In Heerenveen zitten een patiënt en zijn mantelzorger aan tafel ter voorbereiding van een keukentafelgesprek. De patiënt doet open voor de Wmo-consulente. Die ziet de mantelzorger aan tafel zitten. Zij stuurt haar weg onder de woorden: ‘u heeft hier niets mee te maken’.
Eigen regie
Op vrijdag 13 november 2015 was deze mantelzorger aanwezig bij een bijeenkomst van de ouderbonden in Heerenveen. Daar deed zij haar verhaal. Ondergetekende was spreker op deze ouderenbond bijeenkomst. Heerma Kooke en Harriet Hollander, medewerkers van Zorgbelang Fryslan, vergezelden mij. Aanwezig waren zo’n honderd vriendelijke ouderen. De titel van mijn voordracht was: ‘De eigen regie en kwaliteit van zorg nu we langer thuis “moeten” wonen’. De PowerPoint presentatie kan je hier downloaden.
Boegeroep
Ik vroeg aan de zaal: wie van u heeft al eens aan een keukentafelgesprek meegedaan? Ongeveer een derde antwoordde met ‘ja’. Daarna vroeg ik: wat zijn uw ervaringen? Als door een wesp gestoken reageerde de zaal met afkeer en boegeroep. Na een paar minuten verzocht ik hiermee op te houden. Sinds het boegeroep bij inspraakavonden over vluchtelingenopvang kan ik daar niet meer tegen.
Voorbeelden
De zaal bedaarde en ik vroeg om voorbeelden. Een van de voorbeelden is het voorval hierboven. Een andere voorbeeld: ‘de WMO-consulente luisterde absoluut niet naar mijn verhaal. Haar afwijzend besluit stond al bij voorbaat vast’. Nog een voorbeeld: ‘De WMO-consulent was in dienst van een zorgaanbieder. Hij praatte mij zorg aan van zijn eigen organisatie, die ik eigenlijk niet wilde’.
Reactie wethouder
In Heerenveen is Jelle Zoetendal als wethouder verantwoordelijk voor de keukentafelgesprekken. Ik heb dit bericht inmiddels aan hem doorgestuurd. Als hij reageert, zal ik zijn reactie op mijn website plaatsen.
Als coöperatieve buurtvereniging Apeldoorn-zuid begeleiden wij inwoners bij het keukentafelgesprek. In de beginfase werden wij met enig argwaan bekeken, omdat de WMO-medewerkers ons zagen als lastig en het aanvoelde als ‘op de vingers kijken’. Gaandeweg is er wederzijds vertrouwen ontstaan en worden wij volledig serieus genomen en betrokken bij geplande afspraken. Daarbij is er vanzelfsprekend wel verschil tussen de verschillende medewerkers. Soms tref je iemand die moet wennen aan idee dat er derden bij aanwezig zijn.
Het gesprek vindt sowieso plaats bij client in huis, een gemeentemedewerker/wmo-consulent heeft daar geen zeggenschap. Daarnaast worden rechters geconfronteerd met de vraag of het verenigbaar is met ons concept van recht of de ene gemeente een rollator, huishoudelijke hulp, e.d. vergoedt en een naastgelegen gemeente niet.
In de Algemene wet bestuursrecht staat in artikel 2:1, lid 1, het volgende. “Een ieder kan zich ter behartiging van zijn belangen in het verkeer met bestuursorganen laten bijstaan of door een gemachtigde laten vertegenwoordigen.”
De gemeente kan mantelzorgers dus niet wegsturen.
Twee weken geleden voorlichting gegeven aan WMO consulenten uit Groningen en Drenthe. Er moet nog een flinke omslag gemaakt worden door menige gemeente en haar WMO consulenten, als het gaat om denken vanuit zorg en de mogelijkheden i.p.v. denken vanuit beperkingen en het geld. In de gemeente waar ik werk als indicatiesteller Jeugd, werkt het CJG samen met de WMO en zitten we bij elkaar in het gemeentehuis. De zorg staat voorop en de overgang Jeugd naar WMO wordt soepel vorm gegeven zoals het hoort! Eén gezin, één plan en één regisseur! Tijdens de voorlichtingsavond viel het mij op dat er WMO consulenten zijn die slechts 30 min. krijgen van hun gemeente om een gesprek in de thuissituatie te voeren. Ruimte voor het verhaal van de cliënt, de emotie, het signaleren van meer zorg die mogelijk nodig is, de erkenning, etc. is op veel plaatsen niet mogelijk. Sterker nog, er waren WMO consulenten die aangaven het gesprek, zoals ik dat voer, niet te kunnen. Hulpverleners taal werd het genoemd! Ik heb meestal een gesprek van 1,5 uur en soms wat meer en dan heb ik alle benodigde info op tafel en de cliënt voelt zich gehoord en begrepen. Beter dan 30 min. en later meer werk van alles wat er dan achter weg komt en de frustratie van de cliënt. Nog niet iedereen snapt dat goedkoop op de korte termijn, duurkoop op de lange termijn is.
Er is nog veel te winnen, ook als het gaat om samenwerking tussen CJG en WMO.
In ieder geval zie ik een positief resultaat in de gemeente waar ik werk, met tevreden cliënten, waarbij het per saldo zeker niet duurder hoeft te zijn voor de gemeente, maar waar wel goede zorg mogelijk is.
Oh ja, hoe meer zielen, hoe meer vreugd! Laat de hulpverleners en mantelzorgers maar bij het gesprek aanwezig zijn. Heb ik gelijk een goed beeld van het netwerk om de cliënt.
Een win win situatie!
“In Heerenveen is Jelle Zoetendal als wethouder verantwoordelijk voor de keukentafelgesprekken. Ik heb dit bericht inmiddels aan hem doorgestuurd. Als hij reageert, zal ik zijn reactie op mijn website plaatsen.”
Waar blijft de reactie van de wethouder?
Reactie wethouder Jelle Zoetendal:
“Ik hecht veel waarde aan signalen uit onze samenleving over hoe onze dienstverlening nog beter kan. Bij de voorbeelden die worden genoemd gaat het om een persoonlijke ervaring van onze inwoners met de gemeente. Omdat ik van de genoemde voorbeelden niet de achtergronden ken, is het moeilijk om inhoudelijk op ze te reageren. Ik kan wel een meer algemene toelichting geven. “Het keukentafelgesprek”als onderdeel van de herbeoordeling Hulp in het Huishouden is in Heerenveen uitgevoerd door de MO-groep. Reguliere gesprekken over hulpvragen zijn gevoerd door de meitinkers. De MO-groep heeft geen relatie met onze gecontracteerde zorgaanbieders, en dus ook geen daaraan gekoppelde belangen. En als reactie op uw laatste voorbeeld: onze Wmo-consulenten zijn bij de gemeente in dienst en niet bij een zorgaanbieders. Bij de gesprekken mogen de mantelzorgers altijd aanwezig zijn. Graag zelfs. We proberen juist te stimuleren dat er naast de inwoner met een zorgvraag een tweede persoon bij de gesprekken aan tafel zitten. Twee horen en weten meer dan één.
De gesprekken zijn bedoeld om te onderzoeken welke hulp mensen nodig hebben en daarbij op zoek te gaan naar een maatwerkoplossing. De gesprekken hadden zeker niet een vooraf bepaalde einduitkomst. Dat blijkt ook uit de verschillende uitkomsten van de bijna duizend gesprekken die het afgelopen driekwart jaar zijn gevoerd. Daarnaast blijkt dat mensen de afgelopen tijd met verschillende organisaties over de zorgverlening hebben gesproken bijvoorbeeld met aanbieders van verpleging in het kader van de zorgverzekeringswet. Het kan dat mensen de aanleiding en de uitkomsten van deze gesprekken door elkaar hebben gehaald. Hoe eventuele verwarring of ontevredenheid ook ontstaat het blijft van belang dat als mensen klachten of opmerkingen over de gesprekken hebben, we ze alleen kunnen helpen als ze hiermee naar de gemeente komen. Samen kijken we dan wat er aan de hand is.”
Jelle R. Zoetendal
Wethouder
Deze reactie is 26 november geplaatst op de website van Zorgbelang Fryslan en niet eerder op mijn eigen website.