanschaf, een ICT-helpdesk en scholing van mantelzorgers, patiënten en professionals. Als het aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ligt, is de bekostiging hiervan binnenkort mogelijk. Want zij bereidt een betaaltitel voor van activiteiten die zowel de Zorgverzekeringswet als de Wet Langdurige Zorg betreffen. Gezondheidseconoom Guus Schrijvers licht toe en beoordeelt een goed plan.
Wat is de status van het NZa-voorstel?
De Informatiekaart Sectoroverstijgende betaaltitel bevat het NZa-voorstel dat structurele betaling van het digitale netwerk hierboven mogelijk maakt. De kaart telt zes pagina’s. en een vragenlijst met drie vragen. De antwoorden daarop kan de lezer opsturen naar de NZa. Dit vormt een onderdeel van de openbare consultatieronde die loopt tot eind mei. Op basis van de reacties gaat de NZa een voorstel doen aan regering en parlement om de Zvw en de Wlz te wijzigen om de genoemde betaaltitel wettelijk mogelijk te maken.
Waar gaat het over?
Als het voorstel in de wet is opgenomen, kunnen zorgaanbieders, zorgverzekeraars en zorgkantoren afspraken maken over initiatieven die lastig te bekostigen zijn met de reguliere betaaltitels. De NZa verwacht dat dit bijdraagt aan meer passende zorg voor patiënten. Zorgaanbieders, zorgkantoor en/of zorgverzekeraar vragen de nieuwe betaaltitel aan. De NZa toets die snel en marginaal. Zo ontstaat er bij de aanvragers ruimte en flexibiliteit voor samenwerking en maatwerk. De NZa benadrukt dat het gaat om een aanvullende mogelijkheid voor maatwerk voor het samen leveren van zorg, die geldt naast de reguliere bekostiging. Die vervalt, als partijen ervoor kiezen gebruik te maken van de aanvullende mogelijkheid.
Drie voorbeelden
Ter bepaling van de gedachten noemt de NZa drie voorbeelden. Met het eerste begint dit artikel. Het tweede betreft een heup- en knieketen dat lijkt op het eerste voorbeeld. Het derde voorbeeld betreft een jonge verslaafde vrouw met een verstandelijke beperking. Zij ontvangt én langdurige begeleiding (Wlz) én kortdurende geneeskundige zorg vanwege haar verslaving (Zvw). Er is altijd gedoe wie wat betaalt. Door de nieuwe betaaltitel wordt het mogelijk dat WLZ-begeleiders ook assisterende medische taken uitvoeren en overleggen met de arts.
Waar gaat het voorstel niet over?
Het sociale domein en niet-verzekerde preventieve activiteiten vallen niet onder Zvw en Wlz, dus ook niet onder de sector overstijgende betaaltitel, die de NZa voorstelt. De wijzigingen in de Wlz en Zvw betreffen 1. De betaling van eigen risico’s door cliënten/patiënten die in beide wetten verschillen en 2. De verdeling van de totale kosten van deze nieuwe betaaltitel over de Zvw- en de Wlz-uitkeringen die zorgverzekeraars ontvangen.
Voordelen van het NZa voorstel
De NZa noemt als voordeel van het voorstel dat de zorgverlening beter kan aansluiten bij de zorgvraag van de patiënt. Verder krijgen substitutie en samenwerking een betere betaaltitel. Als derde voordeel noemt zij het verdwijnen van discussies over ongecontracteerde zorg van bijvoorbeeld een praktijkondersteuner van een huisarts, omdat er een afspraak onder ligt in de vorm van de nieuwe betaaltitel.
NZa: richt je op drie groepen patiënten
Het is een goede poging van de NZa om zorg-op-maat en professionele samenwerking een eigen betaaltitel aan te bieden. Het voorstel ondersteun ik graag. Hieronder volgt een uitwerking ervan voor drie groepen patiënten waar het voorstel tot betere zorg leidt. Ten eerste zijn er de mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen (EPA). Zij verblijven tegenwoordig veelal in beschermde woonvormen op kosten van de Wlz. De Nieuwsbrief Zorg en Innovatie schreef hierover al eerder. Voor hun psychiatrische behandeling en medicatie zijn zij aangewezen op de Zvw. Veelal staat die los van de Wlz-begeleiding die zich onder meer richt op therapietrouw bij medicatie. Net als in het derde NZa-voorbeeld hierboven biedt de nieuwe betaaltitel hier ruimte voor de samenwerking. De tweede groep bestaat uit patiënten onder palliatieve behandeling, veelal aangeboden door huisartsen en wijkverpleegkundigen maar ook door speciale teams. Vooral indien patiënten vóór hun terminale fase waren aangewezen op het volledige of modulaire WLZ pakket, lukt het thans zelden om tot samenwerking te komen met wijkverpleegkundigen (Zvw) of met de hulpverleners van eerstelijnsverblijf (Zvw). Verder komt adequate multidisciplinaire pijnbestrijding zelden tot stand. De nieuwer betaaltitel kan hier lucht bieden voor samenwerking. De derde groep bestaat uit thuis wonende kwetsbare ouderen. Veelal hebben zij dagelijks wijkverpleegkundigen (Zvw) over de vloer, bij een val komen eerstelijns-verblijf (Zvw) of geriatrische revalidatie (Zvw) om de hoek kijken. Indien de kwetsbare ouderen reeds beschikten over het modulair of complete Wlz-pakket thuis, wordt het borgen van de afstemming en continuïteit van de zorg nog ingewikkelder. Bij elk van de drie groepen patiënten biedt een sector-overstijgende betaaltitel de mogelijkheid dat reeds aanwezige hulpverleners beschikbaar blijven bij verslechtering van de gezondheid van een cliënt. Zij gaan niet over naar een ander team dat functioneert op basis van een andere betaaltitel. Het bestaande team wordt dan alleen uitgebreid.
Geen lege huls maar cocreatie
De invoering van de sector overstijgende betaaltitel kan samenwerking, zorg-op-maat, kwaliteitsborging en digitalisering van de zorg verbeteren. Of dat gebeurt, hangt af van 1. de bereidheid van zorgverzekeraars om onderling samen te werken bij het aanvragen bij de NZa van deze betaaltitel en 2. de hoeveelheid geld die beschikbaar komt voor het uitvoeren van deze betaaltitel. Is de score op beide punten minimaal, dan wordt de betaaltitel een lege huls. Dit is te voorkomen, indien de branche-organisaties voor beschermd wonen, de ggz, de palliatieve zorg, Verenso en de integrale ouderenzorgnetwerken in co-creatie overleggen met Zorgverzekeraars Nederland en NZa over het ambitieniveau voor de nieuwe betaaltitel en welke bestaande regelingen deze zou kunnen vervangen.