Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

45ste praktijkcursus gezondheidsrecht gaat van start op 7 september 2021

Je komt als hulpverlener, klachtenfunctionaris of manager dagelijks in contact met veranderingen in gezondheidszorgwetgeving zoals de WGBO, de wet BIG, de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), of met vraagstukken over jouw aansprakelijkheid als hulpverlener. Sommige wetten zoals de Zorgverzekeringswet, de Wet Zorg en Dwang, de Wet Langdurige Zorg  en de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen ken je mogelijk al uit de praktijk, afhankelijk van je werkterrein. Dat werkterrein kan de GGZ zijn of de somatische zorg, intra- of extramuraal, de care of de cure, gericht op individuele hulpverlening of op preventieve activiteiten bij bevolkingsgroepen.

Tien dinsdagen van 16.00 tot 19.00 uur

Als jij hoort tot de groep professionals, managers, beleidsmakers of onderzoekers die dagelijks contact heeft met veranderingen in gezondheidswetten, dan biedt  de praktijkcursus gezondheidsrecht jou een uitstekende kans om snel en efficiënt op de hoogte te raken van de achtergronden van deze ontwikkelingen. Deze cursus loopt vanaf 7 september tot en met 23 november op tien dinsdagen van 16.00 uur tot 19.00 uur in Utrecht. De Guus Schrijvers Academie organiseert de cursus. Wij bieden je theoretische kennis in woord en geschrift over het Nederlandse gezondheidsrecht. Wetsontwerpen en wetsevaluaties worden op deskundige wijze belicht. Zo nodig worden jou vóór een nieuwe bijeenkomst actuele kamerstukken en/of tijdschriftartikelen per mail toegezonden.

Veel ruimte om eigen casuïstiek in te brengen

Hoewel de overdracht van kennis door de sprekers centraal staat, is er ook ruimte voor het inbrengen van eigen casussen. Zo kun je in discussies je inzichten aan die van medecursisten en docenten toetsen. Als nieuwe publicaties en recente rechtspraak daar aanleiding toe geven, spelen de sprekers hierop in. De ervaren cursusleider, gezondheidsjurist en advocaat Ivo Sindram geeft daartoe alle ruimte. Wij verwachten veel casuïstiek rondom het (niet-) behandelen van patiënten met Covid-19, de evaluatie van de Wkkgz, de nieuwe bepalingen over Shared Decision Making in de WGBO, de nieuwe ointwikkelingen in de Euthanasie-regelgeving   en de invoeringsproblemen met de Wet Zorg en Dwang.

Gerenommeerde inleiders

Tijdens de bijeenkomsten treden deskundige en gerenommeerde inleiders op. Wij zijn daar trots op. in evaluaties wordt dat al jarenlang als uniek punt van deze cursus genoemd. Zij benaderen de verschillende onderwerpen vanuit hun eigen achtergrond; dat kan zijn vanuit de juridische discipline of vanuit hun functie als hulpverlener. Wij beogen hiermee het gezondheidsrecht te belichten vanuit het recht én vanuit de zorgpraktijk van alledag. Tevens komt hiermee het multidisciplinaire karakter van de cursus tot uitdrukking. Uit evaluaties van de vele vorige cursussen is gebleken dat de deelnemers de cursus goed tot zeer goed waarderen.

Doelgroep

Deze cursus is geschikt voor: artsen, verpleegkundigen, klachtfunctionarissen, hulp- verleners in de intra- en extramurale (geestelijke) gezondheidszorg en verslavingszorg, managers/leidinggevenden in zorginstellingen, docenten gezondheidsrecht in HBO en WO, juristen, vertrouwenspersonen, bestuurders en medewerkers van patiëntenverenigingen. De laatste jaren  nemen ook jonge juristen met enige kennis  van gezondheidswetten maar zonder ervaring in de zorg  deel aan de cursus.

Certificaat/Accreditatie/Prijs

Een certificaat wordt verstrekt na deelname aan tenminste 8 van de 10 bijeenkomsten. Accreditatie voor de cursus kan in overleg worden aangevraagd uiterlijk 6 weken voor aanvang van de cursus. De prijs bedraagt 1.495,00 euro (btw-vrij) voor 10 colleges van 16.00 tot 19.00 uur.

Fysiek maar…..

De geldende maatregelen op het moment van de cursus (zoals deelnemersaantallen en de 1,5 meter samenleving) zullen worden toegepast. Daarnaast zorgen wij voor extra maatregelen en schoonmaak en zijn zaken als desinfectiemiddel en mondkapjes bij de balie beschikbaar. Wie de cursus online wil volgen, neemt contact op met cursus organisator Petra Schimmel. Bij voldoende aanmeldingen door online deelnemers organiseren wij een onlineverbinding met jou thuis.

Indien de adviezen van het RIVM tegen de tijd van de uitvoering van de cursus zodanig veranderd zijn dat doorgaan van een fysieke bijeenkomst niet verstandig is, dan zullen wij u hiervan op de hoogte brengen en de cursus alleen als webinar beschikbaar maken. In dit geval kunt u uw inschrijving ook kosteloos annuleren.

Tijdig inschrijven

Omdat er maar een beperkt aantal plekken beschikbaar zijn raden wij u aan tijdig in te schrijven; vol = vol.

Inschrijven en meer informatie treft u hier.

Contact

Voor vragen kun je mailen of bellen met Petra Schimmel, secretariaat@guusschrijvers.nl , 06-53370437.

Leuk om te weten

De Medische Faculteit Utrecht (nu UMC Utrecht) startte deze cursus in 1971. Dat deze nog steeds bestaat, komt omdat prof. Guus Schrijvers en vijf achtereenvolgende cursusleiders (Ivo Sindram is dat nu) ieder jaar de cursus opnieuw uitvonden met nieuwe thema’s, andere docenten en nieuw educatieve methoden. Enkele jaren geleden stopte het UMC Utrecht met deze 45ste cursus. Thans blaast de GSA deze cursus nieuw leven in met actuele thema’s  en casuïstiek.

Goed geneesmiddelengebruik leidt tot gezond ouder worden

interview met Wilma Gottgens 

“Drie groepen van burgers verdienen bijzondere aandacht vanwege geneesmiddelgebruik: kwetsbare ouderen met multi-morbiditeit, patiënten met psychopathologie en kwetsbare kinderen met bijvoorbeeld ADHD. Bij al deze patiënten verzorgen apothekers als behandelaar de farmaceutische zorg in samenwerking met andere zorgverleners zoals dat is verankerd in de WGBO, Wet BIG en de Geneesmiddelenwet. Het begeleiden en bewaken van goed gebruik van geneesmiddelen door apothekers heeft een lange geschiedenis en is ook maatschappelijk geaccepteerd: al eeuwen zijn apothekers degenen met verstand van de werking van geneesmiddelen. Goed geneesmiddelengebruik leidt tot gezonder ouder worden met minder ziektelast en cardiovasculaire risico’s,  tot meer kwaliteit van leven van patiënten met psychiatrische kwetsbaarheden en tot voorspoediger ontplooiing van drukke kinderen zonder al  te veel medicatie.” Woorden van deze strekking sprak Wilma Göttgens  tijdens mijn interview met haar. Zij gaf dat interview als onderdeel van een serie voorbeschouwingen op het congres De eerste lijn in 2020- 2030: regionalisatie, zorgvernieuwing en governance.  Dat vindt plaats op 6 maart in het Stadion Galgenwaard te Utrecht. 

Wie is Wilma Göttgens?

Sinds `1983 ben ik openbaar apotheker in Beuningen, nabij Nijmegen. In een team van 30 medewerkers waarvan vier apothekers verzorgen wij vanuit Apotheek Blankenburgh ongeveer 20.000 patiënten. Wij werken samen in de regio met collega’s en meerdere ziekenhuizen. Ik ben ook kader-apotheker GGZ en ondersteun collega’s bij ethische vraagstukken. Naast farmacie heb ik ook filosofie gestudeerd. Ik geef les over de professionaliteit en ethiek aan startende apothekers. Verder zit ik in regionale en nationale werkgroepen om de kwaliteit en de inbedding van de farmaceutische zorg in de zorgnetwerken te bevorderen.

Er zijn dus drie groepen van burgers die extra aandacht vragen: laten we eerst kijken naar de kwetsbare ouderen

Nou ja, daar vallen voor mij ook mensen onder met chronische aandoeningen, zoals de ziekte van Parkinson, dementie, COPD en hartfalen.  Zij gebruiken per dag veelal meer dan vijf medicamenten. Voor hen zijn apothekers als behandelaar extra waardevol.  Begeleiden van het dagelijks goede gebruik, alert zijn op ongewenste bijwerkingen en nauwkeurig volgen van de effectiviteit van medicatie door monitoren van laboratoriumuitslagen; indien nodig afstemming met verschillende voorschrijvers over aanpassen van de medicatie; het vereenvoudigen van de medicatie; het ondersteunen van therapietrouw en signaleren ne herstellen van ongewenste wisselwerkingen.  Wel nu, heel kort geformuleerd, voor kwetsbare ouderen kan veel winst behaald worden als de expertise van de apotheker meer en beter benut wordt bij het beschikbaar stellen van chronische medicatie en jaarlijkse evaluaties van het gebruik. Ik voeg nog toe: in een verpleeghuizen wordt de vaste ‘huisapotheker’ gemist. Dat is een groot risico voor de kwaliteit van de verpleeghuiszorg. Elk verpleeghuis of ouderen-woonzorgvormen zou één vaste apotheker moeten hebben waarmee de een huisarts of specialist ouderenzorg een effectieve samenwerkingsrelatie kan opbouwen.

En wat kunnen jullie betekenen voor de tweede groep, de mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen? 

Bij hen speelt een aantal grote problemen: de gemiddelde levensduur is zo’n twintig jaar korter dan van mensen zonder psychische problemen (1), medicatie wordt vaak anders gebruikt dan bedoeld of gestopt omdat de bijwerkingen niet verdragen worden en goede begeleiding op kritische momenten van ontregeling en verwarring ontbreekt. (2), Verslavingsproblemen en middelengebruik komen vaker voor (3) en het gebruik van bijvoorbeeld antidepressiva en antipsychotica luistert heel nauw (4).  De openbare apotheker kan  extra aandacht geven aan de motivatie voor therapietrouw en overgebruik voorkomen; bij antidepressiva en antipsychotica de goed gebruik gevolgd worden en de keuze en de dosering van de medicatie op maat gemaakt worden op basis van meetwaarden en bijvoorbeeld farmacogenetica ; en bij de contactmomenten bij afhalen  van medicatie navragen van bijwerkingen en last but not least: begeleiding bij geleidelijk afbouwen en stoppen van medicatie als de toestand van de patiënt dat toelaat.       

Als derde groep noemde je de kinderen met ADHD

Hier speelt voor huisartsen en jeugdartsen het probleem van pillen of praten/educatie. Bovendien speelt de vraag: welk probleem zijn we waar aan het behandelen: het kind zelf dan is het een kind met een probleem. Het kan ook zijn dat omgeving voor het kind aandacht vraagt. Dan is er sprake van een kind in problemen. Afgelopen jaren is hard gewerkt aan de multidisciplinaire standaard voor de diagnose en behandeling kinderen met druk gedrag en aandachtsproblemen waarin educatie van de omgeving zoals gezin en school als eerste en farmacotherapie voor het kind als laatste geadviseerd wordt. Deze kritische kijk op het toepassen van geneesmiddelen heeft mijn warme belangstelling. 

Wat zijn de randvoorwaarden voor goede farmaceutische zorg bij deze drie groepen?

Die zijn voor alle drie hetzelfde: de behandelrelatie tussen burger en apotheker beter verankeren in de maatschappij door ieder naast een huisarts ook een vaste ‘huisapotheker’ te laten kiezen waar zij hun medicatie verkrijgen: deze apotheker is eerste aanspreekpunt voor het de actuele medicatiedossier (1), beschikbaarheid en leveringszekerheid van geneesmiddelen in Nederland (2) de invoering en implementatie van de multidisciplinaire richtlijn Overdracht van medicatiegegevens in de keten (3) terugdringen van de enorme administratieve overlast (4)  meer handelingsruimte bij keuze van beste geneesmiddel of et bereiden van een geneesmiddel op maat en basis-set geneesmiddelen in de basisverzekering zonder eigen risico voor de patiënt (5) een passend en kostendekkend tarief om deze verantwoordelijkheid conform de professionele standaard van de apotheker uit te kunnen voeren (5) Nu is de vergoeding voor de apotheek voor het overgrote deel gerelateerd aan het verstrekken van geneesmiddelen terwijl minderen en stoppen van medicatie voor goede zorg noodzakelijk maar ook tijdrovend is. Er gaat nu veel te veel tijd verloren met het zoeken van oplossingen voor geneesmiddeltekorten en gedoe over vergoedingen. Tijd die veel beter besteed kan worden aan optimaliseren van geneesmiddelgebruik bij kwetsbare ouderen, patiënten met psychiatrische aandoeningen of kwetsbare kinderen.  Het extra-geld voor onze zorguren zal meer opleveren aan besparingen op bespaarde kosten op de verstrekte geneesmiddelen.

De apotheker als dossierhouder 

Vaak kloppen de medicatiedossiers niet of zijn ze onvolledig. Dat speelt in de ggz, de ziekenhuizen, de ouderenzorg en de eerste lijn. Net zoals in het verleden zou één apotheker weer eerste aanspreekpunt voor het geneesmiddeldossier moeten zijn. Die is dan verantwoordelijk voor de juistheid en volledigheid van de gegevens. Natuurlijk moet zo’n dossier toegankelijk zijn voor artsen en apothekers die een behandelrelatie met de patiënt hebben. Maar zoals burgers in Nederland een eigen huisarts hebben zo zouden zij ook een eigen apotheker moeten hebben.  

Standaard voor informatie-overdracht

Ik hoop dat het Zorginstituut binnenkort de Informatie-standaard medicatieproces   vaststelt. Die gaat gelden in de keten tussen huisarts,  openbare apotheker,  ziekenhuisapotheker, wijkverpleegkundige, specialist ouderengeneeskunde en medisch specialist.  De door te geven informatie betreft volgens deze standaard niet alleen de voorgeschreven geneesmiddelen, maar ook de kans op allergische reacties en te verwachten bijwerkingen, de laboratoriumwaarden en de geldigheidsduur. Deze standaard gaat veel narigheid bij patiënten en vele onnodige ziekenhuisopnamen voorkomen.

Waarover moet het congres op 6 maart vooral overgaan?

Veel openbare apothekers in Nederland werken bovenstaande uit in hun praktijk. Die zitten in bijvoorbeeld in  Den Haag  in Rotterdam en Nijmegen en Bennekom. In het congresprogramma is al de goede farmaceutische zorg in Twente opgenomen. Prima zo. Maar als jullie nog ruimte hebben, bied je dan ook een podium aan de goede voorbeelden van deze apothekers? 

Agenda congressen Guus Schrijvers Academie

Op vrijdag 6 maart vindt te Utrecht  het congres De eerste lijn in 2020- 2030: regionalisatie, zorgvernieuwing en governance.  plaats.  Klik hier voor meer info en inschrijving.