Stand van zaken implementatie Wvggz: samenwerken is niet vanzelfsprekend

Door Ina Boerema, projectcoördinator GGD Zaanstreek-Waterland

De Wet verplichte ggz (Wvggz) is per 1 januari 2020 in werking getreden. Inmiddels zijn we driekwart jaar verder. Een mooi moment om de balans op te maken van wat er al gerealiseerd is en waar de knelpunten (nog) zitten. Ina Boerma doet dat hieronder. Zij is projectcoördinator Aanpak mensen met verward gedrag en regio coördinator Wvggz, GGD Zaanstreek-Waterland. 

De stand van zaken

In de regio Zaanstreek-Waterland zijn onderdelen van de Wvggz inmiddels geïmplementeerd. De GGD voert het meldpunt en de verkennende onderzoeken uit. De gemeenten voeren de crisismaatregelen en de bijbehorende hoorplicht uit. Het blijkt dat het aantal verkennende onderzoeken vrijwel gelijk is aan het aantal rechtelijke machtigingen dat vóór invoering van de Wvggz opgelegd werd. Ook het aantal crisismaatregelen is niet groter geworden. Het lijkt er dus op dat er geen sprake is van een nieuwe groep kwetsbare mensen voor wie een maatregel aangevraagd wordt. Ook is het niet zo dat buren massaal meldingen doen van mensen die overlast veroorzaken. De meldingen die binnenkomen blijken overwegend terechte meldingen. De verkennende onderzoeken die de GGD uitvoert leiden tot nu toe allemaal tot een zorgmachtiging.

Samenwerking en privacy

De onderdelen van de Wvggz worden dus naar behoren uitgevoerd in de regio. dat wil niet zeggen dat de implementatie nu een gelopen race is. Er is nog veel werk te doen om ervoor te zorgen dat ook de samenwerking binnen de verschillende onderdelen goed gaat verlopen. Waar we tegenaan gelopen is bijvoorbeeld de privacy van de betrokkene. Omdat meerdere partijen bij een verkennend onderzoek betrokken zijn, is het bijvoorbeeld belangrijk om goed af te spreken wie inzicht in de dossiers heeft. 

De stem van de betrokkene

Ook het meer stem geven aan de betrokkene en aan zijn of haar naasten is een punt wat nog beter vormgegeven moet worden. Dat blijkt uit het feit dat het horen van de betrokkene maar in 50% van de gevallen uitgevoerd wordt. In Zaanstreek-Waterland hebben de gemeenten deze taak uitbesteed aan de firma Khonraad, die een landelijke hoorservice opgezet heeft. Het horen blijkt soms lastig als er geen vertrouwensband is tussen degene die het horen uitvoert en de betrokkene. Ook landelijk is dit het geval, volgens de programma manager implementatie van het landelijke Ketenbureau Wvggz Arnold Pullen. 

Tussen wal en schip

Daarnaast is het de bedoeling dat de ketensamenwerking verbetert en er meer wordt ingezet op ambulante voorzieningen voor kwetsbare mensen. Maar het blijkt dat de Wvggz geen wondermiddel is om dit voor elkaar te krijgen. Het blijkt dat ook binnen de Wvggz mensen tussen wal en schip kunnen vallen. Het betreft in de meeste gevallen mensen voor wie al langer geen passende opvang gevonden kon worden. Met de intreding van de Wet Zorg en Dwang worden bovendien de normen om iemand binnen de ggz te behandelen strakker gehanteerd. Dat kan er voor zorgen dat het onduidelijk is onder wiens verantwoordelijkheid diegene nu komt te vallen. 

Wachttijd en tussenoplossing

Een ander punt is dat de wachttijd op de beoordeling van het verkennende onderzoek soms wel acht weken kan bedragen. De betrokkene en zijn/haar naasten worden dan nog niet geholpen en kunnen nog nergens op terugvallen. In de regio Zaanstreek-Waterland is er voor gekozen dat de GGD tijdens deze wachttijd de naasten en de betrokkene kan bijstaan. Het blijkt dat hier veel gebruik van wordt gemaakt, met name door de naasten. Zij zijn vaak degene die de melding en de aanvraag voor het verkennende onderzoek hebben gedaan en verwachten een oplossing of op zijn minst dat er iets gedaan wordt aan de situatie. Omdat zij inmiddels de hulpverlener van de GGD kennen, is dat voor hen de meest logische persoon om hun zorgen mee te delen. 

Gebrekkige opvolging

Maar ook nadat de zorgmachtiging is toegezegd blijkt het dat de hulp niet altijd meteen op gang komt. Soms komt de betrokkene dan toch nog eerst op een wachtlijst voor een intake, terwijl het de bedoeling is dat diegene meteen geholpen wordt en er ook een zorgplan wordt opgesteld. Ook de koppeling naar de WMO loketten van de gemeenten verloopt nog niet altijd soepel. Bij de gemeenten zijn nog veel vragen over wat hun rol precies is bij de Wvggz en wanneer zij aan zet zijn.  

…maar samenwerking verbetert allengs

Het goede nieuws is echter dat door de invoering van de nieuwe wetten en daarnaast het inrichten van een regionale overlegstructuur binnen het domein van Zorg & Veilig er veel meer en intensiever met elkaar wordt samengewerkt. Juist ook over de grenzen van het eigen domein heen. Dat blijkt ook landelijk het geval. Hierdoor komt meer zicht op de lacunes in de opvang van kwetsbare mensen in de regio. In Zaanstreek-Waterland wordt actief ingezet op het vinden van gezamenlijke oplossingen. Belangrijk hierbij is dat we zien dat de verschillende instanties en gemeenten elkaars cultuur en verantwoordelijkheden beter leren kennen. Dat helpt om samen te zoeken naar passende oplossingen voor de meest kwetsbare mensen in de samenleving. 

Ina Boerema volgt voor de Nieuwsbrief Zorg en Innovatie de voortgang in de regio Zaanstreek Waterland. Een eerdere bijdrage over de invoering van de Wvggz verscheen en half jaar geleden.

Congresagenda

Op 27 oktober vindt het congres hervorming en ambulantisering van de ggz plaats. Daar komt ook de Wet Verplichte ggz aan de orde. Klik hier lees de brochure en schrijf je in.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *