Raden van Toezicht in de zorg: lastpost of maatje?

De eerste lijn worstelt in deze tijd nogal eens met het juridisch inrichten van haar samenwerking. Vooral Raden van Toezicht (RvT’s) roepen vaak negatieve associaties op. Het is mijn overtuiging dat een goed functionerende RvT waarin capabele mensen zitten, zowel de directie als de stakeholders (huisartsen) kan ondersteunen.

Kritiek

Raden van Toezicht zijn niet populair bij huisartsenposten, zorggroepen voor mensen met chronische aandoeningen, gezondheidscentra, eerstelijnscentra, medische coördinatie centra en andere regionale en lokale samenwerkingsverbanden. Een stelletje regenten! Gaan zij bepalen wie de directeur wordt van ons samenwerkingsverband? Die letten alleen op de centen! Het zijn juridische kommaneukers! Waar is onze eigen autonomie?

Deskundigheid

De positie van de RvT wordt beschreven in de Zorgbrede Governance Code. Deze code geldt voor alle zorgorganisaties, ook voor die in de eerste lijn. De huidige versie tref je hier aan. Binnenkort verschijnt de versie 2017. In beide versies wordt een RvT aangesteld op basis van deskundigheid. Meestal bestaat het deskundigheidsprofiel voor RvT-leden uit vier onderdelen: 1. Kennis van de zorgverlening 2. Financiële kennis 3. Juridische kennis en 4. Kennis van personeelsbeleid. Indien een zorgorganisaties te maken heeft met grote vraagstukken op een specifiek beleidsterrein, is het raadzaam deskundigheid in de RvT aan te trekken op bijvoorbeeld bouwkundig gebied of op het terrein van digitalisering.

Rol RvT

Volgend de Brede Governance Code wordt de RvT benoemd door de stakeholders. Binnen een samenwerkingsverband van alleen huisartsen vormen de individuele huisartsen de stakeholders. In de ziekenhuizen zijn dat onder meer de medisch specialisten. Zij benoemen volgens de code (en niet altijd in de praktijk) de RvT-leden op basis van hun deskundigheid. Niet als vooruitgeschoven post van bijvoorbeeld een specifieke groepspraktijk. De RvT benoemt de manager of directeur van het samenwerkingsverband. Niet de individuele huisartsen. De stakeholders (huisartsen) kunnen wel de RvT wegstemmen, maar niet de directeur. De RvT is in deze constructie dus zowel het maatje van huisartsen (die deskundige inbreng krijgen) als van de directie. Bij deze laatste treedt de RvT op als welwillende sparringpartner. Zij stelt vragen, maar laat het beleid over aan de directie.

Gemengde reacties

De invulling en positie van de RvT riep vele reacties op bij huisartsen en medisch specialisten in mijn Masterclassen en tijdens lezingen die ik de afgelopen maanden gaf voor Brabantse en Achterhoekse huisartsen en andere professionals. Toch krijg ik ook enige steun. De houding van maatje pas ik zelf toe bij een gezondheidscentrum in Nieuwegein waar ik in de Raad van Advies zit. Ik besef dat, als ik het management steun en daarmee onrust veroorzaak bij de professionals van het centrum, ik moet aftreden en niet het management.

Niet regentesk

Het werven van deskundige RvT-leden die mee willen denken en niet regentesk willen besturen kan als volgt. Allereerst zijn er pas gepensioneerde professionals die graag nog een tijdje meedraaien. Daar hoor ik zelf bij. Ten tweede zijn er hoog opgeleide vrouwen die tijdelijk parttime werken vanwege jonge kinderen. Zij komen graag om de paar weken overleggen. Ten derde zijn er patiënten met een hoge opleiding die niet meer fulltime kunnen werken en een zinvolle bijdragen willen leveren aan samenwerkingsverbanden.

Masterclass

In de Masterclass Geïntegreerd Zorgmamanagement die over enige tijd van start gaat, komt het vraagstuk van de governance uitvoerig aan de orde. Er is zelfs een aparte sessie aan gewijd. Worstel jij met het juridisch vormgeven van je samenwerkingsverband of je medisch specialistisch bedrijf? Klik dan hier voor meer informatie over deze masterclass.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *