Veel mensen bestrijden zelf hun pijn. Door een paracetamol in te nemen bijvoorbeeld. Tandartsen bestrijden pijn door bij vullen of trekken de kies te verdoven met een prik. Verloskundigen mogen dat niet: als een vrouw veel pijn heeft, moeten zij een gynaecoloog vragen om een anesthesist in te roepen voor een epidurale prik. Dat kan beter en goedkoper.
Bevoegdheid
Ten eerste is denkbaar dat verloskundigen een prik met zuiver water geven. Dat vermindert pijn en ontspant, zo blijkt in vele andere landen. Ten tweede kunnen zij de bevoegdheid krijgen om een beperkt aantal pijnstillers toe te dienen tijdens de bevalling. Verloskundigen in een ziekenhuis (die daar 90% van de bevallingen doen) doen dat ook. Zij zijn door de gynaecoloog geautoriseerd daartoe.
Binnen een Verloskundig Samenwerkings Verband (VSV) van eerstelijnsverloskundigen en gynaecologen is die die autorisatie te realiseren. Waarom kan een verloskundige die in een geboortecentrum werkt dan niet zelf een anesthesist inroepen? Die kan dan in een kwartier de epidurale prik toedienen. Daarna zet de verloskundige de begeleiding tijdens de bevalling voort.
Zorgpadenboek
Tot deze conclusie kwam ik gisteren in samenspraak met Hein Bruijnse, oud-hoogleraar gynaecologie bij het UMC Utrecht die commentaar gaf op het vijfde hoofdstuk van mijn Zorgpadenboek in wording. De tekst van dit hoofdstuk staat binnenkort op deze website. Dat deze innovatie niet van de grond komt, heeft veel te maken met het ontbreken van gezamenlijke standaarden voor pijnbestrijding en met geld. Maatschappen gynaecologie verdienen veel van hun geld met bevallingen. Overheveling van een deel van de pijnbestrijding naar verloskundigen betekent in hun ogen broodroof.