Ouderen zijn minder eenzaam dan andere leeftijdsgroepen

Door Guus Schrijvers, gezondheidseconoom en oud-hoogleraar Public Health bij het UMC Utrecht.  

Bespreking van Kos C, J. Hulsebosch, E. Geuzebroek en A. van der Veen, Eenzaamheid in Zuid-Holland, nu en in de toekomst, vragenlijstonderzoek door Onderzoeksbureaus HHM te Enschede en ZorgFocuz te Groningen uitgebracht aan de Provincie Zuid Holland, april 2022.

Inleiding 

Eén van de belangrijkste speerpunten van de Provincie Zuid-Holland is een open en inclusieve samenleving. Eén van de mogelijke gevolgen of oorzaken waarom mensen worden uitgesloten is eenzaamheid. Omdat eenzaamheid vermoedelijk ook raakvlakken heeft met terreinen waarop de provincie actief is, was het in 2020 de wens van de provincie om het thema eenzaamheid nader te verkennen. Dit onderzoek geeft inzicht in de mate van eenzaamheid, welke groepen er lijden onder eenzaamheid en welke demografische, economische, sociale, technologische, ecologische, ruimtelijke factoren daarmee geassocieerd zijn. Eveneens wordt binnen dit onderzoek gekeken naar de mogelijke ontwikkelingen van het verschijnsel eenzaamheid in de (nabije) toekomst. Met de informatie uit het onderzoek wil de provincie zo nodig vervolgstappen zetten binnen onderzoeksterreinen die zich specifiek richten op het (her)inrichten van de fysieke leef- en woonomgeving van Zuid-Holland met als doel eenzaamheid te verminderen en te voorkomen. 

Onderzoeksmethode 

In dit onderzoek gebruiken de onderzoekers de definitie van De Jong Gierveld  (1984) waarbij eenzaamheid wordt gezien als het subjectief ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van) bepaalde sociale relaties. Bij de aanpak van eenzaamheid kan onderscheid gemaakt worden tussen emotionele en sociale eenzaamheid. Bij emotionele eenzaamheid kan de aanpak gericht worden op het vergroten van intimiteit en het vergroten van het gevoel betekenis te hebben. Sociale eenzaamheid kan verminderd worden door in te zetten op het verbeteren van het sociale netwerk en het vergroten van het gevoel erbij te horen. 

Opbouw onderzoek 

De onderzoekers startten met een korte literatuurstudie om kenmerken en eigenschappen te identificeren van eenzaamheid. Aanvullend daarop interviewden zij praktijkdeskundigen die betrokken zijn bij het thema eenzaamheid. Op deze manier ontwikkelden zij de vragenlijst, die als bijlage is opgenomen in het rapport. De vragenlijst is uitgezet onder de inwoners van de provincie, zowel schriftelijk als online en ook specifiek gericht op doelgroepen die via regulier vragenlijstonderzoek moeilijk te bereiken zijn.  

In totaal hebben 2629 inwoners van Zuid-Holland tussen 3 mei en 27 augustus 2021 online of schriftelijk geantwoord op de vragenlijst. Het hier besproken rapport bevat een uitgebreide verantwoording van de ontwikkeling van de vragenlijst en de toegepaste, geavanceerde, statistische analyses. Beoordeling daarvan valt buiten de invalshoek van dit artikel. Dat geldt ook voor de vele beleidsadviezen en tips die de onderzoekers geven aan het bestuur van de Provincie Zuid Holland.  Hieronder volgen enkele resultaten van het onderzoek. Ik selecteerde voor mijn bespreking de uitkomsten met de hoogste maatschappelijke relevantie en nieuwswaarde.  

Eenzaamheid en welbevinden hangen samen 

Bijna de helft (48 procent) van de inwoners in Zuid-Holland ervaart matige eenzaamheid en bijna een kwart (22 procent) van de inwoners ervaart (zeer) sterke eenzaamheid. Tussen de regio’s in de provincie zijn geen significante verschillen waarneembaar in eenzaamheid. Uit de resultaten blijkt de relevantie voor onderzoek naar eenzaamheid: een hogere mate van eenzaamheid hangt samen met een lagere mate van welbevinden.  

