Oogzorg: er kan meer in de eerste lijn

Op een ochtend om 9.30 stapt een man, ik noem hem Kees Jansen, een opticien binnen voor nieuwe glazen: want hij ziet minder scherp en af en toe vlekjes. De aanwezige optometrist kijkt het oog na en constateert netvliesloslating, in vakjargon ablatie. Zij benadrukt dat snel ingrijpen noodzaak is. De optometrist biedt aan even de oogarts en de huisarts van Kees te bellen met wie zij altijd al samenwerkt. Kees neemt het aanbod aan. Hij kan die dag om 1300 uur terecht in het plaatselijke ziekenhuis. Na aanvullende diagnostiek bepalen oogarts en Kees wat de beste behandeling is. Dat is een oogoperatie. De oogarts heeft die dag nog ruimte om 15.00 uur. Kees accepteert ook dit aanbod. Hij belt vrouw en zoon. Die zijn er om half drie en begeleiden hem om 16.00 uur naar huis. ’s Avonds komt Kees bij van zijn intensieve dag.

JZODJP op 26 november

Deze casus kwam aan de orde op 6 november als goed voorbeeld tijdens het congres, dat de Guus Schrijvers Academie organiseerde over acute-zorgketens. Op 26 november komen vergelijkbare voorbeelden terug op het congres Juiste Zorg op de Juiste Plek: hoe nu verder? Dat gebeurt onder meer in twee voordrachten over netwerken voor acute en niet-acute oogheelkundige patiëntenzorg.

Specsavers

Angelique de Wit van Specsavers International, waarvan het hoofdkantoor is gevestigd in Maarssen, is spreker op het congres op 26 november. Specsavers heeft 144 vestigingen en een landelijk dekkend netwerk van optometristen. Op elke vestiging is een funduscamera beschikbaar. Het bedrijf is een samenwerking gestart met een ziekenhuis, waarbij haar optometristen vanaf september 2019 in de Specsaver winkels fundusonderzoeken uitvoeren bij patiënten met diabetische retinopathie. Ook is Specsavers in een eerste verkennende fase met een ander ziekenhuis. Angelique de Wit spreekt over beide innovaties tijdens het congres. Zij gaat uitgebreid in op de nieuwe taken van optometristen en de taakverlichting die zij bieden aan oogartsen.

Huisarts en optometrist

Thomas Winter trekt bij Menzis projecten waarbij huisartsen patiënten met oogklachten in eerste instantie doorverwijzen naar optometristen in de eerste lijn. Hij spreekt daarover op het congres op 28 november. De projecten vinden plaats in Twente, Arnhem en Ede. De resultaten zijn verbluffend. In 2018 zijn er in Twente meer dan 2000 patiënten verwezen naar een deelnemende optometrist. En 80%, (bijna 1800 patiënten) kon buiten het ziekenhuis geholpen worden. Er zijn 417 van de 2000 patiënten door de huisarts alsnog verwezen naar de oogarts. Dat zijn veel minder patiënten dan verwacht. Om het effect op de wachtlijsten in het ziekenhuis te beoordelen is nog meer tijd nodig, maar de resultaten zijn bemoedigend. In zijn presentatie op 28 november gaat Thomas Winter in op de Menzisprojecten.

Het totale congres is veel breder

Deze twee voordrachten gaan over substitutie in de oogzorg. Op het congres komen vele andere substitutie-voorbeelden aan de orde over bijvoorbeeld geboortezorg (spreker Jolande Liebregts van de KNOV), huisartsenzorg in Deventer (spreker huisarts Lucas Fraza), ouderenzorg in Breda (spreker Anita van den Berg, Bedrijfsmanager Amphia Ziekenhuis) en geriatrische revalidatiezorg in Nijmegen (spreker onder meer Rob Tips, Zorginkoper CZ).

Wil jij op 28 november jouw ervaringen met zorgvernieuwing en substitutie delen met collega’s? Wil jij je eigen inzichten aanscherpen door je te spiegelen aan de algemene beelden van plenaire sprekers? Werk jij in de ene sector en wil je je vaardigheden verruimen door kennis te nemen van successen in een andere sector? Klik dan hier, lees de brochure en meld je aan. 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *