De ouderenzorg verandert snel. Ouderen blijven langer thuis wonen en willen zorg in de eigen omgeving ontvangen. De druk op de eerstelijnszorg neemt daardoor fors toe. Integrale ouderenzorg vergt goede samenwerking tussen huisartsen en de wijkverpleging. En goede samenwerking met het sociaal domein van de gemeente. Maar ook het regionale ziekenhuis kan de eerstelijns ouderenzorg ondersteunen, faciliteren en ontlasten.
Zorg op de juiste plek
Alle partijen in de zorg hebben het beleid van de overheid om zorg op de juiste plek te leveren, onderschreven. Dat betekent dat het ziekenhuis eenvoudige behandelingen, die niet noodzakelijkerwijs een gang naar het ziekenhuis vergen (denk bijvoorbeeld aan de vele na-controles), zou moeten gaan overdoen naar de eerstelijnszorg. Geen gemakkelijke opgave: huisartsen zitten nu al niet bepaald verlegen om werk.
Telemonitoring
Mede daarom komt het steeds vaker voor dat ziekenhuizen patiënten thuis monitoren. De ontwikkelingen op het gebied van tele-monitoring gaan snel. Patiënten krijgen meetapparatuur in huis, waarmee de arts hun gezondheid in de gaten houdt. Ze hoeven zo minder vaak naar de huisarts of het ziekenhuis. Steeds meer specialisten, huisartsen en thuiszorgorganisaties maken gebruik van deze vorm van begeleiding.
Spoedeisende hulp
Ziekenhuizen hebben dikwijls te maken een overbelaste Spoedeisende Hulp. Het zijn vaak oudere patiënten die via de SEH het ziekenhuis binnenkomen. Een betere organisatie van de lokale ouderenzorg kan dat aantal mogelijk terugbrengen. Want vaak gaat het om opnames die voorkomen hadden kunnen worden. Gelukkig zijn er steeds meer goede voorbeelden en initiatieven op dit gebied bekend. Alleen de verspreiding hiervan laat vaak nog te wensen over…
Transfer ziekenhuis naar huis
Ook de terugkeer naar huis, ná een ziekenhuisopname, vergt goede afstemming tussen ziekenhuis en de eerstelijnszorg (en mantelzorg) die de zorg thuis weer gaan overnemen. Ook hier zijn tal van verbeteringen mogelijk. Een goed voorbeeld daarvan speelt in Almere. Daar vormen huisartsen, wijkverpleegkundigen en apothekers samen een kernteam voor een multidisciplinair zorgprogramma voor kwetsbare ouderen. Dit kernteam wordt, indien nodig, aangevuld met fysiotherapie en de Specialist Ouderengeneeskunde. Hierbij krijgt het zorgpad met het Flevoziekenhuis rond opname en ontslag speciale aandacht. Dit goede voorbeeld wordt besproken door kaderarts ouderenzorg Anneke Pahlplatz op de studiedag Ouderenzorg in de eerstelijn, die de Guus Schrijvers Academie op 3 oktober organiseert in Utrecht.
Het ‘reactiverend ziekenhuis’
Een andere sessie op deze studiedag wordt verzorgd door Lotte kramer, projectleider ouderen in het Diakonessenhuis. Zij beantwoordt de volgende vragen: Wat kan het (regionale) ziekenhuis betekenen in de zorg voor ouderen thuis? Hoe kan het ziekenhuis een ondersteunende rol spelen? En hoe werkt ze hierin samen in een regionaal netwerk? Het Diaconessen ziekenhuis in Utrecht heeft onder meer afspraken met de verpleeghuissector gemaakt, om patiënten eerst te monitoren voordat er sprake is van ziekenhuisopname. Kramer spreekt over de verschillende initiatieven die het Diakonessenhuis heeft genomen rond de zorg voor ouderen. Ook vertelt zij over het ontwikkelen van het ‘reactiverend ziekenhuis’ om de gezondheid van oudere patiënten te stimuleren.
Sprekers gezocht
De Guus Schrijvers Academie is voor deze studiedag nog op zoek naar andere goede voorbeelden van de rol van het ziekenhuis in de zorg voor ouderen in de eerstelijn. Er is nog ruimte voor enkele sprekers die als ‘flitspresentator’ in tien minuten tijd een goed voorbeeld, onderzoek, of actueel project willen bespreken. Interesse? Stuur dan vóór 15 augustus 2019 een mail met daarin kort beschreven wat het onderwerp en doel van de presentatie is naar: marcelstam@guusschrijvers.nl. Het volledige programma van de studiedag Ouderenzorg in de eerste lijn vindt u hier.