Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

De kracht van zelfonthulling in twee Noordhollandse projecten

Door Ben Venneman, trainer en innovator in welzijn en zorg en Ina Boerema, projectcoördinator Suicidepreventie en Aanpak mensen met onbegrepen gedrag bij de GGD Zaanstreek.

Het afstemmen op de leefwereld van de persoon met onbegrepen  gedrag was het middelpunt in twee Noordhollandse projecten in 2021. Bij beide ging het over het gebruikmaken van ervaringsdeskundigheid in het contact en begeleiden van psychisch kwetsbare mensen én van de zelfonthulling bij het delen van persoonlijke ervaringen.

Inzet van ervaringskennis en gebruik maken van zelfonthulling wordt in veel publicaties beschreven als een specifieke manier van werken, met name in het domein van ervaringswerkers. Maar de inzet van ervaringen en zelfonthulling is breed toepasbaar en niet exclusief het domein van de ervaringswerker.

Project  Samenwerken in de wijk in Zaanstreek-Waterland

In dit project stond de ondersteuning aan mensen met onbegrepen gedrag in de wijk centraal. De focus lag op present zijn en outreachend werken en vergroten van kennis over psychische kwetsbaarheid bij de samenwerkingspartners, zoals  de wijkteams, ggz, GGD, huisartsen en woningbouwverenigingen Experts, zoals ggz- en GGD-professionals en met name ervaringsdeskundigen werden bij de wijkteams ingezet om dit vorm te geven. De ervaringsdeskundigen gaven een aantal kernpunten aan die de basis voor hun handelen vormen en die zij als kerntaken beschouwen:

  • contact maken en verbinding leggen met een bewoner vanuit de leefwereld,
  • rolmodel voor de bewoner zijn van hoop en perspectief,
  • faciliteren van de eigen kracht van de bewoner om zelfregie (weer) op te pakken,
  • agenderen van issues van de (wijk)bewoner die een hulpverlener minder snel ziet,
  • gids zijn voor de wijkbewoner naar ervaringsdeskundigheid van anderen[1]

Het begrip  ‘zelfonthulling’ was hierbij een reflectief kader. Zelfonthulling gaat niet over  welke ervaringen iemand meeneemt, maar hoe  ervaringen gedeeld kunnen worden, met als doel om de  verbinding met de ander te maken. Zodat er wederzijds begrip en openheid ontstaat om ervaringen met elkaar te delen. Door het inzetten van zelfonthulling kan de ervaringswerker beter aansluiten bij de behoeften en verwachtingen van de ander.  

Wat is zelfonthulling ?

Zelfonthulling is een vorm van communicatie tussen mensen. Het onthullen van eigen ervaringen in het leven, bijvoorbeeld eigen ervaringen met psychische kwetsbaarheid en/of psychiatrische behandeling, blijkt in veel situaties helpend te zijn om contact te maken en verandering in gang te zetten. Het ‘onthullend’ delen van ervaringen kan zorgen voor de eerste aanzet  in het bewustwordingsproces van omgaan met psychische kwetsbaarheid. De kracht ligt in het aanspreken van het alledaagse, de geborgenheid die iemand bij jou voelt. Zelfonthulling kent geen diagnostische taal, psychologische duidingen of labels.

Zelfonthulling lokt een nieuw gedachteproces bij de ander uit. Door de inzet van eigen ervaringen,  ervaart de ander ruimte om te denken over oplossingen en stappen om de draad in het leven weer op te pakken.

Op deze manier nemen ervaringswerkers een eigen plaats in bij het werken in de wijk, naast de professionals. Het inzetten van ervaringskennis en zelfonthulling is overigens niet alleen voorbehouden aan ervaringsdeskundigen. Ook professionals kunnen nog veel meer gebruik maken van hun eigen ervaringen en zelfonthulling. Het is echter nog niet gebruikelijk om als zorg- of welzijn hulpverlener persoonlijke ervaringen te delen en zelfonthulling als hulpmiddel te gebruiken in gesprekken met cliënten of kwetsbare burgers. De publicaties van Van Meekeren e.a in 2017    , Yalom uit 2017   en  , Beurskens e.a. uit 2019  met het pleidooi om de professionele houding van afstand-nabijheid  te herzien zet het thema vol in de schijnwerpers. Het past in het streven naar gelijkwaardigheid tussen cliënt en hulpverlener. De tijd lijkt rijp voor meer openheid in gesprekken, zowel professioneel als persoonlijk. De publicatie Handreiking: Samenwerken vanuit ervaring beschrijft de werkwijze van ervaringswerkers in de wijk.

Project OGGZ werkers in het Stadsteam Enkhuizen

In dit project stonden psychisch kwetsbare mensen, met onvoldoende hulpbronnen om op eigen kracht  bepaalde moeilijkheden en tegenslagen te overwinnen om hun leven op de door hen gewenste manier vorm te geven in het middelpunt. Juist deze mensen blijken telkens weer af te haken en hulp en steun buiten de deur te houden. Vragen die centraal stonden in dit project waren: Hoe maak je contact, wat is de waarde van zelfonthulling in het proces om tot verbinding te komen? Op welke wijze is zelfonthulling ‘de koevoet’ om binnen te komen? De antwoorden op deze vragen zijn opgenomen in een praktijkmodel ’ Oggz-werkers aan het werk:

Bij dit project waren drie  medewerkers van de Openbare Geestelijke Gezondheidzorg (OGGZ) betrokken. Zij gebruiken veelvuldig zelfonthulling om contact te maken met kwetsbare mensen in de wijk. Zij kwamen vaak emoties, frustraties, boosheid, woede en machteloosheid tegen, maar bleven desondanks pogingen doen om contact te maken en in gesprek te blijven. Voor de OGGZ-werker is zelfonthulling daarbij een vanzelfsprekend deel in hun basishouding: ieder mens heeft recht om door mij (en anderen) gezien, geaccepteerd én begrepen te worden. De OGGZ-werkers zijn dagelijks bezig om die zelfonthullende houding te ‘kneden’. Petry maakte hierover in 2011 een uitstekende  documentaire.  Het is een continue proces van afstemmen op de verhalen, ervaringen, stemmingen van de ander. Het willen begrijpen van de ander betekent telkens weer openstaan en ruimte geven aan  ervaringen, ervaringskennis én ervaringsdeskundigheid van een inwoner of hulpvragen. Het is een behoedzaam en bedachtzaam proces van contact maken. Waarin met de juiste timing de ‘zelfonthulling’ van eigen levenservaring vaak een springplank is om toegelaten te worden in de leefwereld van een inwoner.

Ondersteuning in buurt en directe omgeving

Steeds vaker lukt het om ondersteuning in de buurt en de directe omgeving te vinden. Maar (specialistische) behandeling van psychische klachten is vaak kortdurend, met de bedoeling dat cliënten zo snel mogelijk zelf weer de draad oppakken. Dit levert regelmatig situaties op waarin de psychisch kwetsbare inwoners niet zelfstandig hun weg vinden en verwardheid, overlast, onbegrepen gedrag of zorgmijding de boventoon voeren. Gelukkig ontstaat er steeds meer samenwerking tussen naasten, buren, het wijkteam en andere voorzieningen in de wijk. Met samenwerking, ondersteuning en voldoende voorzieningen lukt het steeds beter om zorgelijke situaties in de buurt, een portiek of de straat het hoofd te bieden.

De uitkomsten van de projecten zijn een warm pleidooi voor het inschakelen van ervaringsdeskundigen, ervaringskennis bij het in contact komen en blijven met mensen die in de marge van de samenleving leven. Daarbij is de kracht van zelfonthulling nog een onontgonnen gebied.

Congres Veerkracht in de wijk

Op 8 april organiseert de Guus Schrijvers Academie  een congres geheel in het teken van het zorgen voor meer veerkracht bij mensen om hun eigen problemen aan te pakken en te zorgen voor tijdige ondersteuning. Klik  hier als je fysiek ervaringen wilt delen en kennis(sen) opdoen.


[1] Notitie Eindrapportage RCO de Hoofdzaak: Leren & Participeren in de wijk ( K.van de Pijl, 2020)

 

Blijven volhouden, ademen en je niet laten afleiden.

Nothing about us, without us!

Door Ina Boerema, Projectleider, GGD Zaanstreek-Waterland

Bespreking van het rapport: de Nederlandse ggz, mei 2021. Innovatieve ambulante ggz in de wijk

 7 wijze lessen over nieuwe werkwijzen in Drenthe, Noord-Holland-Noord, Utrecht en Zuid-Limburg.

Het perspectief van het experiment is niet het perspectief van het rapport: de cliënt

Dit rapport beschrijft vier regio’s waarin geëxperimenteerd is met het werken over grenzen en barrières heen, om de zorg en ondersteuning van mensen die psychisch kwetsbaar zijn beter te organiseren. Ze zetten nadrukkelijk in op persoonsgericht handelen in plaats van instellingsgericht. Degene die hulp nodig heeft staat dus centraal en daaromheen moet alles georganiseerd worden. Dat betekent dat ook echt gevraagd moet worden aan de betrokkene waar diegene mee geholpen wil worden en in welke volgorde. Omdat dit zo’n belangrijk uitgangspunt in alle vier de beschreven regio’s is, mis ik in het rapport de inbreng van betrokkenen zelf. Het rapport is geschreven vanuit het perspectief van professionals, beleidsmakers en organisaties. Het uitgangspunt in de beschreven regio’s is immers dat degene om wie het gaat veel meer centraal zou moeten staan.

Visie, doel en doorzettingsvermogen

De boodschap is dat professionals en bestuurders in organisaties en instellingen, maar ook gemeenten en zorgverzekeraars, over hun (financiële en soms wettelijke) kaders heen moeten durven kijken.  Daarvoor is nodig dat er een gezamenlijk doel en langjarige visie ontwikkeld wordt, los van aanbestedingsrondes en verkiezingen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Maar uit de vier voorbeelden in dit artikel blijkt dat zij dit met lef, doorzettingsvermogen en vooral een gezamenlijke ambitie toch op een aantal punten voor elkaar hebben weten te krijgen.

Rollen en verkeerde prikkels kunnen belemmeren

De auteurs geven aan op welk niveau je wat zou moeten regelen en organiseren. Dus wat zijn hierin de taken van respectievelijk de overheid (landelijk en gemeentelijk), zorgverzekeraars en zorgorganisaties, op het niveau van professionals maar ook op het niveau van management en directie. Het kernpunt is niet redeneren en organiseren vanuit het bestuurlijke-of professionele niveau, maar vanuit een gedragen visie uitgaande van de persoon of personen zelf. Dat is geen nieuws zou je zeggen, maar in de praktijk is dit nog geen gemeengoed. Zorg en ondersteuning is in veel gevallen sterk geprotocolleerd. Perverse financiële prikkels en wetgeving zijn hier vaak de motor onder.

Professionals, grenzen en schakels

Professionals willen vaak wel anders en als ze elkaar goed weten te vinden werken zij wel over instellingsgrenzen heen. Maar als zij hierbij onvoldoende rugdekking in hun organisatie ervaren en onvoldoende gefaciliteerd worden, blijkt het lastig buiten de kaders te werken. Door intensiever met collega’s uit ander disciplines en instellingen samen te werken, ontstaat meer begrip voor elkaars werkwijze en cultuur. Dat maakt dat er meer ruimte is om alternatieve keuzes te maken en elkaar sneller te vinden. Een psychiater in het rapport geeft dit in deze quote treffend weer:

Iedereen in het team ging zich heroriënteren op zijn eigen vakgebied. Je beseft dat je onderdeel uitmaakt van een veel groter geheel en dat je zelf maar een kleine schakel bent.

Nogmaals: de gedragen cliëntgerichte visie voorop

Wat er voor mij uitspringt is de overtuiging in elk van de voorbeeldregio’s dat het echt anders moet. En dat men om die reden ook de tijd genomen heeft om afscheid te nemen van oude gewoonten en te bouwen aan nieuwe samenwerkingsverbanden en manieren van werken. De vernieuwingen werden vaak stap voor stap ingevoerd. Het ging vaak om kleine verbeteringen die bijdroegen aan veranderingen op de werkvloer. Zoals inzetten op herstelgericht werken en het voorop zetten van de eigen regie van cliënten. In alle vier de regio’s hebben de professionals zich een vragende en onderzoekende attitude aangemeten, gericht op zelfhulp en eigen regie van de betrokkene en peer support. Daarnaast zijn nieuwe netwerken opgebouwd, waarin vanuit een gezamenlijke en vooral langjarige visie gewerkt werd. Dus los van aanbestedingsrondes en daarmee gepaard gaande concurrentie en een te korte tijdspanne om goede samenwerking op te bouwen.

In het hele land zijn regio’s bezig met het opzetten van vergelijkbare initiatieven en netwerken. Het is belangrijk om goed naar elkaar te kijken en van elkaar te leren, om zo te komen tot een gezamenlijk visie: wat wil je met elkaar bereiken, waar wil je naartoe. Daarna vraagt het investering en de wil om ook echt door te zetten, want het is niet van de ene op de andere dag geregeld. De boodschap is dan ook dat het noodzakelijk is om te blijven volhouden en je niet te laten afleiden van het overkoepelende doel. Wat daarbij werkt is dat gezamenlijk optrekken en de wil om te investeren hierin, ook financieel. Goede zorg is nu eenmaal niet gratis, maar als je het goed regelt en mensen enthousiast zijn levert dat heel veel op. Niet alleen voor degene die ondersteuning nodig heeft, maar ook voor al die mensen die hierin actief zijn. Samen aan iets werken waar je in gelooft geeft energie.

Pandemie beïnvloedt mentale gesteldheid jongeren.

Door Ina Boerema, Projectleider suïcidepreventie & aanpak mensen met onbegrepen gedrag.

Recensie van “Rapid Systematic Review: The Impact of Social Isolation and Loneliness on the Mental health of Children and Adolescents in the Context of COVID-19 (Loades et al, 2020) “

Isolatie en de gevolgen

Citaat (vertaald):

“De Covid-19 pandemie heeft ervoor gezorgd dat de overheid verschillende maatregelen neemt om de verspreiding van het virus te remmen. Voor kinderen en adolescenten betekent dit bijvoorbeeld geheel of gedeeltelijke schoolsluiting, sociale afstand en thuis quarantaine. Kinderen en adolescenten ervaren daardoor psychische isolatie van hun vrienden, docenten, familieleden en hun sociale netwerk”.

De onderzoekers in dit artikel focussen op de negatieve gevolgen voor de psychische gezondheid van een vorm van isolatie bij kinderen en adolescenten. Zij geven aan dat quarantaine bij volwassenen leidt tot negatieve psychologische effecten, zoals verwardheid, boosheid en post-traumatische aandoeningen. De duur van de isolatieperiode heeft invloed op de ernst van de mentale problemen, net als financiële onzekerheid, gebrek aan informatie en angst voor infectie.

De onderzoekers gaan er daarom vanuit dat de kans bestaat dat het sluiten van scholen en sociale afstand, zorgt voor meer mentale problemen bij adolescenten. Hoewel sociale isolatie niet één op één gelieerd is aan eenzaamheid, blijkt uit onderzoek dat een derde van de adolescenten meer eenzaamheid ervaart sinds het begin van de Covid-9 pandemie. De helft van de mensen tussen 18 en 24 jaar zijn eenzaam gedurende de lockdown. Adolescenten en jong volwassenen lopen een groter risico op het ontwikkelen van mentale problemen dan volwassenen.

Eenzaamheid en mentale problemen

Om na te gaan wat de relatie is tussen eenzaamheid en mentale problemen bij gezonde kinderen en jongeren, hebben de onderzoekers een literatuurstudie uitgevoerd. Ze includeerden 63 studies over de relatie tussen eenzaamheid en mentale problemen, waarvan 1 studie een retrospectieve studie was over de gevolgen van een pandemie en sociale isolatie als gevolg daarvan.

Conclusie: eenzaamheid kan psychische problemen bij kinderen en jongeren zeker verergeren en kan ook in de toekomst leiden mentale problemen, tot 9 jaar na dato. Depressie komt het vaakst voor. Meisjes zijn vaker depressief, jongens vaker angstig. Daarnaast komen stoornissen als PTSS en andere trauma gerelateerde aandoeningen vaker voor na of tijdens eenzame periodes.

Door de langdurige sluiting van de scholen, bibliotheken en het uitgaansleven, zijn jongeren aangewezen op digitale ontmoetingen en fysieke contacten binnen een kleinere sociale ‘bubbel’. Daarnaast missen jongeren ook kansen doordat het lastiger is om werk te vinden of toekomstplannen te maken.

Belangrijk is dat jongeren het gevoel hebben deel uit te maken van een groep, dat ze zichzelf in anderen herkennen en dat ze weten bij wie ze terecht kunnen voor ondersteuning. Dat kan bijvoorbeeld ook door vanuit het onderwijs niet alleen in te zetten op het bijhouden van de cognitieve vaardigheden, maar ook een (digitale) omgeving te creëren waarin ook sociaal aandacht is voor elkaar. Jongeren zijn over het algemeen vaardig in de digitale omgeving. Via sociale media, maar ook via gamen is het ook mogelijk om elkaar sociaal te ontmoeten. Op die manier kan een deel van de gevoelens van eenzaamheid en het nergens meer vanzelf bij horen worden aangepakt.

Preventie van mentale problemen

Het ontwikkelen van psychische klachten kan te maken hebben met een vorm van kwetsbaarheid, maar, zoals blijkt uit het onderzoek, eenzaamheid en sociale isolatie kan er voor zorgen dat jongeren sneller klachten krijgen. Om die reden lijkt het me belangrijk om vooral op preventie van mentale problemen in te zetten. Behandeling ervan is uiteraard noodzakelijk, maar beter is het voorkomen van mentale problemen. Niet alleen uit economisch oogpunt, maar ook omdat de wachtlijsten voor behandeling lang zijn en omdat het ontwikkelen van een psychische aandoening langdurige nadelige gevolgen kan hebben. 

Het ontwikkelen van games en andere digitale mogelijkheden op sociale media, waarin het sociale aspect en het ontmoeten van elkaar voorop staat zou meer aandacht moeten krijgen. Ook voor de behandeling van psychische problemen en vormen van zelfhulp, wordt inmiddels veelvuldig gebruik gemaakt van digitale mogelijkheden en vormen van blended hulp en ondersteuning. Dus deels een digitaal aanbod en deels fysiek. De mogelijkheden hiervoor zijn nog lang niet uitgeput en verdienen meer aandacht en ontwikkeling.

Gelukkig gloort er enige hoop aan de horizon wat betreft het aanpakken van de pandemie en daarmee het langzaam weer openstellen van de maatschappij. Voor jongeren is dat heel belangrijk, om te voorkomen dat er straks nog meer mensen professionele hulp nodig hebben ten aanzien van psychische problemen.

Rol van de overheid: deltaplan Jeugd

Ook de overheid is inmiddels doordrongen van het feit dat er voor jongeren meer aandacht moet komen om te voorkomen dat zij massaal uit de boot vallen straks. Gebleken is dat de coronacrisis jongeren hard raakt, door middel van:

  • Impact op leerachterstanden en kansengelijkheid
  • Verlies van bijbaantjes en minder perspectief op werk na opleiding
  • Minder kans op een starterswoning (meer dak- en thuislozen)
  • Minder mogelijkheden voor sociale interactie met leeftijdsgenoten
  • Jongeren hebben meer mentale gezondheidsproblemen (somberheid, eenzaamheid, kwaliteit leven) dan volwassenen

Om die reden hebben Kamerleden de regering verzocht te komen tot het initiatief een Deltaplan Jeugd, voor juli 2021. Kernpunten hiervan zijn het beperken van schade van de coronaperiode voor (kwetsbare) jongeren. Gericht op sociaal en mentaal welzijn, zorg en veiligheid. Het overkoepelende doel is dat jongeren sterker uit de crisis moeten komen en dat er perspectief moet zijn op bestaanszekerheid, zoals onderwijs, arbeidsmarkt en woningen. Voor dit plan wordt 200 miljoen euro beschikbaar gesteld. Ook uit dit plan blijkt dat de overheid vooral inzet op preventie, dus het voorkomen dat jongeren straks massaal psychische aandoeningen ontwikkelen. Door in te zetten op erkenning van wat de maatregelen voor hen betekenen en inzetten ondersteuning bij het helpen oplossen van de gevolgen ervan.

Kijk op de congresagenda van de Guus Schrijvers Academie: Op 11 juni 2021 vindt het Congres Het Relaxte Kind plaats. Vooraanstaande sprekers delen dan actuele inzichten over deze onderwerpen. Alle congressen van de Guus Schrijvers Academie zijn ook online te volgen!

Stand van zaken implementatie Wvggz: samenwerken is niet vanzelfsprekend

Door Ina Boerema, projectcoördinator GGD Zaanstreek-Waterland

De Wet verplichte ggz (Wvggz) is per 1 januari 2020 in werking getreden. Inmiddels zijn we driekwart jaar verder. Een mooi moment om de balans op te maken van wat er al gerealiseerd is en waar de knelpunten (nog) zitten. Ina Boerma doet dat hieronder. Zij is projectcoördinator Aanpak mensen met verward gedrag en regio coördinator Wvggz, GGD Zaanstreek-Waterland. 

De stand van zaken

In de regio Zaanstreek-Waterland zijn onderdelen van de Wvggz inmiddels geïmplementeerd. De GGD voert het meldpunt en de verkennende onderzoeken uit. De gemeenten voeren de crisismaatregelen en de bijbehorende hoorplicht uit. Het blijkt dat het aantal verkennende onderzoeken vrijwel gelijk is aan het aantal rechtelijke machtigingen dat vóór invoering van de Wvggz opgelegd werd. Ook het aantal crisismaatregelen is niet groter geworden. Het lijkt er dus op dat er geen sprake is van een nieuwe groep kwetsbare mensen voor wie een maatregel aangevraagd wordt. Ook is het niet zo dat buren massaal meldingen doen van mensen die overlast veroorzaken. De meldingen die binnenkomen blijken overwegend terechte meldingen. De verkennende onderzoeken die de GGD uitvoert leiden tot nu toe allemaal tot een zorgmachtiging.

Samenwerking en privacy

De onderdelen van de Wvggz worden dus naar behoren uitgevoerd in de regio. dat wil niet zeggen dat de implementatie nu een gelopen race is. Er is nog veel werk te doen om ervoor te zorgen dat ook de samenwerking binnen de verschillende onderdelen goed gaat verlopen. Waar we tegenaan gelopen is bijvoorbeeld de privacy van de betrokkene. Omdat meerdere partijen bij een verkennend onderzoek betrokken zijn, is het bijvoorbeeld belangrijk om goed af te spreken wie inzicht in de dossiers heeft. 

De stem van de betrokkene

Ook het meer stem geven aan de betrokkene en aan zijn of haar naasten is een punt wat nog beter vormgegeven moet worden. Dat blijkt uit het feit dat het horen van de betrokkene maar in 50% van de gevallen uitgevoerd wordt. In Zaanstreek-Waterland hebben de gemeenten deze taak uitbesteed aan de firma Khonraad, die een landelijke hoorservice opgezet heeft. Het horen blijkt soms lastig als er geen vertrouwensband is tussen degene die het horen uitvoert en de betrokkene. Ook landelijk is dit het geval, volgens de programma manager implementatie van het landelijke Ketenbureau Wvggz Arnold Pullen. 

Tussen wal en schip

Daarnaast is het de bedoeling dat de ketensamenwerking verbetert en er meer wordt ingezet op ambulante voorzieningen voor kwetsbare mensen. Maar het blijkt dat de Wvggz geen wondermiddel is om dit voor elkaar te krijgen. Het blijkt dat ook binnen de Wvggz mensen tussen wal en schip kunnen vallen. Het betreft in de meeste gevallen mensen voor wie al langer geen passende opvang gevonden kon worden. Met de intreding van de Wet Zorg en Dwang worden bovendien de normen om iemand binnen de ggz te behandelen strakker gehanteerd. Dat kan er voor zorgen dat het onduidelijk is onder wiens verantwoordelijkheid diegene nu komt te vallen. 

Wachttijd en tussenoplossing

Een ander punt is dat de wachttijd op de beoordeling van het verkennende onderzoek soms wel acht weken kan bedragen. De betrokkene en zijn/haar naasten worden dan nog niet geholpen en kunnen nog nergens op terugvallen. In de regio Zaanstreek-Waterland is er voor gekozen dat de GGD tijdens deze wachttijd de naasten en de betrokkene kan bijstaan. Het blijkt dat hier veel gebruik van wordt gemaakt, met name door de naasten. Zij zijn vaak degene die de melding en de aanvraag voor het verkennende onderzoek hebben gedaan en verwachten een oplossing of op zijn minst dat er iets gedaan wordt aan de situatie. Omdat zij inmiddels de hulpverlener van de GGD kennen, is dat voor hen de meest logische persoon om hun zorgen mee te delen. 

Gebrekkige opvolging

Maar ook nadat de zorgmachtiging is toegezegd blijkt het dat de hulp niet altijd meteen op gang komt. Soms komt de betrokkene dan toch nog eerst op een wachtlijst voor een intake, terwijl het de bedoeling is dat diegene meteen geholpen wordt en er ook een zorgplan wordt opgesteld. Ook de koppeling naar de WMO loketten van de gemeenten verloopt nog niet altijd soepel. Bij de gemeenten zijn nog veel vragen over wat hun rol precies is bij de Wvggz en wanneer zij aan zet zijn.  

…maar samenwerking verbetert allengs

Het goede nieuws is echter dat door de invoering van de nieuwe wetten en daarnaast het inrichten van een regionale overlegstructuur binnen het domein van Zorg & Veilig er veel meer en intensiever met elkaar wordt samengewerkt. Juist ook over de grenzen van het eigen domein heen. Dat blijkt ook landelijk het geval. Hierdoor komt meer zicht op de lacunes in de opvang van kwetsbare mensen in de regio. In Zaanstreek-Waterland wordt actief ingezet op het vinden van gezamenlijke oplossingen. Belangrijk hierbij is dat we zien dat de verschillende instanties en gemeenten elkaars cultuur en verantwoordelijkheden beter leren kennen. Dat helpt om samen te zoeken naar passende oplossingen voor de meest kwetsbare mensen in de samenleving. 

Ina Boerema volgt voor de Nieuwsbrief Zorg en Innovatie de voortgang in de regio Zaanstreek Waterland. Een eerdere bijdrage over de invoering van de Wvggz verscheen en half jaar geleden.

Congresagenda

Op 27 oktober vindt het congres hervorming en ambulantisering van de ggz plaats. Daar komt ook de Wet Verplichte ggz aan de orde. Klik hier lees de brochure en schrijf je in.