Oncologische netwerken komen eraan. Maar hoe?
In de Verenigde Staten en in Engeland bestaan netwerken van artsen en ziekenhuizen die oncologische zorg bieden. Die bevorderen de kwaliteit van zorg en remmen de kostenontwikkeling af. Want voor een kankerpatiënt vinden diagnostiek en behandeling van een kankerpatiënt tegenwoordig zelden bij één arts en in één ziekenhuis plaats. De optimale omvang voor zo’n netwerk is drie miljoen inwoners. Dan kan één netwerk vrijwel alle oncologische zorg bieden. Voor Nederland zijn thans acht netwerken in voorbereiding. Ze heten CCN’s: Comprehensive Cancer Networks. Wetenschappelijk gezien is hun gemiddelde omvang qua inwoners te klein. Die bedraagt slechts 2,1 miljoen inwoners en geen drie miljoen. Maar er speelt nog wat anders.
Optimale omvang
De oncologie onderscheidt 24 tumorsoorten: elk met een eigen prevalentie, zorgpad voor diagnostiek en beslisbomen voor behandeling. Alleen in de eindfase, als er sprake is van gevorderde uitzaaiingen, is er sprake van een common pathway van palliatieve zorg. Omdat prevalenties zo kunnen verschillen, wisselt de optimale omvang van een CCN per tumorsoort. Voor borstkanker, dat vaker voorkomt, is een netwerk per 600.000 inwoners prima te organiseren Maar voor eierstokkanker, dat veel minder vaak voorkomt, zou Nederland moeten volstaan met slechts twee CCN’s van elk 8,5 miljoen inwoners.
CCN per tumorsoort
Als Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) en andere organisaties voor oncologische zorg kiezen voor CCN’s per tumorsoort, wijken ze af van de Amerikaanse en Engelse praktijk. Het is wel een spannende weg die aansluit op de beleving van patiënten en professionals. Hij sluit ook aan op een algemeen uitgangspunt van geïntegreerde zorg: organiseer samenwerking op een zo’n laag mogelijk niveau. Ik wens prof. Peter Huijgen, IKNL-voorzitter en zijn medewerkers veel wijsheid toe bij het kiezen tussen beide opties voor CCN’s. Mijn voorkeur gaat uit naar CCN’s per tumorsoort. Wat vind jij?
Aanleiding voor dit stuk is een inspirerende lezing van Peter Huijgen op een bijeenkomst die ik voorzat. Dat was op 12 april jl. bij Sanofi Genzyme in Naarden met leidinggevenden in de oncologische zorg van tal van grote ziekenhuizen .