Splits samenwerking tussen zorg en welzijn op in drie doelgroepen: jeugd, volwassenen en ouderen. Bij de ene doelgroep zijn immers andere professionals en burgers betrokken dan bij de twee andere. Dit is de eerste tip die ik had willen geven in mijn presentatie aan het eind van een brainstormsessie over dit onderwerp in Roosendaal enkele weken geleden. Het kwam er niet van: de werkgroepen hadden zo veel ideeën over zorginnovatie en samenwerking dat er voor de tips geen tijd meer was. Daarom reik ik ze nu aan. Hieronder volgen de negen andere:
2. Beschrijf duidelijk het doel van de samenwerking. Dat doel kan zijn dat de eerste lijn makkelijker signaleert bij het sociale wijkteam en andersom. Een ander doel kan zijn dat cliënten met meervoudige problematiek beter en sneller in de eigen wijk worden geholpen. Weer een andere doel is het terugdringen van verwijzingen naar gespecialiseerde instellingen en naar medisch specialisten. Doelen kunnen in de loop van de tijd wisselen.
3. Welzijn is niet hetzelfde als zorg: behoud je eigen ik. Het is nuttig on een cliënt vanuit verschillende perspectieven te benaderen. Een cliënt is bijvoorbeeld patiënt, werkzoekende, vluchteling, laag geletterd of ex-gedetineerde. Geen enkel perspectief mag domineren. Juist vanuit een veelzijdige benadering ontstaat meerwaarde van de samenwerking tussen het medische en sociale domein.
4. Werk samen op een vraagstuk dat urgent is bij burgers, professionals en beleidsmakers. Urgentie motiveert, vooral inhoudelijke vraagstukken inspireren. Niet motiverend is bestuurlijke urgentie ( ‘We moeten van de wet een vierjarenplan maken.’). Wat ook niet werkt, is financiële urgentie (‘We moeten samenwerken, omdat we moeten bezuinigen’).
5. Zorg en welzijn kunnen pas samenwerken als het eigen huis op orde is. Als de eerste lijn versnipperd is (huisartsen lijken op een kruiwagen vol kikkers die overal heen springen), moet het wijkteam niet willen samenwerken met het medische domein. En als het sociale wijkteam van geen kanten functioneert, kan de eerste lijn zich beter richten op eigen onderwerpen zoals therapietrouw bij medicatie. Dat is ook een urgent probleem.
6. Hou de financier op afstand bij samenwerking tussen eerste lijn en wijkteams. Zorgverzekeraars hebben de neiging om de eerste lijn precies voor te schrijven wat ze moet doen. Dat belemmert de samenwerking met het sociale domein, die juist op een herverdeling van taken gericht is. Gemeenten doen vaak hetzelfde als zorgverzekeraars: bijvoorbeeld precies voorschrijven welke normen sociaal werkers moeten hanteren aan de keukentafel. Niet doen, dat belemmert de samenwerking met de eerste lijn.
7. Geef als gemeente en zorgverzekeraar het goed voorbeeld: werk ook samen op wijkniveau. Dit kan door 1. dezelfde tijdshorizon voor beleid te hanteren, 2. dezelfde begrippen te gebruiken (bijvoorbeeld dezelfde omschrijving van een overbelaste mantelzorger) en 3 elkaars begrotingen vooraf te bespreken (bijvoorbeeld niet op wijkteams bezuinigen, terwijl de eerste lijn groeit).
8. Eerste lijn en wijkteam: trek bij elkaar in. Door gezamenlijke huisvesting leer je elkaar beter kennen en vinden warme verwijzingen makkelijker plaats. Dan zegt een huisarts bijvoorbeeld tegen een patiënt: loop even met mij mee naar mijn collega die veel weet van schuldsanering.
9. Richt gemeenschappelijke spoed- en intakeprocedures in. Als een vrouw met een baby op de arm huilend het gezondheidscentrum binnenkomt met de boodschap dat haar man haar heeft geslagen. Wat doet de assistent aan de balie dan? Wordt het wijkteam meteen ingeschakeld, of pas later? En wat zou het makkelijk zijn als een fysiotherapeut verwijst naar een sociaal werker met hergebruik van informatie die de eerste reeds heeft verworven. Zulke onderling op elkaar afgestemde intakeprocedures besparen tijd en ergernis. Want de cliënt hoeft niet steeds bij elke professional hetzelfde verhaal te vertellen.
10. Volg goede voorbeelden na die elders in zijn ontwikkeld. Tijdens de brainstormsessie bespeurde ik af en toe terughoudendheid om voorbeelden van samenwerking in andere wijken over te nemen. Dat moet in ieder geval niet gedwongen gebeuren. De gemeente zou een nieuwsbrief kunnen uitgeven (eens per kwartaal) met goede voorbeelden en enig transformatiegeld kunnen betalen aan diegene die het voorbeeld wil overnemen.
Dit bericht is (in gewijzigde vorm) ook gepubliceerd in de WMO-nieuwsbrief van de Gemeente Roosendaal.