In haar advies over de nieuwe bekostiging van de wijkverpleging wil de NZA het mogelijk maken om vanaf 2022 te gaan experimenteren met een nieuwe vorm van bekostiging van de wijkverpleging. Het is de bedoeling dat de bekostiging gaat plaatsvinden op basis van clientprofielen. Dat maakt het mogelijk om weg te gaan van de productiegedreven urenzorg. Martien Bouwmans, adviseur zorg en welzijn, licht toe.
De NZA omschrijft het zo: “Daarom adviseren we om binnen de wijkverpleging naar een bekostiging te gaan die meer ruimte biedt voor het organiseren van zorg rond de cliënt, samenwerking binnen de wijkverpleging en over de domeinen heen. Inzicht in uitkomsten van zorg en contractering langs zowel kosten als inhoud zijn hierbij belangrijk. Een bekostiging die een meer inhoudelijke contractering op basis van zorgzwaarte en kwaliteit stimuleert. Zo bewegen we weg van de productieprikkel van het betalen per uur geleverde zorg.”
Belangrijk is dat de NZA vaststelt dat de wijze van bekostigen sturende invloed heeft. “ We zien dat de manier waarop we zorg vergoeden een sterke sturende werking kan hebben op het gedrag van zorgaanbieders en zorgprofessionals”. Dat besef is belangrijk en geldt ook voor tal van andere sectoren waar verrichtingen-bekostiging vooral naar productie stuurt.
Van kwantiteit naar kwaliteit.
De NZA heeft ook belangrijke doelen: In de nieuwe bekostiging zorgen we dat de focus in de bekostiging verschuift van kwantiteit naar kwaliteit: inzet op innovatie en zelfredzaamheid wordt beloond, contractering kan steeds meer op basis van kwaliteit en betalen op basis van volume (per uur geleverde zorg) wordt steeds minder gebruikt. Zo worden zorgverzekeraar en zorgaanbieder aangespoord om intern niet langer te sturen op uren geleverde zorg, maar op goede uitkomsten voor de cliënt. Daarmee ontstaat maximale ruimte voor het professionele inzicht van de wijkverpleegkundige.
Aan de doelen mankeert niets, evenmin aan de richting die de NZA wil inslaan. De NZA wil een jaar of 5 experimenteren, waarbij de oude tariefstructuur gehandhaafd wordt maar daarnaast ruimte ontstaat voor wie dat wil voor experimenten met de nieuwe bekostiging op basis van de clientprofielen. Pas in 2027 wordt het experiment beëindigd en moet er opnieuw bekeken worden of een nieuwe bekostigingsstructuur kan worden ingevoerd. Einde experiment is niet automatisch een nieuwe bekostigingsmethodiek. Hoe de afweging voor invoering van een nieuwe systematiek wordt gemaakt is overigens niet duidelijk.
Regionale samenwerking bevorderen.
Opmerkelijk is het voorstel om binnen de experimenten ruimte te maken voor meer structuur en uniformiteit in zorgfuncties die gaan over organisatie en infrastructuur van zorg, de zogenoemde systeemfuncties. “Een systeemfunctie”, zo zegt de NZA, “ is een regionale organisatievorm, die nodig is om de lokale zorg optimaal te kunnen leveren. Het gaat niet om individuele zorglevering. Met uniforme prestaties stimuleren we regionale samenwerking en contractafspraken over inhoudelijke thema’s met een herkenbare vergoeding. Voor deze prestaties geldt een contractvereiste”.
Het beeld hoe dergelijke prestaties er uit gaat zien ontbreekt nog, wel is duidelijk dat de niet-gecontracteerde wijkverpleging, -terecht-, niet voor deze prestaties in aanmerking gaat komen.