Van Marktwerking naar Samenwerking
De afgelopen tijd heb ik mijn ideeën voor de zorgparagraaf van de nieuwe verkiezingsprogramma’s voor de periode 2017-2021 geformuleerd. Ik deed dat als columnist voor het blad Zorgvisie. Samen met de suggesties van de lezers van mijn blog heb ik die nu gebundeld en opgestuurd naar de politieke partijen in de Tweede Kamer. Hieronder vind je veertig ideeën voor het zorgbeleid in het algemeen, voor de zorgverzekeringen, de eerstelijn, de ziekenhuiszorg, de geestelijke gezondheidszorg en de ouderenzorg.
Algemene beleidsuitgangspunten
- Het volksgezondheidsbeleid is gericht op het realiseren van drie doelen: 1. Verbeteren en behoud van de volksgezondheid 2. Verbeteren en behouden van kwaliteit van zorg en 3. Gelijk houden van de kosten van de zorg. Marktwerking, kostenbeheersing, decentralisatie, transparantie en digitalisering zijn middelen om deze doelen te bereiken en geen doelen op zich.
- Er komt in de grondwet een artikel met de tekst: Iedere burger treft maatregelen voor de eigen gezondheid. Dit artikel vult artikel 22 aan: de overheid treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid.
- De macrokosten van de zorg stijgen in de periode 2017-2021 met het percentage dat nodig is om de demografische ontwikkelingen bij te houden. Dat komt neer op een percentage van circa 1 tot 1,5 procent. Regering en parlement beslissen over dit groeipercentage. Zorgverzekeraars en gemeenten verdelen deze groei over regio’s en doelgroepen uit de populatie.
- GGD’en, gezondheidscentra, ziekenhuizen en zorgverzekeraars profileren zich als nutsbedrijven en niet als commerciële instellingen van 2017-2021 . Voor de zorgverzekeraars betekent dit dat hun maatschappelijke legitimatie is gelegen in a. de zorg toegankelijk houden, b. de solidariteit borgen en c. de zorg betaalbaar houden. Voor de kwaliteitsborging volgen zij wat de Inspectie Gezondheidszorg, het Kwaliteits Instituut en de beroepsgroepen als kwaliteitsbeleid hebben geformuleerd.
- Tien jaar marktwerking heeft géén kostenbeheersing opgeleverd voor de zorg. Dit blijkt uit de grote statistische onderzoeken waarop David Ickersheim (The Dutch health system reform: creating value, PhD thesis Free University Amsterdam, 2013) en Yvonne Krabbe-Alkemade (The impact of market competition and patient classification on Dutch hospital behavior, PhD thesis, Free University, Amsterdam, 2014) zijn gepromoveerd. Menzis, Zilveren Kruis, CZ, VGZ en kleinere zorgverzekeraars gaan daarom terug naar hun oorsprong.
Programmapunten voor de zorgverzekeraars
- Zorgverzekeraars profileren zich regionaal door samenhangende zorg in te kopen per doelgroep. Deze suggestie volgt het goede voorbeeld dat De Friesland Zorgverzekeraar (DFZ) thans geeft. Die werkt nauw samen met de Friese gemeenten. Zij koopt regionaal chirurgische- en andere ingrepen in bij de maatschappen en de Friese ziekenhuizen. En DFZ heeft nauw contact met Friese patiëntenverenigingen. Mede hierdoor nam haar marktaandeel in Friesland toe tot 65 procent. Dat is groot genoeg om regionaal beleid te ontwikkelen en aanspreekpunt te zijn voor zorgaanbieders en gemeenten. Het marktaandeel is geen 100 procent, dus er is geen sprake van achterover leunen.
- Zorgverzekeraars ontvangen niet meer rechtstreeks gegevens over de praktijkvoering van professionals in de eerste lijn. Die gaan naar zogeheten entrusted third parties. Net als in Duitsland zien zij er alleen op toe dat professionals hun gegevens iedere drie maanden daarheen opsturen en tenminste twee maal per jaar bespreken in intervisie gesprekken.
- Zorgverzekeraars ontwerpen een Programma van Eisen (PvE) voor de zorginkoop in een regio. De inkoop richt zich op de komende vijf tot tien jaar, net zoals de inkoop van diensten bij openbaar vervoerbedrijven. De jaarlijkse begrotings-onderhandelingen tussen aanbieders en zorgverzekeraars zijn een afgeleide van dit PvE. Patiëntenorganisaties worden betrokken bij het opstellen van de programma’s van eisen.
- Zorgverzekeraars hanteren uniforme kwaliteitsindicatoren en inkoopspecificaties en hebben dezelfde software. Zij doen dat in overleg met patiëntgroeperingen en zorgaanbieders. Dit heet co-creatie.
- Zorgverzekeraars publiceren zorggebruikgegevens per regio en werken samen met GGD’en om gezondheid, toegang tot de zorg, zorggebruik en zorgkosten te monitoren.
- Kostengroei vanwege dure geneesmiddelen en nieuwe vormen van bestraling en operaties worden betaald door gelijktijdig substitutie van ziekenhuiszorg en concentratie van dure zorg.
- Er komt een landelijk keurmerk voor zorgverzekeraars, opgesteld door patiënten en zorgverzekeraars. Het voorbeeld van Gezond Veluwe geldt hierbij als uitgangspunt.
- Zorgverzekeraars gaan experimenteren met gedragseconomische prikkels. Hier gaat het om shared savings. Bij patiënten gaat het om het toekennen van vitality points zoals bij de Zuid-Afrikaanse zorgverzekeraar Discovery en bij zorgverzekeraar Menzis: Wie gezonde levensmiddelen en diensten koopt, krijgt met die punten korting op de te betalen nominale premie of op de eigen bijdrage.Programmapunten voor de eerstelijnszorg zijn:Wijkverpleegkundigen komen bij voorkeur in dienst van zorggroepen van huisartsen. De besturen van de zorggroepen worden gewijzigd: Er komt meer invloed van de wijkverpleging. Dit heeft als resultaat dat er sterke eerstelijnsorganisaties ontstaan.Het aantal wijkverpleegkundigen wordt fors uitgebreid. In het abonnementstarief van huisartsen worden de diverse regelingen voor de bekostiging van zorg aan mensen met een chronische aandoening opgenomen. Dit vereenvoudigt de regelgeving.
Programmapunten voor de eerste lijn
- Wijkverpleegkundigen komen bij voorkeur in dienst van zorggroepen of gezondheidscentra. Hun aantal wordt fors uitgebreid. Zij komen niet in dienst van zorgaanbieders die ook tweedelijnszorg aanbieden in verpleeghuizen of verzorgingshuizen. Want dan loopt hun onafhankelijkheid gevaar.
- Er komt geen praktijkverkleining voor huisartsen. Wel krijgen zij meer ondersteuning bij het verbeteren van de digitalisering van hun werkzaamheden en bij de ondersteuning van hun werk voor mensen met chronische aandoeningen en multimorbiditeit.
- Huisartsen worden met financiële prikkels uitgedaagd om het elektronische inzagerecht voor hun patiënten te realiseren en om online afspraak maken mogelijk te maken.
- Het Nederlands Huisartsen Genootschap ontvangt subsidie om kwaliteitsindicatoren te maken die aansluiten op hun standaarden. Zij werken hierbij samen met andere professionele groepen in de eerste lijn. Deze indicatoren zijn geschikt voor gebruik door derden, zoals gemeenten, zorgverzekeraars, patiëntenverenigingen en inspectie. Derde partijen gaan niet meer op eigen houtje gegevens uitvragen bij professionals in de eerste lijn.
- Ook andere professionals in de eerste lijn gaan werken met een abonnementstarief zoals bij huisartsen. Daarnaast gaan zij met een laag volumentarief per consult werken en met tarieven ter financiering van innovaties.
- Zorggroepen en andere organisaties in de eerste lijn gaan werken met cliëntenraden, digitale patiëntenpanels, klankbordgroepen van patiënten en andere vormen van cliëntenraadplegingen. Zij geven hiermee de patiëntenparticipatie een positieve impuls.
- Samenwerking tussen het sociale domein en de eerste lijn wordt gestimuleerd met behulp van experimenten. Met steun van de regering opent ZonMW hiertoe een groot programma.
- Programma’s voor gezondheidseducatie en leefstijlbeïnvloeding in de eerste lijn krijgen een eigen financiering. Burgers die daaraan deelnemen betalen minder nominale premie, of krijgen een verlaging van de eigen bijdrage.
Programmapunten voor de medisch specialistische zorg en ziekenhuiszorg
- Er komen uniforme bijsluiters (folders) bij operaties, chemokuren en radiotherapeutische interventies. Deze bijsluiters bevatten precieze informatie over de effectiviteit, de bijwerkingen en de kans op calamiteiten.
- Ziekenhuizen, medisch-specialistische bedrijven en zorgverzekeraars sluiten overeenkomsten voor de lange termijn. Hierdoor wordt het jaarlijkse onderhandelen minder belangrijk en komt er meer rust.
- De dbc/dot-bekostiging blijft bestaan voor electieve ingrepen. Voor chronische aandoeningen komen keten-dbc’s. Spoedeisende zorg wordt betaald op basis van kenmerken van de populatie van het verzorgingsgebied. Hierdoor stimuleren financiële prikkels de continuïteit en beschikbaarheid van de zorg.
- Er wordt een eerste stap gezet om specialisten in dienstverband te brengen bij de ziekenhuizen en te laten vallen onder de Wet normering topinkomens.
- Medisch-specialistische bedrijven krijgen het recht een of meer bestuursleden te benoemen in het ziekenhuisbestuur.
- Arbeidstijdverkorting van medisch specialisten wordt gefaciliteerd met experimenten. Te denken is bijvoorbeeld aan de invoering van drie in plaats van twee diensten per dag zoals bij verpleegkundigen.
- Ziekenhuizen worden financieel geprikkeld om hun digitalisering met kracht voort te zetten zoals gebeurt in de Verenigde Staten dankzij het programma Meaningful Use.
- Zorgverzekeraars en inspectie uniformeren de uitvraag van gegevens over de kwaliteit en verrichtingen van ziekenhuizen.
- Vele ziekenhuizen gebruiken de Net Promotor Score als eenvoudig instrument om ervaringen van hun patiënten te meten. Ziekenhuizen maken deze score voortaan openbaar.
- Er komen per ziekenhuisdivisie aparte cliëntenraden met leden die uit de kring van de patiëntendoelgroep van die divisie komen.
Programmapunten voor de geestelijke gezondheidszorg
- Ggz-instellingen kunnen een beroep doen op een saneringsfonds dat ingesteld wordt om overbodig vastgoed af te stoten, bijvoorbeeld tegen een lagere prijs dan de aanschafwaarde.
- Er komen in de ggz tweehonderd FACT-teams bij om patiënten op te vangen die door reductie van het aantal bedden niet meer in psychiatrische ziekenhuizen terechtkunnen.
- De basis-ggz wordt onderdeel van de eerste lijn en aangestuurd door eerstelijnsorganisaties. Zo ontstaat in Nederland een eerstelijns-ggz die nauw verweven is met de andere eerstelijnsvoorzieningen.
- Uitgangspunt voor de eerstelijns-ggz worden de klachten van cliënten zoals stress, verdriet en angst. Niet het opplakken van psychiatrische ‘etiketten’.
- Maatschappelijk herstel en zelfmanagement krijgen meer aandacht in het ggz-beleid van instellingen, zorgverzekeraars en overheid.
Programmapunten over de ouderenzorg
- Ouderwetse verzorgingshuizen worden opgeknapt en verhuurd als beschermd wonen, zoals al in het experiment all inclusive is gebeurd met goede ervaringen van bewoners.
- Over acht tot tien jaar gaat de Wet langdurige zorg over naar de Wet maatschappelijke ondersteuning. Daarop vooruitlopend komen er experimenten met gemeenschappelijke toegang tot beide wetten, overeenkomstig taalgebruik en software en gemeenschappelijke financiering van het zorgaanbod.
- Het persoonsgebonden budget wordt vervangen door een systeem met zorggelden, zoals dit al jaren voortreffelijk functioneert in Duitsland.
- Cliëntenraden en Wmo-adviesraden gaan nauw samenwerken als spreekbuis voor ouderenbonden en patiëntenverenigingen.
Dag Guus,
Prima initiatief. Ben benieuwd wat je voor reacties hebt gekregen/gaat krijgen van de politieke partijen. Ga je die ook in je nieuwsbrief samenvatten?
Beste Guus,
Hier hou ik nu erg van. Goede inhoudelijke punten die in elk geval tot discussie leiden. Ben benieuwd of er geluisterd wordt in de politiek en niet alleen geroeptoeterd.
Een heldere kijk waarin in ook duidelijk wordt waar nu de knelpunten zitten. Aan de ene kant is de politiek aan zet, aan de andere kant kan een ieder vanuit zijn/haar organisatie dit op gaan pakken en bespreekbaar gaan maken. Zet dit via jouw organisatie op de ‘politieke’ agenda.