Patiënten weten vaak niet dat e-consult mogelijk is
Huisartsen en medisch specialisten bieden steeds vaker de mogelijkheid om via een website of e-mail een vraag te stellen: het e-consult. Toch wordt dit door patiënten nog maar weinig gebruikt. Patiënten zien zowel positieve als negatieve kanten van het e-consult, blijkt uit onderzoek uitgevoerd in 2017 in het kader van de jaarlijkse Nictiz NIVEL eHealth-monitor.
Factsheet
Patiënten vinden het een meerwaarde dat je een e-consult kan doen als het je uitkomt en dat je de tijd hebt om na te denken over de vraag die je wilt stellen. Minder persoonlijk contact en minder mogelijkheden om door te vragen zien patiënten als negatieve punten. Patiënten die ervaring hebben opgedaan met het e-consult zijn positiever dan patiënten zonder ervaring. E-consulten worden veel aangeboden, maar het gebruik ervan blijft achter. Al deze en nog veel meer informatie staat te lezen in op 1 augustus gepubliceerde factsheet van het Nivel en Nictiz.
Groeiend aanbod
Een groeiend aantal artsen biedt het e-consult aan. Zes op de tien huisartsen en 34% van de medisch specialisten gaf in 2016 aan dat patiënten hen via internet vragen kunnen stellen. Artsen kunnen een e-consult declareren bij de zorgverzekeraar. Dit betekent overigens niet dat het e-consult frequent gebruikt wordt; voor beide groepen zorgverleners gaf 3% van de patiënten in 2016 aan via e-mail of website een vraag te hebben gesteld aan hun zorgverlener. Wel gaf ruim een derde van de patiënten aan een e-consult te willen gaan gebruiken. Een iets kleinere groep gaf aan nog niet te weten of ze het willen gebruiken (32%) en 29% gaf aan dat ze geen gebruik willen maken van een e-consult
Definitie
In het onderzoek is een e-consult als volgt omschreven: ‘Het e-consult is het stellen van een medische vraag via een website of e-mail. Dit is één van de mogelijkheden van online contact met een zorgverlener, bijvoorbeeld de huisarts. Onderwerpen voor een e-consult zijn bijvoorbeeld vragen over medicijnen, (uitslagen) van onderzoek, een eerder consult of een controle-afspraak. Een e-consult kan een alternatief zijn voor een telefonisch consult met een zorgverlener.’
Vragen
Het verschil tussen het grote aanbod en geringe gebruik roept vragen op: Hoe kijken patiënten aan tegen het e-consult? En In hoeverre zien patiënten een meerwaarde ten opzichte van een telefonisch consult met een zorgverlener? Beide vragen zijn in het kader van de eHealth-monitor voorgelegd aan leden van het Consumentenpanel Gezondheidszorg van het NIVEL.
Positieve punten
In aanvulling op de resultaten aan het begin van dit bericht is het volgende te melden: Zes op de tien patiënten (62%) denkt dat een e-consult makkelijk te combineren is met hun dagelijkse activiteiten en dat een e-consult er voor zorgt dat je goed na kan denken over de vraag die je wilt stellen (60%). Ruim de helft vindt dat een e-consult eenvoudig te doen is (55%) en makkelijk is om te leren gebruiken (53%).
Negatieve punten
Anderzijds is 48% het er niet mee eens dat je door een e-consult meer persoonlijke aandacht krijgt, en 41% is het er niet mee eens dat je makkelijk door kan vragen over een antwoord. Een klein deel van de patiënten zegt in het afgelopen jaar één keer of vaker een vraag te hebben gesteld via een website of e-mail aan de huisarts en/of de medisch specialist. Deze groep gebruikers is positiever over het e-consult dan de groep patiënten die hier geen ervaring mee heeft. Het gebrek aan persoonlijke aandacht is voor de patiënten met ervaring een minder groot probleem dan voor de groep zonder ervaring.
Onbekendheid
Een groot deel van de artsen biedt e-consulten aan. Het gebruik door patiënten is echter laag. Het lage gebruik van het e-consult komt niet doordat patiënten geen positieve punten aan het e-consult zien. Hoe komt het dan wel dat het e-consult nog zo weinig gebruikt wordt? Een mogelijke verklaring is dat een groot deel van de patiënten nog steeds niet weet dat een e-consult mogelijk is bij hun arts. Bovendien laten de resultaten zien dat een groep patiënten niet goed weet of een e-consult bruikbare informatie geeft, goed werkt en betrouwbaar is.
Oude gewoontes
Al in 2013, in de eerste editie van de eHealth-monitor, werd geadviseerd meer bekendheid te geven aan aangeboden eHealth-toepassingen. Anno 2017 lijkt hier nog steeds een taak weggelegd voor zorgverleners. Sinds 2013 ligt het percentage patiënten dat niet weet dat het mogelijk is online een vraag te stellen aan de huisarts of medisch specialist, respectievelijk rond de 60% en 70%. Daarnaast spelen oude gewoontes mogelijk een rol. Uit de eHealth-monitor 2016 bleek dat patiënten geen online afspraken maken, omdat ze gewend zijn te bellen.
E-health congres
Voor dit bericht heb ik gebruik gemaakt van passages uit de factsheet. Ondergetekende is voorzitter van de begeleidingscommissie bij het onderzoek ten behoeve van de e-health monitor. Vrijdag 10 november vindt het 7e-nationale-e-health-congres plaats. Vele apps die recentelijk in gebruik zijn genomen bij GGD’en, in de eerste lijn, in de ziekenhuizen, de geestelijke gezondheidszorg en de ouderenzorg worden hier besproken en toegelicht. Wil jij jouw app ook tonen op dit congres? Geef je dan op voor een flitspresentatie. Dit kan tot 1 september door een mail met uitgebreide informatie te sturen naar: mail@guusschrijvers.nl.
Aanmelden
Wil je nieuwe kennis en nieuwe kennissen op doen? Klik dan hier en meld je aan voor het e-health congres. De ideale deelnemer is een professional die thuis een smartphone gebruikt, online vliegtickets bestelt en met zijn of haar kinderen of vrienden appt. Op het werk baalt hij of zij van de geringe digitale ondersteuning om iets vergelijkbaars te doen met collega’s, patiënten of cliënten. Hij/zij is op zoek naar eenvoudig toe te passen apps (plug and play) die binnen de digitale werkomgeving gebruikt kunnen worden.