De Kwaliteit van de (langdurige) zorg staat onder druk. Hoe verder?

Hoe kunnen we de kwaliteit van de gezondheidszorg behouden en de vergrijzing het hoofd bieden? Drie voorstellen: concurreren op kwaliteit, minder registeren en meer gebruik maken van elkaars specifieke kennis.

Hoe kunnen we de kwaliteit van de gezondheidszorg behouden en de vergrijzing het hoofd bieden? Hieronder vind je drie voorstellen: concurreren op kwaliteit in plaats van prijs, minder registeren en meer gebruik maken van elkaars specifieke kennis.

Eenheidsworsten

In 2015 woonden in Nederland 1,3 miljoen 75 plussers. In 2030 is dat aantal 2,1 miljoen. Een stijging van 63% ofwel ongeveer 50.000 per jaar. Dit komt omdat vele babyboomers in die periode hoogbejaard worden. Als het zorgbeleid niet verandert, gaat de kwaliteit van de zorg achteruit: artsen en verpleegkundigen gaan fouten maken door gebrek aan tijd en te veel stress. Ook wordt de zorg dan lopende bandwerk gericht op het leveren van eenheidsworsten.

Bestuurlijke akkoorden

In een andere bijdrage op deze website deed ik reeds een aantal voorstellen om de doelmatigheid van de zorg te verhogen vanwege de toename van het aantal ouderen. De belangrijkste suggestie was het sluiten van bestuurlijke akkoorden op regionaal niveau tussen gemeenten, zorgverzekeraars, patiëntenorganisaties en zorgaanbieders.

Kwaliteitsconcurrentie

Sinds 2006 kent de zorg prijsconcurrentie. Denk hierbij aan de hoogte van de premie van de polis, het uurtarief van wijkverpleegkundigen, de prijs per verrichting van fysiotherapeuten en de DBC-tarieven voor medisch specialistische ingrepen. Concurrentie op basis van kwaliteit van zorg vindt nauwelijks plaats. Ik licht deze observatie toe aan de hand van een voorbeeld dat het vakblad Economisch Statistische Berichten onlangs publiceerde. Dat gaat over reageerbuisbevruchting ofwel in vakjargon in vitro fertilisatie (IVF). De kwaliteit daarvan is te meten aan de hand van het percentage geslaagde bevruchtingen. Dat is bij het VU Medisch Centrum significant hoger dan bij de andere klinieken. Daar zijn per vrouw minder pogingen nodig om te komen tot een zwangerschap. Het VUmc wordt betaald per poging: meer pogingen per vrouw leidt tot meer omzet. In de afgelopen jaren leidde de excellente status van het VUmc niet tot een extra aanwas van jonge stellen met kinderwens. Zorgverzekeraars attendeerden de doelgroep en hun verwijzers niet daarop. De andere IVF-klinieken behielden hun marktaandeel.

Parkinsonnet

Een ander voorbeeld van thans afwezige kwaliteitsconcurrentie vind je bij Parkinsonpatiënten. Mensen met Parkinson zijn beter en goedkoper af als zij zich aansluiten bij het Parkinsonnet, zo leert een recente publicatie in een vooraanstaand wetenschappelijk tijdschrift. Dit netwerkt met gespecialiseerde fysiotherapeuten. Die hebben extra scholing en training ontvangen in onder meer valpreventie. Welnu, de patiënten van het Parkinsonnet hebben minder botbreuken en ander letsel dan vergelijkbare patiënten. Per patiënt leverde dat een besparing aan zorgkosten op van 560 euro per jaar. Dat is eigenlijk geen nieuws. Want vijf jaar geleden werd ook al geconstateerd dat het Parkinsonnet betere en goedkopere zorg bood. Patiëntenverenigingen voor bijvoorbeeld bijnier-aandoeningen en voor spierziekten willen al jaren een vergelijkbaar zorgaanbod voor hun doelgroepen. Aangestuurd door een expertisecentrum en met speciaal getrainde krachten verspreid over het land. Dat komt niet van de grond: de aandacht van zorgaanbieders en zorgverzekeraars is te veel gericht op de prijs en niet op kwaliteit van de zorg.