Ouderen minder eenzaam dan jongeren; jongeren even eenzaam als andere leeftijdsgroepen 

In tegenstelling tot eerdere bevindingen gaat een hogere leeftijd gepaard met een lagere kans op eenzaamheid. Ook is er de afgelopen tijd veel geschreven en gezegd over vermeende eenzaamheid onder jongeren, al dan niet ten gevolge van de coronacrisis. Op basis van dit onderzoek kunnen we niet concluderen dat de mate van ervaren eenzaamheid onder jongeren afwijkt van die van andere leeftijdsgroepen. Dit onderzoek laat wel zien dat inwoners met een lager opleidingsniveau, door een lagere kans op werk en een lager welbevinden, gepaard gaat met een hogere mate van eenzaamheid. 

Door corona meer eenzaamheid 

Zuid-Hollanders beoordeelden bij het invullen van de vragenlijst hun sociale leven vóór de ingang van de coronamaatregelen met een rapportcijfer van 7,5. Ten tijde van de coronamaatregelen was dit ruim een punt lager: 6,2.  Dit is voor mensen met een zwakkere gezondheid in nog sterkere mate het geval. Waar de onderzoekers op grote schaal hebben gekeken naar mogelijke verklarende variabelen voor het verschijnsel eenzaamheid, blijken demografische kenmerken maar van geringe invloed. 

In steden meer eenzaamheid 

Overeenkomstig met bevindingen uit de literatuur bestaat er in de provincie Zuid-Holland een samenhang tussen eenzaamheid en de mate van stedelijkheid (in de vorm van omgevingsadressen dichtheid). Er blijkt een significant verschil tussen respondenten die woonachtig zijn in een niet stedelijke gemeente en respondenten die woonachtig zijn in een (zeer) sterk stedelijke gemeente. Daarnaast is er een significant verschil tussen de niet-stedelijke gemeenten en de weinig stedelijke gemeenten. Over het algemeen kan gesteld worden: hoe meer stedelijk de woonomgeving, des te hoger de eenzaamheidsbeleving 

Alleen wonen, stoppen met werk, slechte relatie met familie en ziekte leiden tot eenzaamheid en …. 

Vanuit de literatuur zijn er een aantal risicofactoren (of oorzaken) voor eenzaamheid bekend, waarbij het risico groter wordt als deze gecombineerd voorkomen. Het gaat dan om: alleen wonen, stoppen met werk, inadequate band met familie of naasten, en ervaring met lichamelijke of functionele beperkingen waardoor mensen niet meer goed kunnen participeren in de maatschappij. Kijkend naar de gevolgen van eenzaamheid zien we in de literatuur voldoende bewijs voor een samenhang tussen een hogere mate van eenzaamheid en een verminderde algehele fysieke gezondheid en lager welzijn. In dit onderzoek doen we vergelijkbare bevindingen: een hogere mate van eenzaamheid houdt verband met lagere frequentie van het huis uit gaan en een lager fysiek en mentaal welbevinden. 

…. directe woonomgeving en weinig voorzieningen evenzeer 

Naast persoonlijke factoren zijn er vanuit de leefomgeving factoren bekend die interacteren met eenzaamheid. Zo hangt eenzaamheid samen met tevredenheid met de directe woonomgeving (de woning, buurt, veiligheid, sociale cohesie en overlast) en met een minder goede beschikbaarheid en toegankelijkheid tot voorzieningen in de directe omgeving. Praktijkdeskundigen bevestigen dat naast persoonlijke factoren er vanuit de leefomgeving factoren herkend worden die interacteren met eenzaamheid. Zij geven aan dat over het algemeen in wijken met veel overlast, hoge werkloosheid en met een lagere sociaaleconomische status de eenzaamheidsproblematiek groter lijkt te zijn. Dit past bij de kwantitatieve onderzoeksresultaten waar een lagere tevredenheid met de woonomgeving en woonsituatie en lagere sociale cohesie, samenhangt met een hogere mate van eenzaamheid. 

Flatbewoners zijn eenzamer 

Uit dit onderzoek blijkt dat mensen woonachtig in een flat of etagewoning eenzamer zijn dan mensen in een rijtjeshuis door een lagere tevredenheid met de woning en de buurt. Om in de (toekomstige) behoefte aan woningen te voorzien en het bestaande tekort op de woningmarkt naar een functioneel niveau terug te dringen, zet de provincie Zuid-Holland in op een toename van het aantal woningen. Daarbij bestaat de kans dat het aantal flat- of etagewoningen toe zullen nemen. Of dit een toename van eenzaamheid tot gevolg heeft is afhankelijk van de tevredenheid met de woning en buurt en de mate van sociale cohesie.  

Ambulantisering van zorg is risico voor eenzaamheid 

Ook sociale en politieke ontwikkelingen spelen een rol. Met de decentralisatie van zorgtaken van de landelijke en provinciale overheid naar gemeente is er ingezet om mensen zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen woning en wijk te laten wonen. Het risico van deze ‘ambulantisering’ is dat de veilige setting en het sociale contact waarin vaak wordt voorzien in een intramurale setting wegvalt.  

(On)betaald werk hangt niet samen met eenzaamheid 

Aangaande de economie blijkt uit deze studie dat het verrichten van (on)betaald werk niet samenhangt met eenzaamheid. Het huishoudinkomen blijkt daarentegen wel samen te hangen met eenzaamheid: des te lager het inkomen, des te hoger de eenzaamheidsbeleving.  

Mobiliteit heeft geen invloed op eenzaamheid 

De rol van een beperking in de mobiliteit komt uit de literatuur naar voren, maar zien we niet terug in dit onderzoek. Desalniettemin wordt door praktijkdeskundigen aangegeven dat in hun ervaring een verminderde mobiliteit door onvoldoende financiële middelen, ervaren beperkingen of ouderdom ertoe bijdraagt dat de te bereiken afstand van deze inwoners wordt beperkt en daarmee het ervaren van eenzaamheid kan beïnvloeden. Op het gebied van digitalisering toont deze studie aan dat inwoners die aangeven te weinig van digitale omgang te snappen om zo contacten te onderhouden vaker eenzamer zijn. Dat geldt ook voor respondenten die aangeven door het internetgebruik van anderen het gevoel te hebben sociaal contact te missen.  

Bijna de helft van de eenzaamheid was te verklaren 

Al met al weten de onderzochte factoren iets meer dan 45% van de variantie in gevoelens van eenzaamheid te verklaren. De onderzochte factoren weten tezamen iets meer variantie in emotionele eenzaamheid te verklaren dan in sociale eenzaamheid. Dat wil zeggen dat de voorspellende waarde van demografie, gezondheid, participatie, woonsituatie en digitale vaardigheden lager ligt als het gaat om een gemis van een breder netwerk van iemand, dan een gemis aan een intieme band met iemand.

Congres Eenzaamheid, Preventie en beleid op 10 juni in Utrecht.

Eenzaamheid is voor ons een belangrijk thema omdat we zien dat het grote maatschappelijke gevolgen kan hebben. Langdurige eenzaamheid kan leiden tot gezondheidsrisico’s, de kwaliteit van leven omlaag brengen en ervoor zorgen dat mensen niet meer meedoen in de samenleving. Eenzaamheid grijpt in op diverse levensgebieden en is complex. Oorzaken en gevolgen zijn vaak moeilijk los te onderscheiden en oplossingen zijn niet hapklaar. Kijk op de congresagenda van de Guus Schrijvers Academie: Op 10 juni vindt het congres Eenzaamheid, Preventie en Beleid plaats. Vooraanstaande sprekers delen dan actuele inzichten. Het congres is op locatie in Utrecht of online te volgen!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *