Guus Schrijvers

Welcome to Guus Schrijvers

Welk zorgbeleid komt er na de verkiezingen?

De programma’s van acht politieke partijen (PvdA, SP, GroenLinks, CU, CDA, D66, VVD en 50PLUS) bevatten veel gemeenschappelijke punten. De partijen zetten in op: meer preventie; meer bewegen en sport; meer zorg in de buurt en versterking van de positie van huisartsen; doorgaan met het persoonsgebonden budget, behoud van goede toegang tot de zorg; versterking van de positie van patiënten en hun verenigingen; borging van de kwaliteit van zorg; handhaving van solidariteit tussen ziek en gezond, arm en rijk, jong en oud en minder zorgregistraties. Met deze korte opsomming doe ik onrecht aan de goed geschreven en inhoudelijk onderbouwde teksten in de programma’s van genoemde partijen. De PVV noemt in zijn programma slechts twee -niet uitgewerkte- punten: afschaffen eigen risico en terugdraaien van bezuinigingen in de care-sector.

Eigen risico

Wat opvalt is dat VVD en D66 niets zeggen over de positie van de zorgverzekeraars en evenmin over het wel of niet verlagen van het eigen risico. Hebben deze partijen daarover geen standpunt? Staat het elders in hun programma? (Ik las alleen de hoofdstukken over gezondheid en zorg.) Zijn VVD en D66 vergeten hierop in te gaan? Of houden ze coalitievorming met andere partijen open en houden zij zich tot de verkiezingen op de vlakte?

Stapeling

De andere zes genoemde partijen hebben wel standpunten over zorgverzekeraars en hun verzekeringen. Zij pleiten voor verlaging van het eigen risico en zijn tegen concurrentie tussen zorgverzekeraars. SP en 50PLUS combineren beide standpunten tot het bekende voorstel van een Nationaal Zorgfonds. CU gaat een stapje verder: deze partij is ook tegen de stapeling van de eigen betalingen voor de Wmo, Zorgverzekeringswet en de Wlz. Mensen met chronische aandoeningen die van deze wetten gebruikmaken, betalen soms duizenden euro’s uit eigen zak boven op het eigen risico van 385 euro.

Suikeraccijns

Het CDA voegt eraan toe dat het het ondernemingsrisico voor zorgverzekeraars wil verkleinen: het moeten min of meer publieke organisaties worden. Ook pleit het CDA voor de invoering van een suikeraccijns om daardoor overgewicht in de samenleving tegen te gaan. De partij vermeldt niet of de opbrengst van deze accijns naar preventieve activiteiten gaat.

Specialisten

Een nieuw punt in de programma’s voor 2017-2021 van PvdA, D66, GroenLinks, SP en CU is het voorstel dat alle specialisten in dienstverband gaan. D66 maakt hierbij de kanttekening dat dit geleidelijk moet gebeuren.

Coalitievorming

De kans is groot dat na de verkiezingen er vier ongeveer even grote machtsblokken in de Tweede Kamer zullen ontstaan: een links blok (GroenLinks, SP en PvdA), een christelijk blok (CDA, CU, GPV), een liberaal blok (VVD en D66) en een populistisch blok (PVV en diverse splinterpartijen). Waarschijnlijk zullen drie van de vier blokken dan een regering vormen met een regeerakkoord. Met zo veel partijen is dat niet eenvoudig, maar wel noodzakelijk om een stabiele meerderheid te creëren. Het meest praktische lijkt mij dat zo’n akkoord zich toespitst op macro-economische punten en op buitenlandse politiek. Want op beide dossiers is niet te sturen met wisselende meerderheden. Specifieke dossiers, zoals de inrichting van de gezondheidszorg, kunnen buiten het regeerakkoord blijven. Zolang deze niet de macro-economische grenzen overschrijden, zijn het vrije kwesties waarover de Tweede en Eerste Kamer kunnen beslissen zonder binding met het regeerakkoord.

Strijdpunten

Over de unanieme punten is niet veel strijd in het parlement te verwachten: partijen zeggen daarover hetzelfde, zij het in andere woorden. De strijd zal gaan over: de concurrentie tussen zorgverzekeraars, het eigen risico en de stapeling en het dienstverband van specialisten.

Welk standpunt is wetenschappelijk gezien verstandig voor de volksgezondheid? Wat is haalbaar gelet op de machtsverdeling binnen en buiten het parlement? Hierover binnenkort meer.

Dit bericht is in iets gewijzigde vorm ook verschenen als column in Zorgvisie.