Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Ontwikkelingen mentale gezondheid jeugd

Door Marloes Kleinjan – programmahoofd van het programma Jeugd bij het Trimbos-instituut en hoogleraar Youth Mental Health Promotion aan de Universiteit Utrecht.

De mentale gezondheid van jongeren in Nederland lijkt onder druk te staan. Dit is mogelijk als gevolg van sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen en een complexe samenleving die veel vraagt van kinderen en jongeren. Op dit moment lijkt de maatschappelijke aandacht voor mentaal welzijn en mentale druk onder kinderen en jongeren groter dan ooit. De grondslag voor deze toegenomen aandacht ligt, anders dan soms gedacht, enige tijd voor het uitbreken van de coronacrisis. Het wordt gevormd door verschillende rapporten die in 2018 uitkwamen. Hierin werd gewaarschuwd voor de toegenomen maatschappelijke verwachtingen en mentale druk onder jongeren.

Mentale druk jongeren

In de zomer van 2018 kwam het RIVM met haar Volksgezondheid Toekomstverkenning (VTV) waarin gesignaleerd werd dat de mentale druk onder jongeren aan het toenemen was (RIVM, 2018). “Veel jongeren en jongvolwassenen ervaren druk om te presteren en dit lijkt toe te nemen,” volgens deze themaverkenning. Deze ontwikkeling kon volgens het RIVM ook consequenties hebben voor de psychische gezondheid van jongeren en jongvolwassenen en mogelijk leiden tot meer burn-out of burn-outachtige klachten.
Het was echter op dat moment nog moeilijk om dit met cijfers inzichtelijk te maken, ook omdat er veel verwarring was over begrippen en definities.

Te hoge verwachtingen jongeren

Diezelfde zomer kwam er ook een rapport uit van de Raad van Volksgezondheid en Samenleving (RVS). Hierin werd gewaarschuwd voor de hoge verwachtingen die de maatschappij aan jongeren en jongvolwassenen stelt en hoe zich dat kan vertalen naar een hoge mentale druk (RVS, 2018). Aan het einde van de zomer in 2018 kwam het rapport van het Health Behaviour in School-aged Children rapport uit (HBSC). Hierin werd geen toename in psychische problematiek geconstateerd. Wel werd opgemerkt dat sinds 2001 het percentage leerlingen dat nogal veel of veel druk ervaart van schoolwerk verdubbeld was (Stevens, Van Dorsselaer, Boer e.a., 2018) Deze drie rapporten leidden tot een serie alarmerende berichten in de media die elkaar gedurende de zomerperiode van 2018 in korte tijd opvolgden.

Alarmerende signalen stress jongeren

Om de alarmerende signalen beter te kunnen duiden, zijn na september 2018 een aantal vervolgonderzoeken uitgezet. Deze zijn uitgevoerd om meer zicht op het mogelijke probleem van mentale druk en stress onder jongeren en jongvolwassenen te verkrijgen. Eén van deze onderzoeken is het rapport van het RIVM, Trimbos-instituut en Amsterdam UMC. Dit gaat over de beschikbare cijfers van de mentale gezondheid en ervaren stress van jongeren en jongvolwassenen in de leeftijd van 12-25 jaar (Schoemaker, Kleinjan, Van der Borg e.a., 2019). In dit onderzoek werd onder andere geconcludeerd dat we de mentale gezondheid van jongeren niet sterk in beeld hebben. Er geen landelijke cijfers beschikbaar waren over psychische stoornissen, stress en prestatiedruk.

Landelijke onderzoek naar mentale gesteldheid jongeren

Er ontbreekt een goed landelijk beeld met betrekking tot de mentale gezondheid en de ervaren stress en (prestatie)druk. Dit was mede aanleiding voor UNICEF  om het Trimbos-instituut te vragen een groot landelijk onderzoek uit te voeren naar het mentale welbevinden, stress, prestatiedruk en psychosociale problemen onder jongeren in Nederland (10-18 jaar).Dit onderzoek, ‘Geluk onder Druk?’, is in juni 2020 afgerond en gepubliceerd (Kleinjan, Pieper, Stevens e.a., 2020) Het onderzoek ‘Geluk onder Druk? Liet zien dat het mentaal welbevinden van jongeren relatief toch stabiel leek door de jaren heen.

Jongeren, schoolwerk en stress

Het percentage onder jongeren dat verhoogd scoorde op emotionele problemen bleef redelijk gelijk door de tijd, wat aansloot bij de eerdere conclusie van het HBSC onderzoek Wel zijn er verschillen tussen groepen jongeren: de ene groep weet beter met stress en moeilijke gebeurtenissen om te gaan of weet beter te ‘floreren’ dan andere groepen. Wel bleek wederom dat de ervaren druk door schoolwerk de afgelopen tien jaar is gestegen en ook tussen 2017 en 2019 hoog blijft.

Stress werd door jongeren voornamelijk ervaren vanuit school en huiswerk; met 27% lag dit percentage significant hoger dan bij enige andere onderzochte stressfactor, zoals sociale media (2%), de mening van anderen (9%) of de thuissituatie (7%).

Coronacrisis en mentale gezondheid jeugd

Tijdens het uitkomen van “Geluk onder Druk?” was dit net toen de coronacrisis was gestart. In korte tijd werden er veel onderzoeken gestart of nieuwe metingen binnen bestaande onderzoeken uitgevoerd. Ze probeerden grip te krijgen op de gevolgen van de crisis en de bijbehorende maatregelen voor het welbevinden en de mentale gezondheid van de jeugd. Het Nederlands Jeugdinstituut heeft in 2021 alle Nederlandse onderzoeken (>100) die tot dan toe uitgekomen waren gebundeld (NJi, 2021). Hieruit werd geconcludeerd dat er sprake was van minder welbevinden en meer psychische klachten als gevolg van de crisis en dat de schoolsluiting hier waarschijnlijk een rol in speelde

Internationale literatuurstudie 

In 2022 brachten het Nivel en het RIVM een literatuurstudie uit waarin ze de nationale en internationale literatuur hebben gebundeld Deze literatuurstudie keek naar zes thema’s: fysieke gezondheid, behoefte aan zorg, mentale gezondheid, sociale effecten; overige effecten en risico- en beschermende factoren. Daarnaast is onderzocht welke factoren de jeugd kunnen beschermen tegen negatieve gevolgen, en welke de problemen juist groter maken. De onderzochte internationale studies gaan over de periode tot het najaar van 2020. De Nederlandse studies namen ook het voorjaar van 2021 mee.

Gevolgen voor jongeren van de coronacrisis

Uit de literatuurstudie bleek dat de coronacrisis voor veel jongeren een negatieve invloed heeft gehad op de fysieke en mentale gezondheid. Veel jongeren hadden vaker last van klachten als depressie, angsten en eenzaamheid. Bij jongeren die al mentale problemen hadden, was sprake van meer negatieve gevolgen van de crisis, hun bestaande problemen werden erger. Tegelijkertijd liet de studie zien dat jongeren ook veerkrachtig zijn. Veel jongeren hadden in de onderzochte periode geen of weinig klachten, of de klachten namen weer af nadat maatregelen werden versoepeld.

Ontwikkeling mentale gezondheid jongeren

Tot slot schreef het CBS zeer recent een position paper over de ontwikkeling van mentale gezondheid bij jongeren (Traag, maart 2022. Dit bureau concludeerde dat binnen de groep jongeren verschillen bestaan in mentale gezondheid. Jongeren van 12 tot en met 17 jaar hebben, vergeleken met oudere jongeren, het minst vaak last van een slechte mentale gezondheid. Bij 18 tot en met 24-jarigen komen problemen met de mentale gezondheid bijna twee keer zo vaak voor.

Na het begin van de coronapandemie in Nederland veranderden de cijfers over mentale gezondheid, maar pas vanaf het laatste kwartaal van 2020. Die ontwikkeling zette zich voort in 2021. In dat jaar lag het aandeel personen met een slechte mentale gezondheid aanmerkelijk hoger dan in voorafgaande jaren en deze toename was het sterkst voor jongeren. Het blijft in bovenstaande onderzoeken onduidelijk wat de effecten van corona op de mentale gezondheid op de lange termijn zijn. Hier zit een belangrijk vraagstuk voor de komende jaren.

Onderzoek jeugd onzeker over toekomst

In 2022 komt een nieuwe meting van het nationaal representatieve onderzoek Health Behaviour in School-aged Children onderzoek uit (HBSC). De laatste meting van HBSC kwam uit in 2018. HBSC vindt sinds 2001 iedere vier jaar plaats. Het is een belangrijk onderzoek om vast te stellen of en hoe het welbevinden en de mentale gezondheid van de jeugd zich ontwikkelt door de tijd en of het sinds de start van de coronacrisis is aangetast. Daarbij blijft het wel een vraag of een eventuele daling in het welbevinden en/of een stijging in psychische problematiek niet ook (deels) een gewone reactie is op een extreme situatie (corona). Wel lijken verschillende recente rapporten uit te wijzen dat er onder jongeren een grote onzekerheid heerst over de toekomst. De reden daarvoor komt door een voortdurende wooncrisis, de klimaatcrisis, onzekerheid op de arbeidsmarkt en het onderwijssysteem dat niet bij een ieders behoefte aansluit Sociaal-Economische Raad (SER, 2022).Dit belemmert jongeren in hun ontwikkeling naar volwassenheid. Gelukkig staat hiertegenover dat veel jongeren en jongvolwassenen veerkrachtig zijn.

Balans draagkracht en draaglast jongeren

Om te verklaren waarom de één wel problemen krijgt en de ander niet, is het belangrijk te kijken naar de balans tussen draaglast en draagkracht: tussen de hoeveelheid problemen waarmee zij te maken krijgen en wat jongeren en hun omgeving aankunnen. Voor hun mentale welzijn hebben jongeren in hun dagelijks leven voldoende tegenwicht van beschermende factoren nodig tegen de stress en de tegenslagen die bij het leven horen. Idealiter komt dat tegenwicht niet alleen vanuit henzelf of hun ouders en andere opvoeders, maar klinkt het ook door in de maatschappelijke normen waar jongeren en jongvolwassenen mee te maken krijgen. Het is belangrijk de basis van jongeren en jongvolwassenen te verstevigen. Tevens in te zetten op het versterken van hun veerkracht vanuit maatschappelijke systemen waar jongeren zich in bevinden; op school, in hun vrije tijd, in de media en in het overheidsbeleid.

Geluk van de jeugd onder druk door school en minder door thuis

Jongeren ervaren het vaakst stress door school en minder door thuis of social media, dat zegt UNICEF op basis van een  onlangs gepubliceerd rapport Geluk onder Druk dat 160 pagina’s telt. Eerste auteur is Marloes Kleinjan. Guus Schrijvers interviewt haar erover, nadat hij eerst het stuk heeft samenvat.   

Conclusies en aanbevelingen van de Unicef studie

Kleinjan en haar zes collega’s van het Trimbos instituut, Stichting Alexander en de Universiteit Utrecht  voerden geavanceerde statistische analyses op grote bestanden over de jeugd tussen tien en achttien jaar.  Het is een prestatie, zeg ik, dat zij deze bestanden  wisten te koppelen en verbanden en trends konden toetsen. Daarnaast hield de onderzoeksgroep 25 diepte-interviews, organiseerde focusgroepen en deed ze actie-onderzoek door scholieren drie weken te volgen. Op basis van al deze deelonderzoeken trekken zij vele boeiende conclusies. Ik beperk mij tot de punten die interessant zijn voor jeugdprofessionals en  beleidsmakers bij zorgaanbieders, gemeenten, zorgverzekeraars en nationale instanties.

  • Het mentaal welbevinden van jongeren door de jaren heen blijft relatief stabiel. Ook het percentage jongeren dat verhoogd scoort op emotionele problemen blijft gelijk. De ervaren druk door schoolwerk is de afgelopen tien jaar behoorlijk gestegen en blijft tussen 2017 en 2019 hoog. Stress wordt door jongeren voornamelijk ervaren vanuit school en huiswerk en in interactie met leeftijdsgenoten, minder vanuit de thuissituatie of door sociale media.
  • De kwantitatieve onderzoeksresultaten over stress en druk onder jongeren laten zien dat bijna de helft van de 16-jarigen druk ervaart door schoolwerk. Daarnaast ervaren bijna één op de drie jongeren tussen de 12 en 16 jaar druk om aan hun eigen of andermans verwachtingen te voldoen (prestatiedruk). Leerlingen uit groep 7 en 8 van het basisonderwijs ondervinden de meeste stress van de mening van anderen, gevolgd door stress van huiswerk of school.
  • Jongeren zien veel positieve aspecten aan sociale media. Deze vormen voor  hen een vorm van sociale steun, wat juist een belangrijke beschermende factor is voor het mentaal welbevinden.
  • Driekwart van de jongeren ervaart een hoge mate van floreren. Twee derde van de jongeren noemt veerkracht en een sterke eigenwaarde. Een minderheid van de jongeren maakt zich zorgen over de toekomst (minder dan 10 procent). Die zorgen zijn het grootst bij jongeren in het voortgezet onderwijs (20 procent). Kinderen uit onvolledige gezinnen floreren over de hele linie minder.
  • Ook jongeren met een migratieachtergrond floreren minder. Zij ervaren meer stress, minder sociale steun en een goede gezondheid en meer druk door schoolwerk dan jongeren met een Nederlandse achtergrond.
  • Meisjes ervaren vaker emotionele problemen dan jongens.  Op het voortgezet onderwijs zijn zij minder tevreden met hun leven. Daarnaast rapporteren meisjes vaker dat hun eigenwaarde afhankelijk is van anderen (sociale vergelijking). Wel vinden  zij  vaker dan jongens dat er naast school voldoende vrije tijd overblijft.

Tot zover enkele conclusies. Marloes Kleinjan leidde de studie. Haar hele carrière houdt zij zich al bezig met de mentale gezondheid en middelengebruik van de jeugd, waarbij epidemiologie en preventie haar grootste interesse hebben.  Zij leidt het Programma Jeugd  van het Trimbos Instituut met tal van boeiende  projecten en onderzoeken.  Daarnaast is zij één dag in de week hoogleraar bij de Universiteit Utrecht met als leeropdracht Youth Mental Health Promotion. Ik stelde haar enkele vragen over bovenstaande bevindingen.

Wat kunnen jeugdprofessionals met de Unicef studie?

‘Wie in het onderwijs, het sociale domein, eerste lijn of de ggz werkt met jeugd moet weten hoe het staat met de mentale gezondheid van jongeren. Binnen dit Unicef rapport gaan we er van uit dat mentale gezondheid niet alleen gekenmerkt wordt door de afwezigheid van mentale problemen, maar ook door het ervaren van floreren (blijheid, een goede kwaliteit van leven, zingeving en betekenis), eigenwaarde (zelfacceptatie, zelfvertrouwen, autonomie, jezelf kunnen zijn) en veerkracht (herstel na stressvolle gebeurtenis en omgaan met moeilijke situaties). Het zou mooi zijn wanneer elke professional bijvoorbeeld een huisarts, onderwijzer, sociaal werker, voetbaltrainer en eigenlijk ook ouders zelf een beeld hebben van zowel de kenmerken als de beschermende en risicofactoren van mentale gezondheid en dat zij kunnen signaleren als bij een kind de mentale gezondheid achter uitgaat. Zij hoeven niet allemaal hulp aan te bieden. Het gaat bij tekort schietende mentale gezondheid om vroegtijdig signaleren, bescherming en steun bieden, druk en stress verlagen en gerichte hulp en doorverwijzen bij ernstige klachten.

Wat hebben beleidsmakers aan de Unicef studie?

 ‘Modern beleid maken gebeurt vaak op basis van cijfers en casuïstiek.  Ons onderzoek biedt belangrijke landelijke en regionale aanknopingspunten om de mentale gezondheid van jongeren te verbeteren  Nu zijn onze nationale bevindingen waarschijnlijk niet altijd één op één te vertalen naar inwoners, leerlingen  of verzekerden uit een bepaalde regio. Maar gemeenten of zorgverzekeraars kunnen ook een eigen beeld  opstellen van de mentale gezondheid van de jeugd in hun verzorgingsgebied.  Ik begrijp wel dat niet iedere gemeente of zorgverzekeraar complexe statistische analyses kan uitvoeren per regio. Maar er kan meer dan tot nu toe, bijvoorbeeld met behulp van de epidemiologen en data van de GGD of databestanden van diverse instanties.’

De lezers van deze Nieuwsbrief zijn vooral geïnteresseerd in zorgvernieuwing. Heb je een boodschap voor hen op basis van het rapport?

‘O ja, zeker. Investeer in een getrapte, sluitende, ontwikkelings- sensitieve en evidence-based preventielijn. De nuldelijn betreft het intact houden van de mentale gezondheid van de jeugd door beschermende factoren te versterken en risicofactoren te verkleinen. Professionals en ook ouders zouden, waar nodig, competentie moeten verwerven om die bescherming nog beter te bieden en eigen ondermijnende verwachtingen te reduceren. Verder kan de nuldelijn signaleren, wanneer kinderen dreigen om te vallen en niet meer lekker in hun vel zitten.  De eerste lijn bestaat uit professionals zoals schoolmaatschappelijk werkers, ( praktijkondersteuners-Jeugd van) huisartsen, jeugdverpleegkundigen en jeugdartsen en sociaal werkers van het buurtteam. Die werken nu nog vaak versnipperd. Pas als tweedelijn komt de ggz en de jeugdzorg  aan zet.  Zo’n  opbouw van preventie in lijnen zou ook de kosten kunnen afremmen bij deze laatste twee. Al is het belangrijk te realiseren dat er altijd kosten zullen zijn voor jongeren met meer complexe problematiek en dit is ook nodig, want zij moeten de zorg kunnen krijgen die ze nodig hebben’

In internationale statistieken scoort de Nederlandse jeugd uitstekend. Kan het nog beter dan?

‘Inderdaad horen Nederlandse kinderen tot de gelukkigste ter wereld. Dat komt mede omdat zij veel steun ontvangen van ouders en leeftijdsgenoten. Verder zijn wij een niet-hiërarchisch land en jongeren ervaren hier doorgaans relatief veel vrijheid. Die vrijheid kan een gunstig effect hebben op de mentale gezondheid van de jeugd. Verder valt op dat de score techniek bij het invullen van internationale vragenlijsten per land verschilt. Onze kinderen geven veel zessen, zevens en achten. Weinig uitschieters naar negens en tienen of naar onvoldoendes. Dus mijn antwoord op je vraag: ja, het kan nog beter. Ik denk zeker dat er ruimte is om van onvoldoendes een voldoende te maken en bijvoorbeeld van zevens een acht.’  

Congresagenda

Kijk op de congresagenda van de Guus Schrijvers Academie