Over de interacties in de driehoek van ouderen, zorgverleners en mantelzorgers
Door: Kirti Doekhie, gepromoveerd op het gebied van Gezondheidswetenschappen.
“De basis van een zorgverleningsproces is het openlijk bespreken van rolopvattingen, wederzijdse verwachtingen en vertrouwen binnen de driehoek van de oudere patient, zijn/haar mantelzorger(s) en de betrokken zorgverleners.” Op 16 april 2021 heb ik mijn proefschrift, The triangle of care for elderly patients, met succes verdedigd. Deze quote was één van de elf stellingen uit mijn proefschrift.
Het zorgverleningsproces voor thuiswonende ouderen met multimorbiditeit (meerdere chronische aandoeningen) bestaat uit de inzet van verschillende zorgverleners, mantelzorgers en de betrokkenheid van ouderen zelf. Ieder met eigen kennis en ervaringen. Deze personen moeten samenwerken en zijn afhankelijk van elkaar. Maar afhankelijkheid kan leiden tot problemen, zoals weinig vertrouwen en slechte communicatie. In mijn proefschrift zoom ik daarom in op de interacties tussen eerstelijnszorgverleners, mantelzorgers en ouderen. Of kort gezegd: de driehoek.
In dit artikel beschrijf ik de vijf conclusies en aanbevelingen op basis van kwantitatief en kwalitatief onderzoek naar de interacties in de driehoek van eerstelijnszorgverleners, mantelzorgers en ouderen.
Verschillende percepties in de driehoek
Ik onderzocht en constateerde dat in de driehoek de percepties verschillen over hoe betrokken ouderen bij hun eigen zorgproces (moeten) zijn. Ouderen hebben een eigen mening, willen vaak betrokken zijn en actief meebeslissen. Maar sommige ouderen zijn bang om hun mening kenbaar te maken. Of worden overschaduwd door een dominante mantelzorger die namens hen beslist. En sommige ouderen worden door zorgverleners behandeld als passieve toeschouwers in plaats van actieve deelnemers in het proces. Wederzijds vertrouwen, macht, rolopvattingen en -verwachtingen spelen hierbij een belangrijke rol. Zoals ik in mijn proefschrift stel, een zorgverlener geeft daadwerkelijk blijk van vertrouwen als hij/zij bereid is om de macht en controle over het zorgverleningsproces te delen.
Bouwen aan sterke relaties
In de driehoek is het daarom belangrijk dat alle personen investeren in het bouwen van wederzijds vertrouwen en openlijk rolopvattingen en – verwachtingen bespreken. Leg impliciete assumpties op tafel. Zonder open discussie kunnen spanningen ontstaan die weer invloed hebben op het zorgverleningsproces. Zorgverleners kunnen dit gesprek initiëren en faciliteren. Om ouderen te laten zien dat zij open staan voor een gesprek. Maar het bouwen van een vertrouwensband kost tijd. Ik beveel daarom in mijn proefschrift aan dat dergelijke open gesprekken regelmatig herhaald moeten worden.
Iedere mate van betrokkenheid is acceptabel
Ieder gesprek kan leiden tot andere inzichten en conclusies. In iedere driehoek kan de mate van gewenste betrokkenheid door een oudere verschillen. Zoals ik in mijn proefschrift stel, zelfmanagement en patiëntbetrokkenheid krijgen pas betekenis in de dagelijkse interacties in de driehoek. Dit betekent dat iedere mate van betrokkenheid voor zorgverleners acceptabel moet zijn, zolang dit in de driehoek openlijk is besproken. Ik stel daarom in mijn proefschrift dat het belangrijk is dat zorgverleners, maar ook mantelzorgers zich bewust zijn dat meer patiëntbetrokkheid niet van alle ouderen verwacht kan en moet worden.
Het gezicht achter de naam leren kennen
Ook is een sterke samenwerking tussen zorgverleners onderling belangrijk. Zij worden verwacht als één team op te treden en gezamenlijk te beste zorg te leveren. Zo wordt ook gesteld in rapport ‘Oud en zelfstandig in 2030. Een reisadvies’ van de Commissie Toekomst zorg thuiswonende ouderen. Maar de verschillende ‘teamleden’ kennen elkaar vaak niet. Huisartsen, fysiotherapeuten en thuiszorgverpleegkundigen kennen elkaar bijvoorbeeld niet. Tegelijkertijd hebben deze zorgverleners verschillende opvattingen over goede ouderenzorg. De één wil een oudere activeren. De ander wil misschien liever zaken uit handen nemen. Dit kan leiden tot tegenstrijdige adviezen voor ouderen. Één van de belangrijke stappen in multidisciplinaire ouderenzorg is daarom om het gezicht achter de naam van de andere zorgverleners te leren kennen. Zorgverleners moeten elkaar leren kennen. Maar ook bekend raken met elkaars expertises, rollen en verantwoordelijkheden. Bijvoorbeeld door (digitale) multidisciplinaire overleggen (MDO’s). Ook simulatietraining, waarbij levensechte situaties worden nagebootst, kunnen helpen. Ziekenhuizen maken hier al gebruik van. De eerste lijn nog vrijwel niet.
Maak het impliciete expliciet
Kortom, het belangrijkste is om ernaar te streven dat de impliciete percepties en wederzijdse verwachtingen expliciet besproken worden. In een wereld waarin zorg meer op afstand of digitaal geleverd wordt is dit niet makkelijk. Videobellen en andere vormen van telecommunicatie kunnen gezien worden als dé juiste methode. Maar mijn proefschrift en andere onderzoeken laten zien dat ouderen behoefte hebben aan face-to-face en persoonlijk contact. Zonder dat wordt eenzaamheid een groter probleem. Voor veel ouderen is een face-to-face gesprek daarom gewenst. Ongeacht de manier waarop, deze gesprekken zijn noodzakelijk om ervoor de zorgen dat de thuiswonende ouderen met multimorbiditeit die juiste zorg en ondersteuning krijgen die zij zo hard nodig hebben.
Tenslotte,
Deze vijf conclusies bieden vijf belangrijke inzichten voor het zorgverleningsproces van ouderen. Ongeacht hun type aandoeningen of persoonlijke situatie, iedere oudere maakt onderdeel uit van een driehoek samen met eerstelijnszorgverleners en mantelzorgers. Zorgverlening gaat daarom niet alleen om het medisch handelen, maar met name over de kwaliteit van de interacties en relaties tussen de betrokken personen. Zoals ik in één van mijn stellingen aangeef, de basis van het zorgverleningsproces is een open gesprek in de driehoek.