Aantrekkelijk zorgaanbod

Afschaffing van de prijsconcurrentie houdt in dat de polispremie van alle zorgverzekeraars uniform wordt evenals uurtarieven van wijkverpleegkundigen en de DBC-prijzen. Genoemde partijen kunnen dan alleen nog maar kosten besparen met een aantrekkelijk zorgaanbod zoals hierboven genoemd. Daarmee kunnen zij dan ook tegelijk op hun kosten besparen. Obama vatte dit ooit samen met de woorden: Save lives and costs.

Minder registratie

Huisartsen zijn dertig tot veertig procent van hun tijd kwijt met het registreren van al hun activiteiten. Cardiologen en fysiotherapeuten besteden menig avond aan het bijhouden van hun registraties. Veelal hebben verzekeraars en andere instanties eigen software en begrippen voor hun registratie. Die registraties zijn nodig, omdat daardoor vergelijking van zorgaanbieders mogelijk wordt. De lager scorende professionals kunnen zich dan optrekken aan de betere. Dat is de theorie. Deze weg naar kwaliteitsverbetering is evenwel duur en kost veel tijd.

Visitaties

Ik pleit er daarom voor die registraties te vervangen door openbare visitaties. Die vinden nu al plaats bij huisartsen, specialisten, verpleeghuizen en ziekenhuizen als geheel. Een groep experts komt een of meer dagen langs en stelt indringende vragen over de kwaliteit van zorg. Deze visitaties zijn niet echt openbaar. Als professionals en instellingen het goed doen, hangen zij soms een bordje op dat daarvan melding maakt. Ik droom van een gezondheidszorg waarin registratie van kwaliteit van zorg alleen plaats vindt voor specifieke onderzoeken en visitaties openbaar worden.

Lerende organisatie

Vrijwel alle zorgprofessionals zijn verplicht om jaarlijks veertig uur aan nascholing te besteden. Die staat vaak los van hun dagelijks praktijk: een of meer experts houden dan tijdens een cursus voordrachten en beantwoorden vragen. Dat kan anders: ik licht dat toe met een voorbeeld. Huisartsen vinden het soms lastig om huiduitslag en eczeem te beoordelen. Zij kunnen dan kiezen: de patiënt verwijzen naar een dermatoloog of een foto van de huid nemen en die online versturen naar laatstgenoemde. De dermatoloog geeft dan binnen enkele uren advies. De huisarts leert hiervan veel. Bewezen is, dat zij na een aantal keren die huidafwijkingen beter en zonder hulp kunnen beoordelen. Er is hier sprake van wat heet een lerende organisatie: Huisartsen leren binnen hun praktijk en niet op een losstaande cursus. Het Zorginstituut Nederland wil deze samenhang tussen nascholing en praktijk bevorderen in de ouderenzorg. Ik juich dat toe voor alle zorgsectoren. Want educatie van professionals werkt het best op basis van kennisoverdracht door collega’s en tijdens momenten met specifiek patiënten.

Deze drie suggesties voor meer kwaliteitsconcurrentie, minder registraties en samenhangende nascholing hangen met elkaar samen. Ik kijk verlangend uit naar een kwaliteitsnota van de drie nieuwe bewindslieden van VWS op basis van deze drie suggesties.

Dit artikel verscheen eerder als bijdrage aan de opiniepagina Het Hoogste Woord van Het Parool op 29 december 2017. Op 15 maart komt de drie suggesties uitgebreid aan de orde op het congres over de kwaliteit en bekostiging van de langdurige zorg dat collega’s en ik organiseren te Utrecht. Zij worden besproken in plenaire voordrachten, workshops en flitspresentaties.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *