De Universitair Medische Centra streven naar regionale samenwerking met andere ziekenhuizen, aldus hun bestuursvoorzitters in diverse interviews. Ze maken afspraken over concentratie van topzorg en deconcentratie van basiszorg. Zij worden eigenaar van lokale ziekenhuizen in Zeeland en in Groningen. Hun electieve zorg gaat iedere jaar meer naar de kleine ziekenhuizen aldus recente statistieken. Dit werd echter onlangs ontkend door CDA Kamerlid Joba van den Berg. UMC’s worden aangesproken om de leiding te nemen in de herziening van het ziekenhuislandschap. De praktijk blijkt echter weerbarstig. Inhoudelijke noodzaak is niet hetzelfde als de juiste financiële incentives, reputatie en regionale belangen.
Actuele ontwikkelingen
Al deze ontwikkelingen komen aan de orde op het congres over (regionale) samenwerking tussen ziekenhuizen op 26 juni te Utrecht. Drie van de acht sessies gaan over de samenwerking tussen UMC’s en perifere ziekenhuizen. Deelnemers en sprekers kunnen ervaringen, meningen en ideeën uitwisselen. Hieronder volgt een voorbeschouwing over het onderwerp Samenwerking UMC’s en andere ziekenhuizen. Ik begin met vier berichten en trek daaruit algemene conclusies.
UMC Groningen neemt Ommelanden over
Sinds december 2015 maakt het Ommelander Ziekenhuis in Scheemda deel uit van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Het UMCG gaat zich sterker richten op de behandeling van patiënten die zeer specialistische zorg nodig hebben en waarvoor geen doorverwijzing meer mogelijk is. Het Ommelander is door de grotere vraag naar basiszorg in staat een compleet zorgaanbod in de regio Noord- en Oost-Groningen te blijven bieden. Een faillissement van Ommelander werd met deze overname voorkomen. “Het UMC Groningen stoot de basiszorg af naar regionale ziekenhuizen, zodat het zich kan focussen op de complexe zorg.” Deze uitspraak deed de UMCG-voorzitter op 28 april 2017 in Zorgvisie. Een jaar later kondigde hij ook aan dat er samenwerkingsafspraken zijn gemaakt met het Medisch Centrum Leeuwarden en het Martini ziekenhuis in Groningen.
Radboud UMC werkt samen met topziekenhuizen
Leon van Halder is bestuursvoorzitter van Radboud UMC in Nijmegen. Hij pleitte op 6 maart 2018 voor samenwerking in een netwerk van ziekenhuizen. “Een fusie is geen optie”, zegt hij: “Fusies en overnames lossen het probleem in de regio niet op.” Daarom heeft het Radboud UMC samenwerkingsafspraken met het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis, de Sint Maartenskliniek, Bernhoven, het Jeroen Bosch Ziekenhuis en Maasziekenhuis Pantein. Trots is Van Halder op de intensieve samenwerking met de Maartenskliniek in Nijmegen. Beide centra hebben de gezamenlijke ambitie om een Europese topspeler te worden op het gebied van orthopedie, reumatologie, revalidatiegeneeskunde, pijnbestrijding en apotheek/farmacie.
Erasmus MC neemt initiatief tot grote prostaatkliniek
Op 21 april 2017 keurde De Autoriteit Consument & Markt de overname goed van het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis (AdRZ) in Goes en Vlissingen door het Erasmus MC in Rotterdam. Een faillissement van het AdRZ werd hiermee voorkomen. Het ADRZ biedt geen topzorg aan en verwijst de meeste patiënten door naar het Erasmus MC. Twee maanden later gaat EMC-bestuursvoorzitter Ernst Kuipers in een interview in op een ander aspect van regionale samenwerking: “We werken binnen de regio met partijen samen in het ROAZ. Hierin zijn alle partijen vertegenwoordigd die betrokken zijn bij de acute zorg in de regio Zuidwest-Nederland. Het Erasmus MC vervult een belangrijke regisserende en coördinerende rol als voorzitter hiervan.“ En in juni 2018 presenteren zeven Rotterdamse ziekenhuizen een gezamenlijke prostaatkliniek. Initiatiefnemer uroloog Chris Bangma van het Erasmus MC, zegt in een interview: “Nederlandse patiënten gaan steeds vaker naar het buitenland, omdat de kwaliteit van de operaties daar ver boven het gemiddelde is. Wij dachten samen met patiëntenverenigingen en verzekeraars: dit moet niet kunnen!“.
Minder electieve ingrepen
Het aantal kankerpatiënten in de acht universitair medische centra is in 2017 met 10,1 procent gestegen ten opzichte van 2016. Het aantal patiënten met een electieve ingreep daalde met 3,1 procent. Deze gegevens staan in een rapport van Dutch Hospital Data. Ik schreef hierover eerder een bericht. Deze ontwikkeling leidt ertoe dat UMC’s meer afhankelijk worden van de andere regionale ziekenhuizen. Blijven die hun kankerpatiënten doorverwijzen? Moeten co-assistenten en aanstaande specialisten vaker naar een klein ziekenhuis om electieve ingrepen te leren die niet meer in een UMC plaatsvinden?
UMC’s nemen hun verantwoordelijkheid
Op basis van bovenstaande vier berichten maak ik de volgende drie observaties:
- UMC’s bleken in de afgelopen jaren bereid een helpende hand uit te steken naar ziekenhuizen in financiële problemen. De geholpen ziekenhuizen maakten hierdoor een goede doorstart.
- UMC’s zijn betrokken bij samenwerking rond vele doelgroepen van patiënten, zoals acute patiënten, orthopedische patiënten, complexe patiënten en bij de oprichting van een prostaatkliniek.
- Zonder expliciet strategisch beleid van zorgverzekeraars, patiëntenorganisaties of overheidsinstanties vindt verschuiving plaats van electieve zorg naar perifere ziekenhuizen en van complexe patiëntenzorg naar de UMC’s.
- Kort gezegd: de UMC’s pakten op deze drie punten hun verantwoordelijkheid en vulden hun missie goed in.
Universitair Medische Netwerken?
Een voorbeschouwing op een congres ontslaat mij van de verplichting om af te sluiten met conclusies en aanbevelingen. Die moeten op het congres van 26 juni naar voren komen. Als appetizer eindig ik toch met een aanbeveling die ik voorzichtig als vraag formuleer: Is het een juiste ambitie om te streven naar acht Universitair Medische Netwerken die faillissementen voorkomen, samenwerking faciliteren en specifieke klinieken initiëren?
Haalbaarheid
Ik besef dat sommige van mijn collega’s en professionals het stellen van deze vraag niet realistisch vinden. Want er bestaan spanningen tussen UMC’s en grote topzorg ziekenhuizen. En kleine ziekenhuizen zijn benauwd om door de grote UMC’s te worden leeggegeten. Misschien is mijn voorstel dus niet reëel. Maar toch hebben UMC’s de laatste jaren regionaal hun vleugels uitgeslagen. Als plenaire spreker op 26 juni ga ik in op de (on)haalbaarheid van deze ambitie. Na het congres geef ik in een nabeschouwing over dit onderwerp.
Samenwerking (regionale) ziekenhuizen
Op het congres 26 juni in Utrecht lichten de genoemde drie bestuursvoorzitters de ontwikkelingen in en rond hun UMC’s toe en geven zij hun kijk op de toekomst. Overigens richt het congres zich niet alleen op samenwerking tussen UMC’s en andere ziekenhuizen, maar ook op die tussen streekziekenhuizen onderling. Hans van der Schoot, Voorzitter van de Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ-ziekenhuizen) opent het congres. Interesse? Kijk dan voor meer informatie, de sprekers en het programma op de website van de GSA.