Door Vera Kampschöer, arts, Zorggroep Almere.
Een langlopend goed opgezet onderzoek in het Verenigd Koninkrijk laat zien dat een gerichte suikertaks bij frisdrank leidt tot minder suikerinname[1]. In het degelijk opgezette onderzoek laten de onderzoekers zien dat belasting op suiker in frisdrank leidt tot een verlaging van de suikerinname van 30 gram per huishouden per week in de periode van één jaar.
Opzet van het onderzoek
Het onderzoek werd gedaan gedurende een periode van 5 jaar bij 22.183 huishoudens in Groot Brittannie van maart 2014 tot maart 2019. De effecten werden gemeten van de invoering van de SSB-belasting (sugar sweetened beverages) op drie soorten frisdrank, die in een verschillend belastingtarief vielen op basis van hun percentage suiker:
- Hoge belasting op frisdrank met een suikergehalte > 8 g suiker/100 ml: een suikertaks van € 0,28 per liter
- Middelhoge belasting op frisdrank met een suikergehalte van 5-8 g suiker/100 ml: een suikertaks van € 0,21 per liter
- Vrijstelling van belasting voor frisdrank < 5 g suiker/100 ml
De suikerbelasting werd niet berekend aan de consumenten (zoals bij BTW), maar aan de fabrikanten, importeurs en distributeurs, en werd twee jaar voor de invoering bij hen aangekondigd.
Er waren dus over de periode van maart 2014 tot maart 2019 twee interventies die beiden gevolgd zijn in hun effecten:
- In 2016 werd de invoering van de suikerbelasting aangekondigd
- In 2018 werd de suikerbelasting ingevoerd
Na beide interventies werd het effect op de samenstelling en volume van de verkochte frisdranken gemeten. De deelnemende huishoudens hielden over de periode van maart 2014- maart 2019 wekelijks hun aankopen bij door deze te scannen. Controle-metingen werden gedaan door ook hun aankopen voor toiletartikelen bij te houden.
Resultaten
Alleen al de aankondiging van deze suikerbelasting leidde tot een daling van 34% suikerinname in de groep zoetste frisdranken, met een geleidelijke toename van de hoeveelheid frisdrank met minder suikergehalte. Dit effect wordt toegeschreven aan maatregelen bij de fabrikanten zelf, die het suikergehalte verlagen om in het lagere belastingtarief uit te komen, en aan het consumentengedrag door de maatschappelijke discussie over het verminderen van suiker.
In de uiteindelijke meting in 2019, een jaar na de invoering van deze suikerbelasting, wordt een verlaging van 30 g suiker per huishouden per week vastgesteld over de gehele groep verschillende frisdranken samen, terwijl het aantal liter frisdrank wat gekocht is, gelijk is gebleven. Deze hoeveelheid komt overeen met 250 ml suikervrije frisdrank per week per persoon, een effect wat van invloed kan zijn op de risicofactoren van overgewicht, diabetes, caries en hart- en vaatziekten.
Tevens is het totale volume van frisdrank hetzelfde gebleven, waardoor de gevreesde schade voor de frisdrankindustrie is uitgebleven. Als de voedingsindustrie zich bijtijds mee ontwikkelt in de gezondheidsdoelen, dan is er geen economische schade.
Sterke punten van dit onderzoek
Door het grote aantal huishoudens en de lange looptijd, en de onderverdeling in subgroepen dranken, worden onderlinge verschuivingen zichtbaar. De huishoudens vormen een goede afspiegeling van de Britse huishoudens, met een lichte oververtegenwoordiging van de lage inkomens. Des te belangrijker omdat in die groep de gezondheidsachterstanden het grootst zijn. Tevens is gecorrigeerd voor economische ontwikkelingen in het koopgedrag door te vergelijken met toiletartikelen. Ook is gekeken naar vervanging van frisdrank door andere schadelijke consumpties, zoals alcohol en snoepgoed; hierin is geen verandering gezien.
Aandachtspunten
Er werd een toename gezien van suikerinname in de groep suikertaksvrije-dranken. Dit lijkt een tegenstrijdige ontwikkeling, waarvoor geen verklaring is gegeven. Mogelijk is dit een gevolg van de vrijstelling voor suikerbelasting voor de groep melkhoudende dranken die vaak veel suiker bevatten. Ook zijn er vaker achtergrondschommelingen met een tijdelijke verlaging van de suikerinname, waardoor het moeilijk is om het gemeten effect volledig op rekening van de suikerbelasting te schrijven. Daar staat tegenover dat al jarenlang veelvuldige voorlichtingscampagnes over gezonde voeding en de schadelijkheid van suiker geen enkel effect op de suikerinname hebben laten zien, integendeel, alleen een toename van het suikergebruik.
Conclusie
Het instellen van een suikerbelasting blijkt dus vooral een positief effect te hebben op de fabrikanten, die meer gezonde producten ontwikkelen, zonder dat een verschuiving optreedt naar andere ongezonde producten, met als resultaat een verlaging van de suikerinname bij de consument. De suikertaks leidt niet tot economische nadelen, en kan verder verfijnd worden voor producten zoals melkhoudende dranken.
Dit biedt kansen voor een beleid, zoals genoemd in het onlangs verschenen rapport van de Raad voor de Volksgezondheid “Een eerlijke kans op gezond leven” : Aanbeveling 7 luidt daar: “Tot slot pleit de RVS voor meer mogelijkheden om een gezondere leefomgeving te bevorderen. Gemeenten zouden meer mogelijkheden moeten krijgen om een teveel aan fastfood-winkels of snackbars te weren. Ook pleiten we voor het invoeren van een suikertaks, verlaging van de btw op gezond eten, zoals fruit en groenten, en een verbod op reclame voor ongezond voedsel”. Ook onderstreept dit de aangekondigde doelstellingen en maatregelen in het Nationaal Preventieakkoord.
[1] Changes in soft drinks purchased by British households, associated with the UK soft drinks industry levy: controlled interrupted time series analysis;
David Pell,1 Oliver Mytton,1 Tarra L Penney,1,2 Adam Briggs,3,4 Steven Cummins,5
Catrin Penn-Jones,1 Mike Rayner,3,6 Harry Rutter,7 Peter Scarborough,3,6 Stephen J Sharp,1
Richard D Smith,8 Martin White,1 Jean Adams1, BMJ 21 maart 2021