Specialist ouderengeneeskunde = gespecialiseerde huisarts

Door Martien Bouwmans, adviseur in zorg en welzijn.

Doordat oudere mensen langer thuis blijven wonen is in de eerstelijnszorg aanvullende, gespecialiseerde kennis nodig.  Verpleeghuizen kennen en kenden verpleeghuisartsen. Die zijn daar nu minder nodig, terwijl in de behoefte aan gespecialiseerde ondersteuning ten behoeve van ouderen met complexe problematiek groeit. Daarvoor is nu de specialist ouderengeneeskunde (SO) in beeld gekomen. Die kan met zijn of haar expertise een rol in de eerstelijnszorg vervullen. Vooralsnog wordt voor de SO in de wijk een nieuwe positie gecreëerd, met een eigen bekostiging en aparte contractering door de zorgverzekeraars. Weer een nieuwe, individuele, hulpverlener in de eerstelijnszorg. Dat kan anders.

Specifieke doelgroepen

 De NZA heeft het terrein en de zorgverlening van de SO  afgebakend. De SO staat onder het kopje: geneeskundige zorg voor specifieke doelgroepen. De huisarts bepaalt, vaak in overleg met de SO, wanneer iemand in aanmerking komt voor zorgverlening door de SO. Met andere woorden of de persoon in kwestie hoort tot de specifieke doelgroep van kwetsbare, oudere patiënten. De SO zet dan het “volledig professioneel arsenaal” in dat hij te bieden heeft. Overigens benadrukt de NZa dat de hier bedoelde zorg voor een specifieke doelgroep “generalistische zorg” betreft, gericht op kwetsbare, oudere patiënten.

Gespecialiseerd maar niet specialistisch

Zo ontstaat in de eerstelijnszorg een geheel nieuwe categorie zorg: zorg voor bijzondere doelgroepen. Gespecialiseerde zorg, maar geen specialistische zorg. Met het afbakenen van deze zorg begint niet de samenwerking maar het gedoe. Veel huisartsen laten de eerstelijnszorg in de kleinschalige woonvoorzieningen voor ouderen liever over aan de SO. De huisarts wil hen wel als patiënt  inschrijven in hun praktijk en de regie houden De huisarts borgt hiermee zijn positie als poortwachter. Al heeft hij minder verstand van de zorg die in dit specifieke geval nodig is, hij bepaalt wel óf het nodig is. Zo wordt een gespecialiseerde zorgverlener toch ondergeschikt aan de huisarts..

Contracteren

Wellicht zijn er meer doelgroepen te onderscheiden voor wie gespecialiseerde eerstelijnszorg wenselijk is. Komt er voor iedere nieuwe doelgroep weer een specifieke regeling?

Individuele SO’s kunnen een contract afsluiten met zorgverzekeraars maar deze laatste hebben weinig trek in dat individueel contracteren.

De zorgverzekeraar moet bij het contracteren van de SO goed opletten (en controleren) dat er geen overlap bestaat met de kosten voor eerstelijnsverblijf of geriatrische revalidatie. Anders betaalt hij dubbelop

Meerdere SO’s kunnen ook een groepspraktijk openen en als zodanig gecontracteerd worden.

Kaderartsen

Voor ggz-cliënten kennen we binnen de huisartsenzorg  gespecialiseerde huisartsen: kaderartsen GGZ. Zo wordt samen met de poh-GGZ deze populatie steeds beter bediend. Er zijn ook huisartsen met een specialisatie ouderenzorg (de kaderhuisarts ouderengeneeskunde). Kent een andere geschiedenis, natuurlijk, dan de specialist ouderengeneeskunde. Maar je hebt er een harde dobber aan om het onderscheid tussen een huisarts met specialisatie ouderen goed te onderscheiden van een specialist ouderengeneeskunde.

Deel van het huisartsenteam

Er is geen twijfel dat er behoefte is aan kennis om de ouderenpopulatie goed te kunnen bedienen vanuit de huisartsenpraktijk of gezondheidscentrum. In ieder huisartsenteam zou een op de ouderen gespecialiseerde huisarts moeten zitten. Ik kan geen goede reden bedenken waarom de huidige SO niet deel uit zou kunnen maken van het huisartsenteam. Zo moeilijk kan het niet zijn een SO (een verpleeghuisarts) om te scholen tot huisarts. De ‘oude’ verpleeghuisarts gaf en geeft in het verpleeghuis toch ook de volledige huisartsenzorg. De huisarts/specialist ouderengeneeskunde kan dan gewoon betaald worden binnen de huisartsenbekostiging. Een vraagbaak voor alle huisartsen en andere medewerkers in de praktijk of het gezondheidscentrum. Met deze nieuwe ‘ouderenhuisartsen’ kan dan meteen het dreigende tekort aan huisartsen worden opgelost.

In Nederland bakenen we de terreinen nauwkeurig af. Ieder zijn domein, ieder zijn (productiegericht)  tarief, ieder zijn contract. Daarmee wordt stroeve in plaats van soepele samenwerking als het ware op voorhand ingebouwd. Overigens, als je googelt op “huisarts met specialisatie ouderen”, krijg je allerlei berichten over de specialist ouderengeneeskunde. Zelfs Google snapt het verschil niet meer.

Dit artikel verscheen op 25 november ook in Zorgvisie

2 reacties

  1. Uitstekend artikel dat een nu niets eens achteraf, maar vóóraf aangeeft waar de dilemma’s liggen. We maken er een veel te ingewikkeld systeem van in de wijk. Als je dan ook nog eens kijkt naar het aantal professionals vanuit welzijn die daar aan het werk zijn… Ik heb respect voor alle professionals, maar is niet efficiënt en erger nog: niet effectief. Met alle belangen en belangen behartigers gaat het niet opgelost worden door erover te gaan praten. Er moeten knopen worden doorgehakt. Twee of drie scenario’s en een keuze maken.

  2. Dag Martien,
    Dat is een goede en zinnige beschouwing. Zelf kan ik wel een goede reden bedenken waarom de huidige SO niet deel uit zou kunnen maken van het huisartsenteam. Niet omdat het moeilijk zou een ‘verpleeghuisarts’ om te scholen tot huisarts, maar omdat er nu al grote tekorten zijn aan specialisten ouderengeneeskunde. Dat is zelfs een zeer urgent probleem, zie ook:https://capaciteitsorgaan.nl/app/uploads/2019/12/Capaciteitsplan-2021-2024-Deelrapport-5-SO.pdf Om dan te suggereren om zo het dreigende tekort aan huisartsen op te lossen lijkt me maatschappelijk niet helemaal verantwoord…. Dat staat overigens los van het nut van inbreng van deze kennis in de huisartsenpraktijk.
    Groet, Albert Vertseegde, arts M&G, Capaciteitsorgaan

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *